Leader
Een leader is het openingsfilmpje en ook eindfilmpje van een televisieuitzending. Meestal wordt zo'n sequentie gebruikt om de acteurs en makers onder de aandacht te brengen en om de kijker in de juiste sfeer te brengen.
Beschrijving
In de (ongeschreven en verouderde) regel is in de openingsleader de titel van het programma de hoofdzaak. Bij drama-producties worden vaak de belangrijkste personages en acteurs genoemd, alsmede de producent, schrijver en regisseur. In de eindleader of aftiteling wordt de gehele cast en crew genoemd. Omdat ook de melodie een eigen functie (of juist populariteit) heeft worden soms de namen van acteurs en makers juist weer bewaard voor exclusief de aftiteling en concentreert het openingsfilmpje zich op beelden uit de serie. Ook bestaat een leader wel eens uit scénes die speciaal voor de leader gemaakt zijn.
Grafische afdeling
Tot 1988 worden zo goed als alle leaders en aftitelingen voor programma's van de publieke omroep gemaakt door de Afdeling Grafisch Ontwerp. Vanaf 1988 is de markt voor leaders open en onstaan er vele nieuwe ontwerpbureau's, veel (post-)productiebedrijven beschikken ook over een ontwerpafdeling.
Techniek
Er zijn verschillende manieren om een leader te maken:
- Papier: In de jaren vijftig en zestig worden titelkaarten en titelrollen gebruikt van karton en papier. Deze zijn aanvankelijk met de hand gekaligrafeerd en geïllustreerd, eind jaren vijftig komt een 'hotpress' op de afdeling die het werken vergemakkelijkt. In de jaren zestig worden de mogelijkheden verder uitgebreid met fotografische zetmachines. De titelrollen worden op een titelrolapparaat voor de camera afgerold door de toneelmeester. Ook voor titelkaarten zijn er talloze technieken denkbaar om beweging te creeren. Deze manier van leaders maken (live-animatie) is snel en goedkoop en daardoor zeer geschikt voor televisie.
- Film: Het maken van een leaderanimatie op film kost in tegenstelling tot live-animatie veel tijd en geld. De animatie moet eerst beeld voor beeld opgenomen worden en daarna moet de film nog ontwikkeld worden. Voor de snelle omlooptijd van televisie is die manier van werken in de jaren vijftig en zestig vaak niet mogelijk. Maar de mogelijkheden van animatie op film zijn groter dan met live-animatie en een programma en een leader op film kan meerdere keren gebruikt worden, zodoende worden er voor series, dagelijkse programma's en bijzondere programma's leaders op film geanimeerd.
- Video: Vanaf eind jaren zeventig komen er door de introductie van video nieuwe mogelijkheden bij voor het maken van leaders. Met behulp van de 'chroma-key'-techniek is het mogelijk titelkaarten en 'live-action'-beelden met elkaar te combineren. Bekende vroege toepassingen van deze techniek zijn de leader voor diverse VPRO-programma's van Jaap Drupsteen en de leaders voor TopPop van Frans Schupp.
- Digitaal: Met behulp van de digitale 'edit-suite' kunnen er in de loop van de jaren negentig steeds meer beeldlagen met elkaar gecombineerd worden. Op de 'paintbox' kunnen ontwerpers bestaand videobeeld bewerken of nieuw beeld creeeren. Er komen verschillende digitale animatieprogramma's en driedimensionale systemen om leaderanimaties op te maken. En ook consumentencomputers kunnen gebruikt worden om leaders op te maken. Vanaf medio 2000 volgen nieuwe software-pakketten elkaar steeds sneller op; het wordt daardoor steeds sneller, eenvoudiger en goedkoper om een leaderanimatie te maken.