Mikifoon: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:Mikifoon.png]] | [[Bestand:Mikifoon.png]] | ||
Een van de kleinste platenspelers kan met recht de Mikifoon zijn. Het is een mooi glimmend verchroomd trommeltje van dertien centimeter doorsnede en een centimeter of acht hoog. Wanneer het deksel wordt geopend komt een zwart kunststof rond doosje tevoorschijn. Behalve dit doosje zijn er andere | Een van de kleinste platenspelers kan met recht de Mikifoon zijn. Het is een mooi glimmend verchroomd trommeltje van dertien centimeter doorsnede en een centimeter of acht hoog. Wanneer het deksel wordt geopend komt een zwart kunststof rond doosje tevoorschijn. Behalve dit doosje zijn er andere onderdelen te zien, namelijk een draaiplateautje, een opgevouwen toonarm met aan het einde de naaldhouder en een opwindsleuteltje. Om een plaat te spelen moet het apparaat in elkaar worden gezet, wat vrij eenvoudig te doen is met behulp van de beschrijving in het deksel. Wanneer het draaiplateau is geplaatst, bevestigt men het zwarte doosje, de klankkast, aan het opname-element en plaatst een stalen naald in de houder. De ingebouwde veer wordt opgewonden en wanneer de naald in de groef is geplaatst, laat men de plaat draaien en kan de opname worden beluisterd. | ||
Deze vroege vorm van “miniaturisering” maakt dat deze speler van de Zwitserse firma Vadasz in 1926 de kleinste was. | Deze vroege vorm van “miniaturisering” maakt dat deze speler van de Zwitserse firma Vadasz in 1926 de kleinste was. | ||
Later komen meer kleine platenspelers in de markt zoals de [[Thorens Excelda]]. | Later komen meer kleine platenspelers in de markt zoals de [[Thorens Excelda]]. |
Huidige versie van 4 mei 2015 om 10:38
Een van de kleinste platenspelers kan met recht de Mikifoon zijn. Het is een mooi glimmend verchroomd trommeltje van dertien centimeter doorsnede en een centimeter of acht hoog. Wanneer het deksel wordt geopend komt een zwart kunststof rond doosje tevoorschijn. Behalve dit doosje zijn er andere onderdelen te zien, namelijk een draaiplateautje, een opgevouwen toonarm met aan het einde de naaldhouder en een opwindsleuteltje. Om een plaat te spelen moet het apparaat in elkaar worden gezet, wat vrij eenvoudig te doen is met behulp van de beschrijving in het deksel. Wanneer het draaiplateau is geplaatst, bevestigt men het zwarte doosje, de klankkast, aan het opname-element en plaatst een stalen naald in de houder. De ingebouwde veer wordt opgewonden en wanneer de naald in de groef is geplaatst, laat men de plaat draaien en kan de opname worden beluisterd. Deze vroege vorm van “miniaturisering” maakt dat deze speler van de Zwitserse firma Vadasz in 1926 de kleinste was. Later komen meer kleine platenspelers in de markt zoals de Thorens Excelda.