NCRV: verschil tussen versies

Uit B&G Wiki
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 13: Regel 13:
}}
}}


===De aanloop naar TV===


Al voor de oorlog zijn de ontwikkelingen rond televisie al in volle gang. In 1935 vraagt de omroep, evenals de [[VARA]] en [[KRO]] televisie-zendmachtiging aan. Het zal nog duren tot de jaren '50 voor het zover is. Omtrent het nieuwe medium is er veel onduidelijkheid: de regering laat weten bereid te zijn geld te steken in nieuwe medium, maar concrete plannen zijn er niet. Onduidelijk is wie verantwoordelijk wordt voor de content van het nieuwe medium en wie er financieel moet bijdragen. In mei 1951 wordt er door het kabinet een nota aangekondigd met betrekking tot het 'televisievraagstuk'. Hoewel zowel de NCRV-bestuurders als de leden niet heel erg zitten te springen op een nieuw massamedium kijkt men wel uit naar de nota. Radio is voor de NCRV een uitstekend medium gebleken om het evangelie te verspreiden en men wil bij televisie niet de boot missen, iets wat de omroep in het geval van de bioscoop naar eigenzeggen wel heeft gemist. Vandaar dat de omroep toch begint met voorbereidingen.


Niemand heeft echter een idee hoe de NCRV haar evangelische boodschap moet verkondigen op de televisie. Moet dit net als op de radio met registraties van kerdiensten of moet er iets anders worden verzonnen voor de TV? Zoekend naar expertise vertekken de heren [[Peter Koen]] en [[Dick Simons]] naar de BBC om daar indrukken op te doen en de heer [[G.H. Hoek]] reist af naar Amerika. Ook vraagt de omroep haar leden via een prijsvraag om advies. De uitstapjes naar de VS en BBC leveren weinig op. Duidelijk wordt dat de BBC bijna geen registraties van kerkmissen hebben uitgezonden waar de NCRV leer uit kan trekken en de religieuze programma's uit Amerika worden te showy bevonden. Bovendien blijkt uit de respons op de prijsvraag dat de NCRV-leden huiverig zijn voor het nieuwe medium. Het registreren en uitzenden van een kerkmis wordt als wenselijk beschouwd, maar de wijze waarop dit moet gebeuren weet men niet. Duidelijk wordt wel dat de NCRV beseft dat televisie een visueel medium is en niet op een zelfde wijze programma's kan brengen als op de radio.
Hoewel er voorbereidingen worden getroffen vinden deze plaats in laag tempo. Dit mede vanwege de laxheid en onduidelijkheid vanuit de politiek. Geruchten gaan dat de eerste uitzending zal plaatsvinden op 1 september, maar er is nog steeds geen nota. Er verschijnen al wel verslagen waarin wordt genoemd dat de radio-omroepverenigingen de programma's in de experimentele fase zullen verzorgen, maar omdat dit een periode betreft van slechts 2 jaar en er geen garanties worden gegeven voor de toekomst is de NCRV voorzichtig te veel tijd in de voobereidingen te steken. Daar komt bij dat de overheid de omroepen voor een groot deel van de kosten wil laten opdraaien.
In de ''NCRV-omroepgids'' van 22 september 1951 wordt eindelijk aangekondigd wanneer televisie werkelijk van start gaat: donderdag 2 oktober. De gidsstelt haar leden gerust dat het feit dat de [[AVRO]], [[KRO]] en NCRV en [[VARA]] samenwerken onder het overkoepeldende [[NTS]] dit niet betekend dat er enkel gezamelijke programma’s verschijnen op de televisie. De NCRV gaat programma’s maken voor haar eigen zuil.


[[Category: Zendgemachtigden]]
[[Category: Zendgemachtigden]]

Versie van 27 okt 2010 12:23

NCRV logo 2009

NaamNederlandse Christelijke Radio-Vereniging
Oprichting1924
VoorzitterLeo Born
Leden365.909 (1 april 2009)
Huidige ZendersNederland 1, Nederland 2, Nederland 3, Radio 1, Radio 2, 3FM, Radio 4, Radio 5
Omroep StatusA-status
Aanvullende informatieTelevisievormgeving
Externe infoofficiële site


De aanloop naar TV

Al voor de oorlog zijn de ontwikkelingen rond televisie al in volle gang. In 1935 vraagt de omroep, evenals de VARA en KRO televisie-zendmachtiging aan. Het zal nog duren tot de jaren '50 voor het zover is. Omtrent het nieuwe medium is er veel onduidelijkheid: de regering laat weten bereid te zijn geld te steken in nieuwe medium, maar concrete plannen zijn er niet. Onduidelijk is wie verantwoordelijk wordt voor de content van het nieuwe medium en wie er financieel moet bijdragen. In mei 1951 wordt er door het kabinet een nota aangekondigd met betrekking tot het 'televisievraagstuk'. Hoewel zowel de NCRV-bestuurders als de leden niet heel erg zitten te springen op een nieuw massamedium kijkt men wel uit naar de nota. Radio is voor de NCRV een uitstekend medium gebleken om het evangelie te verspreiden en men wil bij televisie niet de boot missen, iets wat de omroep in het geval van de bioscoop naar eigenzeggen wel heeft gemist. Vandaar dat de omroep toch begint met voorbereidingen.

Niemand heeft echter een idee hoe de NCRV haar evangelische boodschap moet verkondigen op de televisie. Moet dit net als op de radio met registraties van kerdiensten of moet er iets anders worden verzonnen voor de TV? Zoekend naar expertise vertekken de heren Peter Koen en Dick Simons naar de BBC om daar indrukken op te doen en de heer G.H. Hoek reist af naar Amerika. Ook vraagt de omroep haar leden via een prijsvraag om advies. De uitstapjes naar de VS en BBC leveren weinig op. Duidelijk wordt dat de BBC bijna geen registraties van kerkmissen hebben uitgezonden waar de NCRV leer uit kan trekken en de religieuze programma's uit Amerika worden te showy bevonden. Bovendien blijkt uit de respons op de prijsvraag dat de NCRV-leden huiverig zijn voor het nieuwe medium. Het registreren en uitzenden van een kerkmis wordt als wenselijk beschouwd, maar de wijze waarop dit moet gebeuren weet men niet. Duidelijk wordt wel dat de NCRV beseft dat televisie een visueel medium is en niet op een zelfde wijze programma's kan brengen als op de radio.

Hoewel er voorbereidingen worden getroffen vinden deze plaats in laag tempo. Dit mede vanwege de laxheid en onduidelijkheid vanuit de politiek. Geruchten gaan dat de eerste uitzending zal plaatsvinden op 1 september, maar er is nog steeds geen nota. Er verschijnen al wel verslagen waarin wordt genoemd dat de radio-omroepverenigingen de programma's in de experimentele fase zullen verzorgen, maar omdat dit een periode betreft van slechts 2 jaar en er geen garanties worden gegeven voor de toekomst is de NCRV voorzichtig te veel tijd in de voobereidingen te steken. Daar komt bij dat de overheid de omroepen voor een groot deel van de kosten wil laten opdraaien.

In de NCRV-omroepgids van 22 september 1951 wordt eindelijk aangekondigd wanneer televisie werkelijk van start gaat: donderdag 2 oktober. De gidsstelt haar leden gerust dat het feit dat de AVRO, KRO en NCRV en VARA samenwerken onder het overkoepeldende NTS dit niet betekend dat er enkel gezamelijke programma’s verschijnen op de televisie. De NCRV gaat programma’s maken voor haar eigen zuil.