Wandelstok / straalspoelantenne: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 16: | Regel 16: | ||
| media = | | media = | ||
| gallery = | | gallery = | ||
| | | Beeld en Geluid archiefnummer = | ||
| externe_info = | | externe_info = | ||
}} | }} | ||
In de zendtechniek wordt in principe met twee oervormen voor de antenne gewerkt. De halve golf antenne (Hertz antenne/dipool)en de kwart golf antenne (Marconi antenne). Bij [[resonantie]] vertonen deze antennes het verschijnsel van “[[staande golven]]”; langs de antenne treden op bepaalde punten maxima en minima voor stroom en spanning op. Bij de Marconiantenne vormt zich een spanningmaximum aan het open einde en een stroommaximum aan het begin waar de antenne met de zender is verbonden. De golflengte van de zender is dan ongeveer vier keer de lengte van de antenne. | In de zendtechniek wordt in principe met twee oervormen voor de antenne gewerkt. De halve golf antenne (Hertz antenne/dipool)en de kwart golf antenne (Marconi antenne). Bij [[resonantie]] vertonen deze antennes het verschijnsel van “[[staande golven]]”; langs de antenne treden op bepaalde punten maxima en minima voor stroom en spanning op. Bij de Marconiantenne vormt zich een spanningmaximum aan het open einde en een stroommaximum aan het begin waar de antenne met de zender is verbonden. De golflengte van de zender is dan ongeveer vier keer de lengte van de antenne. | ||
Een straalspoel is een marconi antenne die tot een lange spoel is opgerold. Als zendantenne is deze nagenoeg onbruikbaar maar het verschijnsel staande golven is wel aanwezig. | Een straalspoel is een marconi antenne die tot een lange spoel is opgerold. Als zendantenne is deze nagenoeg onbruikbaar maar het verschijnsel staande golven is wel aanwezig. | ||
Regel 27: | Regel 28: | ||
Wij gaan ervan uit dat de wandelstok/straalspoel door Corver op deze wijze bij demonstraties werd gebruikt. De wandelstok/straalspoel bevat een ca. 70 cm lange glasstaaf die met dun koper-lakdraad is bewikkeld. De onderzijde van de spoel is verbonden met het metalen handvat van de wandelstok. Bij deze wandelstok behoort nog een tweede straalspoel die op het einde van de wandelstokspoel kan worden geschroefd waardoor deze voor andere golflengtes geschikt wordt. | Wij gaan ervan uit dat de wandelstok/straalspoel door Corver op deze wijze bij demonstraties werd gebruikt. De wandelstok/straalspoel bevat een ca. 70 cm lange glasstaaf die met dun koper-lakdraad is bewikkeld. De onderzijde van de spoel is verbonden met het metalen handvat van de wandelstok. Bij deze wandelstok behoort nog een tweede straalspoel die op het einde van de wandelstokspoel kan worden geschroefd waardoor deze voor andere golflengtes geschikt wordt. | ||
[[Category: | [[Category:Apparaat]] |
Versie van 12 jul 2013 09:13
Naam | straalspoelantenne |
Vervaardigd door | zelfbouwers |
In gebruik vanaf | eerste helft 20e eeuw |
In gebruik tot | |
Gewicht | een paar ons |
Trivia | gebruikt als demonstratieobject |
In de zendtechniek wordt in principe met twee oervormen voor de antenne gewerkt. De halve golf antenne (Hertz antenne/dipool)en de kwart golf antenne (Marconi antenne). Bij resonantie vertonen deze antennes het verschijnsel van “staande golven”; langs de antenne treden op bepaalde punten maxima en minima voor stroom en spanning op. Bij de Marconiantenne vormt zich een spanningmaximum aan het open einde en een stroommaximum aan het begin waar de antenne met de zender is verbonden. De golflengte van de zender is dan ongeveer vier keer de lengte van de antenne. Een straalspoel is een marconi antenne die tot een lange spoel is opgerold. Als zendantenne is deze nagenoeg onbruikbaar maar het verschijnsel staande golven is wel aanwezig. In de begintijd van de radiotechniek is deze straalspoel een geliefd demonstratie object. Wanneer hij is aangesloten op een krachtige vonkzender treden aan het vrije spoeleinde dusdanig hoge spanningen op dat er spectaculaire bliksemschichtachtige ontladingen plaats vinden. Bij minder hoge spanningen zijn de ontladingen in het donker als blauwe lichtverschijnselen zichtbaar. Het gebruik van een Geisslerse buis of een glimlamp maakte detectie van deze hoge spanningen ook zichtbaar.
Corver beschrijft ooit een straalspoeldemonstratie met de Geisslerse buis waarbij de straalspoel wordt afgestemd op de zender. Het ondereinde van de spoel wordt met behulp van een koperen handvat vastgehouden. Met een vinger van de andere hand strijkt men over de spoel in de richting van het vrije einde. De afstemming van de straalspoel wordt nu bepaald door het aantal windingen in het vrije gedeelte van de spoel. Wanneer de antenne in resonantie is met het zendersignaal zal de Geisslerse buis aan het einde van de spoel oplichten. De spanning is daar dan op zijn hoogst. Het gedeelte van de spoel dat zich bevindt tussen de schuivende vinger en het handvat functioneert niet meer als antenne, het is als het ware door het lichaam kortgesloten. Van dit effect wordt gebruik gemaakt bij toepassing van Lecherleidingen.
Wij gaan ervan uit dat de wandelstok/straalspoel door Corver op deze wijze bij demonstraties werd gebruikt. De wandelstok/straalspoel bevat een ca. 70 cm lange glasstaaf die met dun koper-lakdraad is bewikkeld. De onderzijde van de spoel is verbonden met het metalen handvat van de wandelstok. Bij deze wandelstok behoort nog een tweede straalspoel die op het einde van de wandelstokspoel kan worden geschroefd waardoor deze voor andere golflengtes geschikt wordt.