Platensnijder

Het maken van een vinyl grammofoonplaat begint met de opname. Meestal is deze op magneetband geregistreerd. Wanneer de band wordt afgespeeld wordt het signaal toegevoerd aan de platensnijder. Deze bestaat uit enkele belangrijke delen: de snijnaald, een afluisterdeel, en ook een voorziening om visuele controle van het resultaat mogelijk te maken.

Het proces van snijden gebeurt doordat de snijnaald onder invloed van het toegevoerde signaal bewegingen maakt. Bij stereo-opnames beweegt de snijnaald zich in twee vlakken, een voor links en een voor rechts. Om te zorgen dat de snijnaald zich netjes in een spiraal over de plaat beweegt wordt deze langzaam naar het midden van de plaat bewogen. De groeven moeten vlak naast elkaar liggen maar mogen elkaar niet raken. Om te zien of de afstand tussen twee naast elkaar liggende groeven correct is wordt dit met een soort microscoop gecontroleerd. Om de geluidskwaliteit te controleren is op de snijtafel ook een opnemerelement aangebracht dat als een gewone grammofoon de opname afspeelt.

Om eventuele verkeerde naaldbewegingen in het snijproces te voorkomen zijn er ook machines waar de snijnaald zich niet heen en weer beweegt. Het is namelijk mogelijk dat in het scharnierpunt van de arm een kleine onregelmatigheid zit waardoor deze een verkeerde beweging maakt. Om dit probleem te voorkomen is de snijtafel zodanig geconstrueerd dat de snijnaald zich in een vaste positie bevindt . Het draaiplateau waarop de te snijden plaat ligt beweegt tijdens het snijproces langzaam zijwaarts onder de snijbeitel door zodat er een mooie spiraalgroef ontstaat. Na het snijden wordt een visuele controle uitgevoerd zoals boven omschreven, evenals een luistertest. Daarna wordt van deze gesneden plaat een matrijs gemaakt waarmee de platenpers nieuwe platen maakt, tegenwoordig nog steeds de vinyl elpee.

Zie ook mobiele grammofoonplatensnijder.