Boud Smit: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 17: | Regel 17: | ||
}} | }} | ||
‘Mijn filmnalatenschap bestaat over een poosje voor de één uit een paar interessante items tussen een hoop rimram en voor de ander uit een compleet verhaal over iemand die in de tweede helft van de twintigste eeuw rondkeek, en erbij fantaseerde wat hij niet kon laten zien: een weerslag van waarneming en fictie dus. Een alibi om door te dringen tot in de keuken van het menselijk wezen.' Dit | ‘Mijn filmnalatenschap bestaat over een poosje voor de één uit een paar interessante items tussen een hoop rimram en voor de ander uit een compleet verhaal over iemand die in de tweede helft van de twintigste eeuw rondkeek, en erbij fantaseerde wat hij niet kon laten zien: een weerslag van waarneming en fictie dus. Een alibi om door te dringen tot in de keuken van het menselijk wezen.' Dit schrijft de Boud Smit in 1999 in een aan hem gewijde filmografie, uitgegeven door het NAA, voorloper van het huidige Beeld en Geluid. Het oeuvre van Boud Smit biedt een overzicht van 50 jaar Nederlandse filmgeschiedenis. Hij maakt zich het vak eigen door mee te werken aan producties en werkt zowel als scenarioschrijver, regisseur, cameraman, editor en producent. Boud Smit maakt een aantal vrije films en veel opdrachtfilms. | ||
Boud Smit | Boud Smit is de zoon van de musicus [[Theo Al Smit]]. Hoewel hij in 1935 wordt geboren, begint zijn jeugd volgens Boud pas wanneer de oorlog in 1945 voorbij is. De eerste films die hij ziet, zijn cowboyfilms die tijdens uitjes van zijn vaders kerkkoor vertoond worden. Op zijn veertiende jaar gaat hij naar het Gymnasium, maar voelt zich er niet op zijn plaats. Tijdens zijn schooltijd is Smit veel in de bioscoop te vinden en ook gaat hij vaak naar 'Filmliga-avonden'. Tijdens een van die vele filmavonden ziet hij de film ''The third man'' van Carol Reed, die grote indruk op hem maakt en hem de inspiratie geeft 'om iets met film te gaan doen'. | ||
Na het afronden van het Gymnasium Alfa heeft Boud Smit korte tijd sociologie gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Hij | Na het afronden van het Gymnasium Alfa heeft Boud Smit korte tijd sociologie gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Hij stopt met die studie en moet in militaire dienst. Gedurende deze periode heeft hij veel theorie gelezen over film. Aan het eind van zijn diensttijd is hij gaan solliciteren bij filmbedrijven in Nederland. Door gewoon in het telefoonboek te kijken bij 'film' en de betreffende mensen te bellen, komt hij uiteindelijk als volontair bij de Amsterdamse cameraman [[Wouter de Vries]] terecht. Daar bekleedt hij diverse functies, onder andere van koffiejongen en celluloidveger tot assistent van de tweede regisseur bij de film ''[[Operation Amsterdam]]''. Bij De Vries wordt hij tot camera assistent opgeleid en krijgt hij de kans om mee te werken aan allerlei speelfilms, zoals bijvoorbeeld ''[[Stranding]]'' van [[Louis van Gasteren]] en ''Spy in the Sky'' van William Lee Wilder. Na zeven maanden houdt Smit het echter voor gezien. | ||
Op 23-jarige leeftijd | Op 23-jarige leeftijd verhuist Smit naar Den Haag om het filmvak echt te leren. Hij huurt een kamer aan de Tweede Sweelinckstraat, de inspiratiebron voor de film ''[[Dingen die voorbijgaan]]''. Na weer een telefonische sollicitatieoverval te hebben gepleegd wordt hij leerling bij [[Carillon Films]] te Rijswijk. In de drie volgende jaren leert hij daar alles over het maken van films en reist hij de hele wereld over van locatie naar locatie. Naast het schrijven van scripts en het regisseren heeft hij in die periode vooral veel montage-ervaring opgedaan. Toch wil hij ook zelf iets doen en stort zich in de avonduren in de amateur-filmerij. Het is [[Emile Brumsteede]] die Smit naar de Haagse Amateur Filmclub haalt. Uit deze tijd dateert de 8mm amateurfilm ''[[Leontien]]'', over de Haagse Leontien Snel, die later wordt gecontracteerd als Blue Bell-girl in het Parijse Lido-theater. Na van mei 1958 tot en met augustus 1961 bij Carillon Films te hebben gewerkt, begint Boud Smit eind 1961 aan zijn loopbaan als zelfstandig cineast. Een van zijn eerste opdrachtgevers is de Nederlandse Emigratiedienst. Voor deze instantie maakt hij de films ''[[Holambra II]]'' en ''[[Carambei…en verder]]''. Hiervoor reist hij alleen twee maanden naar Brazilië, en maakt zelf een volledige productie. Van subsidie van het Ministerie van OK & W maakt hij de korte vrije film ''[[Acqua di Roma]]'' (1962). Deze film, over de rol van het water in de stad Rome, met prachtig camerawerk van [[Anton van Munster]] en [[Jan Oonk]], past in de traditie van de Hollandse documentaire school van die periode. | ||
Een van zijn volgende opdrachten | Een van zijn volgende opdrachten is afkomstig van het Intergovernmental Committee for European Migration (ICEM), waarvoor hij ''[[Onderweg]]'' en ''[[Vluchtelingen]]'' maakt. De film ''Onderweg'' is een filmisch reisverslag over het Armeense volk en de omstandigheden waarin Armeense vluchtelingen in tijdelijke opvangcentra in Libanon verkeren. Dit verslag wordt vervaardigd in het kader van de (postzegel) actie 'Bezegel hun vlucht'. Deze film is echter nooit vertoond. Omdat de kwestie politiek gezien zeer gevoelig ligt, heeft Israël er haar veto over uitgesproken. Tijdens een vrije dag gedurende dit Libanon-project heeft Smit materiaal geschoten van graven in Libanon en Armenië in de vorm van een ei. Dit is later gebundeld in de korte film ''[[Grafschrift van Byblos]]'' die als dagafsluiting bij de [[NCRV]] is vertoond. ''Vluchtelingen'' bestaat uit vier korte films over het leven van en de hulp aan Oost Europese vluchtelingen. Deze films worden uitgebracht ter ondersteuning van ICEM's internationale campagnes ten bate van vluchtelingenvervoer. | ||
Na de ICEM-films | Na de ICEM-films krijgt Boud Smit steeds meer aanbiedingen voor het maken van opdrachtfilms. Zo heeft hij onder andere opdrachten uitgevoerd voor verschillende omroepen, zoals de NCRV, Schooltelevisie ([[NOT]]) en de [[Wereldomroep|RNTV/Wereldomroep]]. Naast de omroepen spelen ook de diverse Ministeries een rol in de filmcarrière van Smit. Zo maakt hij bijvoorbeeld voor het Ministerie van CRM ''[[Klein bestel]]'' en voor het Ministerie van Justitie ''[[Uitspraak over veertien dagen]]''. | ||
Het oeuvre van Boud Smit is veelzijdig, het omvat 17 fictiefilms, 4 kunstzinnige films en van allerhande onderwerpen, zoals maatschappelijke, culturele, bedrijfsfilm of onderwijs. Bij elkaar | Het oeuvre van Boud Smit is veelzijdig, het omvat 17 fictiefilms, 4 kunstzinnige films en van allerhande onderwerpen, zoals maatschappelijke, culturele, bedrijfsfilm of onderwijs. Bij elkaar maakt hij ongeveer 70 films. Verder geeft hij les aan de Filmacademie en is actief binnen de Nederlandse Beroepsvereniging van Filmmakers. | ||
Boud Smit | Boud Smit combineert zijn filmvak met zijn hobby's toneelspelen en muziek maken. Voor een productie als ''[[Birds of Amsterdam]]'' schrijft hij een derde van de muziek. Hij heeft ook muziek gemaakt onder het pseudoniem [[Jan van Acquoy]], naar zijn latere woonplaats Acquoy in de Betuwe. Dit pseudoniem gebruikt hij voor de films ''[[Binnenste buiten]]'' en ''[[SV A/ROA]]''. Tot zijn dood speelt hij bij de muziekgroep Simpelhout. Het amateurtoneel, is altijd een belangrijk aspect geweest in het werk van Boud Smit. Als docent aan de Nederlandse Film en Televisie Academie (tussen 1969-1998) adviseert hij studenten om ook een periode bij het amateurtoneel te gaan spelen. Op die manier kunnen ze dan ervaring opdoen met het leiden/regisseren van mensen en ervaren hoe het voelt om geregisseerd te worden. | ||
In 1975 richt hij onder andere met zijn vrouw Paula toneelgroep GRAS op. Zij verzorgt voor een aantal producties de setdressing. Naast spelen en regisseren houdt Boud Smit zich ook bezig met schrijven voor toneel. Zo heeft hij het toneelstuk ''De kamer van meneer Jules'' over Jules Verne geschreven. Verder heeft hij nog enkele eenakters, een musical en een avondvullend toneelspel op zijn naam staan. In 1999 heeft hij ook nog een spektakelstuk gemaakt in opdracht van de stad Leerdam. Zijn eerste toneelervaring, vlak na de oorlog, is ''De tijden worden goed''. Deze revue wordt rond juni 1945 enkele keren in de Stadsschouwburg in Utrecht opgevoerd om de bevrijding te vieren. Boud Smits vader neemt het muzikale gedeelte voor zijn rekening en is dan ook de muzikale ster van de avond in de orkestbak van de Schouwburg. Eind jaren tachtig wordt deze revue nog eens opgevoerd en toen heeft Smit een reportage gemaakt over de bewoners van de wijk waar het stuk zich afspeelt, Wijk-C. | |||
Aan het eind van de twintigste eeuw is Boud Smit actief voor CAC Corporate Antropology Consultants. Deze organisatie is actief op het gebied van de bedrijfsantropologie. In 2007 regisseert hij nog het zelfgeschreven stuk "Sneeuwwitje Grote Meid" en is hij bezig met de voorbereiding van een film over China en een film over Design in Holland. De film over China zou over hem en zijn in China wonende broer Anton gaan. Anton is jaren ambassadeur in China. Beide plannen heeft Smit niet kunnen realiserem. | |||
[[category:personen|Smit, Boud]] [[category:auteur|Smit, Boud]] [[category:filmmaker|Smit, Boud]] | [[category:personen|Smit, Boud]] [[category:auteur|Smit, Boud]] [[category:filmmaker|Smit, Boud]] |
Versie van 18 mrt 2011 09:17
Naam | Boud Smit |
Geboren | Utrecht, 29 september 1935 |
Gestorven | Tiel, 14 November 2007 |
Functies | Filmmaker auteur |
Bekend van | Acqua di Roma, Dingen die voorbijgaan, Klein Bestel, Taal noch teken, Vogels van Amsterdam |
Periode actief | 1958-2007 |
Werkt samen met | Frans Bromet, Anton van Munster, Jan Musch, Jan Roelands |
Trivia | gebruikte het pseudoniem Jan van Acquoy als componist voor films |
Boud Smit in de media Oeuvre van Boud Smit |
‘Mijn filmnalatenschap bestaat over een poosje voor de één uit een paar interessante items tussen een hoop rimram en voor de ander uit een compleet verhaal over iemand die in de tweede helft van de twintigste eeuw rondkeek, en erbij fantaseerde wat hij niet kon laten zien: een weerslag van waarneming en fictie dus. Een alibi om door te dringen tot in de keuken van het menselijk wezen.' Dit schrijft de Boud Smit in 1999 in een aan hem gewijde filmografie, uitgegeven door het NAA, voorloper van het huidige Beeld en Geluid. Het oeuvre van Boud Smit biedt een overzicht van 50 jaar Nederlandse filmgeschiedenis. Hij maakt zich het vak eigen door mee te werken aan producties en werkt zowel als scenarioschrijver, regisseur, cameraman, editor en producent. Boud Smit maakt een aantal vrije films en veel opdrachtfilms.
Boud Smit is de zoon van de musicus Theo Al Smit. Hoewel hij in 1935 wordt geboren, begint zijn jeugd volgens Boud pas wanneer de oorlog in 1945 voorbij is. De eerste films die hij ziet, zijn cowboyfilms die tijdens uitjes van zijn vaders kerkkoor vertoond worden. Op zijn veertiende jaar gaat hij naar het Gymnasium, maar voelt zich er niet op zijn plaats. Tijdens zijn schooltijd is Smit veel in de bioscoop te vinden en ook gaat hij vaak naar 'Filmliga-avonden'. Tijdens een van die vele filmavonden ziet hij de film The third man van Carol Reed, die grote indruk op hem maakt en hem de inspiratie geeft 'om iets met film te gaan doen'.
Na het afronden van het Gymnasium Alfa heeft Boud Smit korte tijd sociologie gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Hij stopt met die studie en moet in militaire dienst. Gedurende deze periode heeft hij veel theorie gelezen over film. Aan het eind van zijn diensttijd is hij gaan solliciteren bij filmbedrijven in Nederland. Door gewoon in het telefoonboek te kijken bij 'film' en de betreffende mensen te bellen, komt hij uiteindelijk als volontair bij de Amsterdamse cameraman Wouter de Vries terecht. Daar bekleedt hij diverse functies, onder andere van koffiejongen en celluloidveger tot assistent van de tweede regisseur bij de film Operation Amsterdam. Bij De Vries wordt hij tot camera assistent opgeleid en krijgt hij de kans om mee te werken aan allerlei speelfilms, zoals bijvoorbeeld Stranding van Louis van Gasteren en Spy in the Sky van William Lee Wilder. Na zeven maanden houdt Smit het echter voor gezien.
Op 23-jarige leeftijd verhuist Smit naar Den Haag om het filmvak echt te leren. Hij huurt een kamer aan de Tweede Sweelinckstraat, de inspiratiebron voor de film Dingen die voorbijgaan. Na weer een telefonische sollicitatieoverval te hebben gepleegd wordt hij leerling bij Carillon Films te Rijswijk. In de drie volgende jaren leert hij daar alles over het maken van films en reist hij de hele wereld over van locatie naar locatie. Naast het schrijven van scripts en het regisseren heeft hij in die periode vooral veel montage-ervaring opgedaan. Toch wil hij ook zelf iets doen en stort zich in de avonduren in de amateur-filmerij. Het is Emile Brumsteede die Smit naar de Haagse Amateur Filmclub haalt. Uit deze tijd dateert de 8mm amateurfilm Leontien, over de Haagse Leontien Snel, die later wordt gecontracteerd als Blue Bell-girl in het Parijse Lido-theater. Na van mei 1958 tot en met augustus 1961 bij Carillon Films te hebben gewerkt, begint Boud Smit eind 1961 aan zijn loopbaan als zelfstandig cineast. Een van zijn eerste opdrachtgevers is de Nederlandse Emigratiedienst. Voor deze instantie maakt hij de films Holambra II en Carambei…en verder. Hiervoor reist hij alleen twee maanden naar Brazilië, en maakt zelf een volledige productie. Van subsidie van het Ministerie van OK & W maakt hij de korte vrije film Acqua di Roma (1962). Deze film, over de rol van het water in de stad Rome, met prachtig camerawerk van Anton van Munster en Jan Oonk, past in de traditie van de Hollandse documentaire school van die periode.
Een van zijn volgende opdrachten is afkomstig van het Intergovernmental Committee for European Migration (ICEM), waarvoor hij Onderweg en Vluchtelingen maakt. De film Onderweg is een filmisch reisverslag over het Armeense volk en de omstandigheden waarin Armeense vluchtelingen in tijdelijke opvangcentra in Libanon verkeren. Dit verslag wordt vervaardigd in het kader van de (postzegel) actie 'Bezegel hun vlucht'. Deze film is echter nooit vertoond. Omdat de kwestie politiek gezien zeer gevoelig ligt, heeft Israël er haar veto over uitgesproken. Tijdens een vrije dag gedurende dit Libanon-project heeft Smit materiaal geschoten van graven in Libanon en Armenië in de vorm van een ei. Dit is later gebundeld in de korte film Grafschrift van Byblos die als dagafsluiting bij de NCRV is vertoond. Vluchtelingen bestaat uit vier korte films over het leven van en de hulp aan Oost Europese vluchtelingen. Deze films worden uitgebracht ter ondersteuning van ICEM's internationale campagnes ten bate van vluchtelingenvervoer.
Na de ICEM-films krijgt Boud Smit steeds meer aanbiedingen voor het maken van opdrachtfilms. Zo heeft hij onder andere opdrachten uitgevoerd voor verschillende omroepen, zoals de NCRV, Schooltelevisie (NOT) en de RNTV/Wereldomroep. Naast de omroepen spelen ook de diverse Ministeries een rol in de filmcarrière van Smit. Zo maakt hij bijvoorbeeld voor het Ministerie van CRM Klein bestel en voor het Ministerie van Justitie Uitspraak over veertien dagen.
Het oeuvre van Boud Smit is veelzijdig, het omvat 17 fictiefilms, 4 kunstzinnige films en van allerhande onderwerpen, zoals maatschappelijke, culturele, bedrijfsfilm of onderwijs. Bij elkaar maakt hij ongeveer 70 films. Verder geeft hij les aan de Filmacademie en is actief binnen de Nederlandse Beroepsvereniging van Filmmakers.
Boud Smit combineert zijn filmvak met zijn hobby's toneelspelen en muziek maken. Voor een productie als Birds of Amsterdam schrijft hij een derde van de muziek. Hij heeft ook muziek gemaakt onder het pseudoniem Jan van Acquoy, naar zijn latere woonplaats Acquoy in de Betuwe. Dit pseudoniem gebruikt hij voor de films Binnenste buiten en SV A/ROA. Tot zijn dood speelt hij bij de muziekgroep Simpelhout. Het amateurtoneel, is altijd een belangrijk aspect geweest in het werk van Boud Smit. Als docent aan de Nederlandse Film en Televisie Academie (tussen 1969-1998) adviseert hij studenten om ook een periode bij het amateurtoneel te gaan spelen. Op die manier kunnen ze dan ervaring opdoen met het leiden/regisseren van mensen en ervaren hoe het voelt om geregisseerd te worden.
In 1975 richt hij onder andere met zijn vrouw Paula toneelgroep GRAS op. Zij verzorgt voor een aantal producties de setdressing. Naast spelen en regisseren houdt Boud Smit zich ook bezig met schrijven voor toneel. Zo heeft hij het toneelstuk De kamer van meneer Jules over Jules Verne geschreven. Verder heeft hij nog enkele eenakters, een musical en een avondvullend toneelspel op zijn naam staan. In 1999 heeft hij ook nog een spektakelstuk gemaakt in opdracht van de stad Leerdam. Zijn eerste toneelervaring, vlak na de oorlog, is De tijden worden goed. Deze revue wordt rond juni 1945 enkele keren in de Stadsschouwburg in Utrecht opgevoerd om de bevrijding te vieren. Boud Smits vader neemt het muzikale gedeelte voor zijn rekening en is dan ook de muzikale ster van de avond in de orkestbak van de Schouwburg. Eind jaren tachtig wordt deze revue nog eens opgevoerd en toen heeft Smit een reportage gemaakt over de bewoners van de wijk waar het stuk zich afspeelt, Wijk-C.
Aan het eind van de twintigste eeuw is Boud Smit actief voor CAC Corporate Antropology Consultants. Deze organisatie is actief op het gebied van de bedrijfsantropologie. In 2007 regisseert hij nog het zelfgeschreven stuk "Sneeuwwitje Grote Meid" en is hij bezig met de voorbereiding van een film over China en een film over Design in Holland. De film over China zou over hem en zijn in China wonende broer Anton gaan. Anton is jaren ambassadeur in China. Beide plannen heeft Smit niet kunnen realiserem.