Teletekst: verschil tussen versies

Uit B&G Wiki
(Een beschrijving van het onstaan en bestaan van NOS Teletekst.)
 
(tekstaanpassing naar tegenwoordige tijd (vaste stijl van de wiki) + indexering toegevoegd)
Regel 1: Regel 1:
Teletekst en Viditel, van origine Amerikaanse uitvindingen, kregen weinig voet aan wal in Amerika. In het voornamelijk kapitalistische Amerika zagen investeerders weinig toekomst in de nieuwe media. De Britse BBC daarentegen genoot overheidssteun en stelde daarom winst niet als hoogste doel. De BBC exploiteerde maar al te graag nieuwe media in de naam van ontwikkeling en innovatie. Teletekst en Viditel maakten het mogelijk voor de televisiekijkers om thuis informatie en nieuws op te vragen zonder afhankelijk te zijn van radio- en televisieprogrammering. Daarnaast kwam het nieuws ook nog eens veel sneller dan in de dagbladen. Viditel functioneerde daarin meer als encyclopedie en bood de ruimte aan duizenden pagina’s informatie. Dit ging ten koste van het overzicht, iets waar Teletekst zich in prijsde. De informatie op Teletekst was kort, overzichtelijk en werd zeer regelmatig geüpdatet. In het bijzonder het dynamische nieuws, zoals het weer, beursinformatie en sportuitslagen zijn nog steeds de meest bekeken Teletekst pagina’s. Ook bood het de mogelijkheid makkelijk en goedkoop ondertiteling aan te bieden. Kleinere landen die, om voornamelijk financiële redenen, geen gebruik maakten van nasynchronisatie konden met Teletekst ondertiteling verwerken in buitenlandse programma’s. Ook doven wonnen een stukje emancipatie met de live-ondertiteling die in het bijzonder bij nieuwsuitzendingen, en later ook bij andere programma’s, met Teletekstpagina 888 op te vragen was. Voorheen hadden zij te wachten op het journaal met doventolk, maar nu boden ondertiteling, maar ook de geschreven pagina’s van teletekst, uitkomst. Met deze ontwikkeling had de BBC de aandacht getrokken van de Nederlandse politiek en omroepen en stuurde zij in 1976 Martin Veenendaal en Jan Buddingh naar het BBC Television Centre om daar met de Schot Colin McIntyre de mogelijkheden van teletekst te bespreken. Veenendaal en Buddingh waren destijds actief bij de NOS en bij de zogeheten Kabelcommissie, deze commissie hield zich bezig met alle nieuwe ontwikkelingen via de kabel. McIntyre drukte Veenendaal en Buddingh hier op het hart Teletekst kort en simpel te houden, dat was volgens hem de grootste kracht van Teletekst.
===Ontstaan===


De komst van Teletekst bracht echter niet enkel enthousiasme met zich mee. Waar de NOS en de Kabelcommissie erg blij waren met dit nieuwe medium en het daarvan in de praktijk brengen, ontstond er echter met de komst van dit nieuwe medium ook een belangenconflict. Teletekst was een medium dat nieuwe mogelijkheden van nieuwslevering met zich meebracht en het mag dan ook niet tot verwondering leiden dat, naast allerlei andere omroepen op de televisie, het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) zich ook in het veld van dit nieuwe medium wilde begeven. Nieuwsleverancier ANP vond dat schriftelijke nieuwsverspreiding immers niet langs publieke omroepen zijn weg moest vinden, waarbij voorgetrokken met financiële steun van de overheid. Met de komst van Teletekst meende het ANP dat de pers de rechten in handen zouden moeten hebben. Het ANP voerde niet alleen zijn eigen strijd, maar ook die van de Nederlandse Dagbladen Pers (NDP). De dagbladen vreesden namelijk abonneeverlies omdat Teletekst primeurs veel eerder kon verspreiden. De redactie van Teletekst was vele malen sneller omdat er veel minder bij kwam kijken om een artikel te kunnen verspreiden en de dagbladen altijd moesten wachten tot de volgende dag. De dagbladen zagen niet alleen in dat zij geld konden verliezen aan het bestaan van Teletekst, maar ook dat zij er zelf geen geld aan konden verdienen. Adverteren was op Teletekst namelijk niet of amper mogelijk. Zij lieten hun belangenstrijd daarom voeren door het ANP.  
Teletekst en Viditel, van origine Amerikaanse uitvindingen, krijgen weinig voet aan wal in Amerika. In het voornamelijk kapitalistische Amerika zien investeerders weinig toekomst in de nieuwe media. De Britse BBC daarentegen geniet overheidssteun en stelt daarom winst niet als hoogste doel. De BBC exploiteert maar al te graag nieuwe media in de naam van ontwikkeling en innovatie. Teletekst en Viditel maken het mogelijk voor de televisiekijkers om thuis informatie en nieuws op te vragen zonder afhankelijk te zijn van radio- en televisieprogrammering. Daarnaast komt het nieuws ook nog eens veel sneller dan in de dagbladen. Viditel functioneert daarin meer als encyclopedie en biedt de ruimte aan duizenden pagina’s informatie. Dit gaat ten koste van het overzicht, iets waar Teletekst zich in prijst. De informatie op Teletekst is kort, overzichtelijk en wordt zeer regelmatig geüpdatet. In het bijzonder het dynamische nieuws, zoals het weer, beursinformatie en sportuitslagen zijn nog steeds de meest bekeken Teletekst pagina’s. Ook biedt het de mogelijkheid makkelijk en goedkoop ondertiteling aan te bieden. Kleinere landen die, om voornamelijk financiële redenen, geen gebruik maken van nasynchronisatie kunnen met Teletekst ondertiteling verwerken in buitenlandse programma’s. Ook doven winnen een stukje emancipatie met de live-ondertiteling die in het bijzonder bij nieuwsuitzendingen, en later ook bij andere programma’s, met Teletekstpagina 888 op te vragen is. Voorheen hebben zij moeten wachten op het journaal met doventolk, maar nu biedt ondertiteling, maar ook de geschreven pagina’s van teletekst, uitkomst. Met deze ontwikkeling heeft de BBC de aandacht getrokken van de Nederlandse politiek en omroepen. In 1976 worden Martin Veenendaal en Jan Buddingh naar het BBC Television Centre gestuurd om daar met de Schot Colin McIntyre de mogelijkheden van teletekst te bespreken. Veenendaal en Buddingh zijn destijds actief bij de [[NOS]] en bij de zogeheten Kabelcommissie. Deze commissie houdt zich bezig met alle nieuwe ontwikkelingen via de kabel. McIntyre drukt Veenendaal en Buddingh op het hart Teletekst kort en simpel te houden; dat is volgens hem de grootste kracht van Teletekst.


De onrust rond de situatie van teletekst valt ook weer te relativeren. De opvatting dat het ene medium het andere medium niet kan vervangen (zoals afkomstig van Marshall McLuhan), bleek ook hier zichzelf voor waar te bewijzen. Kranten zochten hun heil in een andere aanpak van nieuwsverschaffing en de remediatie bleek zowel hun vijand als hun vriend. Waar de remediatie door Teletekst namelijk betekende dat dit medium de functie overnam van de krant om één van de eerste brengers van het nieuws en nieuwsverspreiders te zijn, bleek voor de kranten remediatie tevens de verlosser. Een remediatie van het eigen medium was namelijk wat de kranten vormde tot het medium zoals in het heden bekend en was hun eigen redding: de Nederlandse dagbladen gingen verdieping aanbieden en leverden nu achtergrondinformatie. Ook het ANP was al snel tot sussen gebracht. In 1988 werd er door de Tweede Kamer de nieuwe mediawet ingevoerd. Deze wet verzorgde een samenwerkingsregeling voor het ANP en de NOS. De NOS werd gedwongen nieuws af te nemen van het ANP en was onder andere nog ’s nachts verantwoordelijk voor de Teletekst nieuwsredactie. Het ANP bleek minder snelheid te kunnen bieden dan de NOS en de samenwerking werd door toenmalig hoofdredacteur NOS Teletekst Frans Collignon dan ook vervelend en raar gevonden. Collignon wist via toenmalig Kamerlid Jeltje van Nieuwenhoven een motie in te dienen. Deze motie zorgde ervoor dat de verzorging van het Teletekstnieuws in 1995 weer volledig terugkwam bij de NOS. Tot op de dag van vandaag is teletekst bij de NOS gebleven en blijkt het een succesvol en veelbekeken medium in Nederland.
De komst van Teletekst brengt echter niet enkel enthousiasme met zich mee. Waar de NOS en de Kabelcommissie erg blij zijn met dit nieuwe medium en het daarvan in de praktijk brengen, ontstaat er echter met de komst van dit nieuwe medium ook een belangenconflict. Teletekst is een medium dat nieuwe mogelijkheden van nieuwslevering met zich meebrengt en het mag dan ook niet tot verwondering leiden dat, naast allerlei andere omroepen op de televisie, het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) zich ook in het veld van dit nieuwe medium wil begeven. Nieuwsleverancier ANP vindt dat schriftelijke nieuwsverspreiding immers niet langs publieke omroepen zijn weg moet vinden, waarbij voorgetrokken met financiële steun van de overheid. Met de komst van Teletekst meent het ANP dat de pers de rechten in handen moet hebben. Het ANP voert niet alleen zijn eigen strijd, maar ook die van de Nederlandse Dagbladen Pers (NDP). De dagbladen vrezen namelijk abonneeverlies omdat Teletekst primeurs veel eerder kan verspreiden. De redactie van Teletekst is vele malen sneller omdat er veel minder bij komt kijken om een artikel te kunnen verspreiden en de dagbladen altijd moeten wachten tot de volgende dag. De dagbladen zien niet alleen in dat zij geld kunnen verliezen aan het bestaan van Teletekst, maar ook dat zij er zelf geen geld aan kunnen verdienen. Adverteren is op Teletekst namelijk niet of amper mogelijk. Zij laten hun belangenstrijd daarom voeren door het ANP.
 
De onrust rond de situatie van Teletekst valt ook weer te relativeren. De opvatting dat het ene medium het andere medium niet kan vervangen (zoals afkomstig van Marshall McLuhan), blijkt ook hier zichzelf voor waar te bewijzen. Kranten zoeken hun heil in een andere aanpak van nieuwsverschaffing en de remediatie blijkt zowel hun vijand als hun vriend. Waar de remediatie door Teletekst namelijk betekent dat dit medium de functie overneemt van de krant om één van de eerste brengers van het nieuws en nieuwsverspreiders te zijn, blijkt voor de kranten remediatie tevens de verlosser. Een remediatie van het eigen medium is namelijk wat de kranten vormt tot het medium zoals in het heden bekend en is hun eigen redding: de Nederlandse dagbladen zijn verdieping gaan aanbieden en leveren nu achtergrondinformatie. Ook het ANP is al snel tot sussen gebracht. In 1988 wordt er door de Tweede Kamer de nieuwe mediawet ingevoerd. Deze wet verzorgt een samenwerkingsregeling voor het ANP en de NOS. De NOS wordt gedwongen nieuws af te nemen van het ANP en is onder andere nog ’s nachts verantwoordelijk voor de Teletekst nieuwsredactie. Het ANP blijkt minder snelheid te kunnen bieden dan de NOS en de samenwerking wordt door toenmalig hoofdredacteur NOS Teletekst Frans Collignon dan ook vervelend en raar gevonden. Collignon weet via toenmalig Kamerlid Jeltje van Nieuwenhoven een motie in te dienen. Deze motie zorgt ervoor dat de verzorging van het Teletekstnieuws in 1995 weer volledig terugkomt bij de NOS. Tot op de dag van vandaag is Teletekst bij de NOS gebleven en blijkt het een succesvol en veelbekeken medium in Nederland.
 
[[Category:Techniek]]

Versie van 12 apr 2013 05:48

Ontstaan

Teletekst en Viditel, van origine Amerikaanse uitvindingen, krijgen weinig voet aan wal in Amerika. In het voornamelijk kapitalistische Amerika zien investeerders weinig toekomst in de nieuwe media. De Britse BBC daarentegen geniet overheidssteun en stelt daarom winst niet als hoogste doel. De BBC exploiteert maar al te graag nieuwe media in de naam van ontwikkeling en innovatie. Teletekst en Viditel maken het mogelijk voor de televisiekijkers om thuis informatie en nieuws op te vragen zonder afhankelijk te zijn van radio- en televisieprogrammering. Daarnaast komt het nieuws ook nog eens veel sneller dan in de dagbladen. Viditel functioneert daarin meer als encyclopedie en biedt de ruimte aan duizenden pagina’s informatie. Dit gaat ten koste van het overzicht, iets waar Teletekst zich in prijst. De informatie op Teletekst is kort, overzichtelijk en wordt zeer regelmatig geüpdatet. In het bijzonder het dynamische nieuws, zoals het weer, beursinformatie en sportuitslagen zijn nog steeds de meest bekeken Teletekst pagina’s. Ook biedt het de mogelijkheid makkelijk en goedkoop ondertiteling aan te bieden. Kleinere landen die, om voornamelijk financiële redenen, geen gebruik maken van nasynchronisatie kunnen met Teletekst ondertiteling verwerken in buitenlandse programma’s. Ook doven winnen een stukje emancipatie met de live-ondertiteling die in het bijzonder bij nieuwsuitzendingen, en later ook bij andere programma’s, met Teletekstpagina 888 op te vragen is. Voorheen hebben zij moeten wachten op het journaal met doventolk, maar nu biedt ondertiteling, maar ook de geschreven pagina’s van teletekst, uitkomst. Met deze ontwikkeling heeft de BBC de aandacht getrokken van de Nederlandse politiek en omroepen. In 1976 worden Martin Veenendaal en Jan Buddingh naar het BBC Television Centre gestuurd om daar met de Schot Colin McIntyre de mogelijkheden van teletekst te bespreken. Veenendaal en Buddingh zijn destijds actief bij de NOS en bij de zogeheten Kabelcommissie. Deze commissie houdt zich bezig met alle nieuwe ontwikkelingen via de kabel. McIntyre drukt Veenendaal en Buddingh op het hart Teletekst kort en simpel te houden; dat is volgens hem de grootste kracht van Teletekst.

De komst van Teletekst brengt echter niet enkel enthousiasme met zich mee. Waar de NOS en de Kabelcommissie erg blij zijn met dit nieuwe medium en het daarvan in de praktijk brengen, ontstaat er echter met de komst van dit nieuwe medium ook een belangenconflict. Teletekst is een medium dat nieuwe mogelijkheden van nieuwslevering met zich meebrengt en het mag dan ook niet tot verwondering leiden dat, naast allerlei andere omroepen op de televisie, het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) zich ook in het veld van dit nieuwe medium wil begeven. Nieuwsleverancier ANP vindt dat schriftelijke nieuwsverspreiding immers niet langs publieke omroepen zijn weg moet vinden, waarbij voorgetrokken met financiële steun van de overheid. Met de komst van Teletekst meent het ANP dat de pers de rechten in handen moet hebben. Het ANP voert niet alleen zijn eigen strijd, maar ook die van de Nederlandse Dagbladen Pers (NDP). De dagbladen vrezen namelijk abonneeverlies omdat Teletekst primeurs veel eerder kan verspreiden. De redactie van Teletekst is vele malen sneller omdat er veel minder bij komt kijken om een artikel te kunnen verspreiden en de dagbladen altijd moeten wachten tot de volgende dag. De dagbladen zien niet alleen in dat zij geld kunnen verliezen aan het bestaan van Teletekst, maar ook dat zij er zelf geen geld aan kunnen verdienen. Adverteren is op Teletekst namelijk niet of amper mogelijk. Zij laten hun belangenstrijd daarom voeren door het ANP.

De onrust rond de situatie van Teletekst valt ook weer te relativeren. De opvatting dat het ene medium het andere medium niet kan vervangen (zoals afkomstig van Marshall McLuhan), blijkt ook hier zichzelf voor waar te bewijzen. Kranten zoeken hun heil in een andere aanpak van nieuwsverschaffing en de remediatie blijkt zowel hun vijand als hun vriend. Waar de remediatie door Teletekst namelijk betekent dat dit medium de functie overneemt van de krant om één van de eerste brengers van het nieuws en nieuwsverspreiders te zijn, blijkt voor de kranten remediatie tevens de verlosser. Een remediatie van het eigen medium is namelijk wat de kranten vormt tot het medium zoals in het heden bekend en is hun eigen redding: de Nederlandse dagbladen zijn verdieping gaan aanbieden en leveren nu achtergrondinformatie. Ook het ANP is al snel tot sussen gebracht. In 1988 wordt er door de Tweede Kamer de nieuwe mediawet ingevoerd. Deze wet verzorgt een samenwerkingsregeling voor het ANP en de NOS. De NOS wordt gedwongen nieuws af te nemen van het ANP en is onder andere nog ’s nachts verantwoordelijk voor de Teletekst nieuwsredactie. Het ANP blijkt minder snelheid te kunnen bieden dan de NOS en de samenwerking wordt door toenmalig hoofdredacteur NOS Teletekst Frans Collignon dan ook vervelend en raar gevonden. Collignon weet via toenmalig Kamerlid Jeltje van Nieuwenhoven een motie in te dienen. Deze motie zorgt ervoor dat de verzorging van het Teletekstnieuws in 1995 weer volledig terugkomt bij de NOS. Tot op de dag van vandaag is Teletekst bij de NOS gebleven en blijkt het een succesvol en veelbekeken medium in Nederland.