Zelfbouw variometer: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 5: | Regel 5: | ||
Het object dat zich in de Corvercollectie bevindt bestaat uit een vaste spoel met een diameter van 10,5 cm waarbinnen een tweede spoel van 9 cm kan draaien. De gemeten zelfinductie van elke spoel is ca. 80 microHenry. Afhankelijk van de wijze waarop de spoelen zich ten opzichte van elkaar bevinden varieert de zelfinductie van 40 microHenry tot 240 microHenry. | Het object dat zich in de Corvercollectie bevindt bestaat uit een vaste spoel met een diameter van 10,5 cm waarbinnen een tweede spoel van 9 cm kan draaien. De gemeten zelfinductie van elke spoel is ca. 80 microHenry. Afhankelijk van de wijze waarop de spoelen zich ten opzichte van elkaar bevinden varieert de zelfinductie van 40 microHenry tot 240 microHenry. | ||
De spoelen zijn gewikkeld op kartonnen kokers die met schellak zijn bestreken. Via verbindingspootjes kunnen de beide spoelen met draadjes aan elkaar gekoppeld worden. De gevonden zelfinductie-waarden suggereren een toepassing van de variometer in het gebied van 100 tot 500-meter golven. Het object heeft nummer | De spoelen zijn gewikkeld op kartonnen kokers die met schellak zijn bestreken. Via verbindingspootjes kunnen de beide spoelen met draadjes aan elkaar gekoppeld worden. De gevonden zelfinductie-waarden suggereren een toepassing van de variometer in het gebied van 100 tot 500-meter golven. Het object heeft nummer 2318 | ||
[[Category:Techniek]] | [[Category:Techniek]] |
Versie van 8 jul 2013 09:15
Een variometer is een variabele zelfinductie. De variatie wordt verkregen door middel van een stelsel van twee spoelen waarvan de onderlinge beïnvloeding, de koppeling, kan worden gewijzigd. Door beide spoelen ook nog zowel in serie (achter elkaar geschakeld) als parallel (naast elkaar) geschakeld te gebruiken ontstaat een groot zelfinductie-bereik.
Variometers worden tot het midden van de jaren ’20 van de vorige eeuw gebruikt als afstemspoel in radio-ontvangtoestellen. Na nog jaren te zijn gebruikt als variabele antenneverlengspoel raakt de variometer in onbruik.
Het object dat zich in de Corvercollectie bevindt bestaat uit een vaste spoel met een diameter van 10,5 cm waarbinnen een tweede spoel van 9 cm kan draaien. De gemeten zelfinductie van elke spoel is ca. 80 microHenry. Afhankelijk van de wijze waarop de spoelen zich ten opzichte van elkaar bevinden varieert de zelfinductie van 40 microHenry tot 240 microHenry.
De spoelen zijn gewikkeld op kartonnen kokers die met schellak zijn bestreken. Via verbindingspootjes kunnen de beide spoelen met draadjes aan elkaar gekoppeld worden. De gevonden zelfinductie-waarden suggereren een toepassing van de variometer in het gebied van 100 tot 500-meter golven. Het object heeft nummer 2318