LED: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Een led is een bekend verschijnsel. De drie letters staan voor het Engelse Light Emitting Diode, licht uitstralende diode. Een heel belangrijke eigenschap van d...') |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 2: | Regel 2: | ||
Al aan het begin van de twintigste eeuw ontdekte de Britse technicus H.J. Round dat het mogelijk is een kristaldetector licht te laten geven als er een elektrische spanning op wordt gezet. De werking berust op het feit dat de led een paar punten heeft die elektrisch elkaars tegenpolen zijn, een negatieve en een positieve kant. Aan de negatieve kant bevinden zich extra elektronen, dit is de N kant. Aan de ander kant, de P kant is de lading positief. Op het raakvlak van beide kanten bevindt zich door de wisselwerking tussen de twee een bijzondere zone waar elektronen niet zo maar kunnen komen, er vindt daar geen geleiding plaats. Door de minpool, de negatieve kant, van een gelijkstroombron aan de N kant wordt aan te sluiten en de plus aan de P kant van de led, zullen er elektronen gaan stromen en de positieve deeltjes ontmoeten. Hierdoor wordt de tussengelegen zone steeds kleiner. Wanneer een N deeltje reageert met een P deeltje, verliest dit deeltje energie die wordt afgegeven in de vorm van een foton. Veel van deze fotonen vormen samen een lichtstraal. De led geeft licht. De kleur van het uitgestraalde licht is afhankelijk van het materiaal waarmee de led is opgebouwd en de afmeting van de tussenlaag. | Al aan het begin van de twintigste eeuw ontdekte de Britse technicus H.J. Round dat het mogelijk is een kristaldetector licht te laten geven als er een elektrische spanning op wordt gezet. De werking berust op het feit dat de led een paar punten heeft die elektrisch elkaars tegenpolen zijn, een negatieve en een positieve kant. Aan de negatieve kant bevinden zich extra elektronen, dit is de N kant. Aan de ander kant, de P kant is de lading positief. Op het raakvlak van beide kanten bevindt zich door de wisselwerking tussen de twee een bijzondere zone waar elektronen niet zo maar kunnen komen, er vindt daar geen geleiding plaats. Door de minpool, de negatieve kant, van een gelijkstroombron aan de N kant wordt aan te sluiten en de plus aan de P kant van de led, zullen er elektronen gaan stromen en de positieve deeltjes ontmoeten. Hierdoor wordt de tussengelegen zone steeds kleiner. Wanneer een N deeltje reageert met een P deeltje, verliest dit deeltje energie die wordt afgegeven in de vorm van een foton. Veel van deze fotonen vormen samen een lichtstraal. De led geeft licht. De kleur van het uitgestraalde licht is afhankelijk van het materiaal waarmee de led is opgebouwd en de afmeting van de tussenlaag. | ||
Het stroomverbruik van een led wordt niet gemeten in ampères maar in milliampères. Een kleine led kan op zes volt worden aangesloten via een weerstand zodat er een stroom door loopt van ongeveer 45 mA. De weerstand wordt berekend met de Wet van Ohm, v=i.r 6=0,045 x r. (r= weerstand in ohms). | Het stroomverbruik van een led wordt niet gemeten in ampères maar in milliampères. Een kleine led kan op zes volt worden aangesloten via een weerstand zodat er een stroom door loopt van ongeveer 45 mA. De weerstand wordt berekend met de Wet van Ohm, v=i.r 6=0,045 x r. (r= weerstand in ohms). | ||
De led krijgt steeds bredere toepassing. Behalve voor verlichting( thuis, op auto's en zaklampen) worden de leds toegepast als indicatielampjes en in het inmiddels veelgebruikte [[ | De led krijgt steeds bredere toepassing. Behalve voor verlichting( thuis, op auto's en zaklampen) worden de leds toegepast als indicatielampjes en in het inmiddels veelgebruikte [[LED scherm]]. | ||
[[Categorie:Techniek]] | [[Categorie:Techniek]] |
Versie van 26 jun 2017 10:21
Een led is een bekend verschijnsel. De drie letters staan voor het Engelse Light Emitting Diode, licht uitstralende diode. Een heel belangrijke eigenschap van de led is het geringe energieverbruik bij een hoge lichtopbrengst. Dat is de reden dat de ledverlichting aan een snelle opmars bezig is. Al aan het begin van de twintigste eeuw ontdekte de Britse technicus H.J. Round dat het mogelijk is een kristaldetector licht te laten geven als er een elektrische spanning op wordt gezet. De werking berust op het feit dat de led een paar punten heeft die elektrisch elkaars tegenpolen zijn, een negatieve en een positieve kant. Aan de negatieve kant bevinden zich extra elektronen, dit is de N kant. Aan de ander kant, de P kant is de lading positief. Op het raakvlak van beide kanten bevindt zich door de wisselwerking tussen de twee een bijzondere zone waar elektronen niet zo maar kunnen komen, er vindt daar geen geleiding plaats. Door de minpool, de negatieve kant, van een gelijkstroombron aan de N kant wordt aan te sluiten en de plus aan de P kant van de led, zullen er elektronen gaan stromen en de positieve deeltjes ontmoeten. Hierdoor wordt de tussengelegen zone steeds kleiner. Wanneer een N deeltje reageert met een P deeltje, verliest dit deeltje energie die wordt afgegeven in de vorm van een foton. Veel van deze fotonen vormen samen een lichtstraal. De led geeft licht. De kleur van het uitgestraalde licht is afhankelijk van het materiaal waarmee de led is opgebouwd en de afmeting van de tussenlaag. Het stroomverbruik van een led wordt niet gemeten in ampères maar in milliampères. Een kleine led kan op zes volt worden aangesloten via een weerstand zodat er een stroom door loopt van ongeveer 45 mA. De weerstand wordt berekend met de Wet van Ohm, v=i.r 6=0,045 x r. (r= weerstand in ohms). De led krijgt steeds bredere toepassing. Behalve voor verlichting( thuis, op auto's en zaklampen) worden de leds toegepast als indicatielampjes en in het inmiddels veelgebruikte LED scherm.