Wim van der Velde: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 21: | Regel 21: | ||
Als Wim van der Velde in 1957 debuteert met de documentaire ''[[Stervende taal]]'', heeft hij al enige filmervaring. In 1948 deed hij de productie bij de tweedelige film ''[[Boer Pietersen schoot in de roos]]'' van [[Ytzen Brusse]] over het effect van de Marshallhulp. Hij was cameraman bij ''[[Hallo, hallo, hier R.P. 10]]'' van [[Peter Staugaard]], had het scenario geschreven voor ''[[Slaet Opten Trommele]]'' van [[Mannus Franken]] en was algemeen assistent bij [[Bert Haanstra|Bert Haanstra's]] ''[[Spiegel van Holland]]''. Zijn carrière zou nauw verweven blijven met deze personen. | Als Wim van der Velde in 1957 debuteert met de documentaire ''[[Stervende taal]]'', heeft hij al enige filmervaring. In 1948 deed hij de productie bij de tweedelige film ''[[Boer Pietersen schoot in de roos]]'' van [[Ytzen Brusse]] over het effect van de Marshallhulp. Hij was cameraman bij ''[[Hallo, hallo, hier R.P. 10]]'' van [[Peter Staugaard]], had het scenario geschreven voor ''[[Slaet Opten Trommele]]'' van [[Mannus Franken]] en was algemeen assistent bij [[Bert Haanstra|Bert Haanstra's]] ''[[Spiegel van Holland]]''. Zijn carrière zou nauw verweven blijven met deze personen. | ||
Van der Velde volgt een filmopleiding in Rome met een beurs van de overheid. In 1957 maakt hij ook zijn eerste speelfilm ''[[Tros]]'', met amateuracteurs. Zijn lef wordt geprezen, | Van der Velde volgt een filmopleiding aan het Centro Sperimentale di Cinematografia in Rome met een beurs van de overheid. In 1957 maakt hij ook zijn eerste speelfilm ''[[Tros]]'', met amateuracteurs. Zijn lef wordt geprezen, maar het spel van de amateurs wordt ondermaats genoemd. | ||
Na ''Stervende taal'', een opdrachtfilm voor Stichting Film en Wetenschap over | Na ''Stervende taal'', een opdrachtfilm voor Stichting Film en Wetenschap over een gebarentaal voor doofstommen die in onbruik raakt, volgen meer opdrachtfilms. Zo is er ''[[Wil om te winnen]]'' (1960) voor de Nederlandse Vereniging tot Reumabestrijding, ''[[Vrije vaart]]'' (1963) voor het Koninklijk Zeemanscollege De Groninger Eendracht, ''[[Niet genoeg]]'' (1968) in opdracht van de OESO en ''[[Voorbij het verleden]]'' (1973) voor het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Waar Van der Velde in ''Stervende taal'' een relatie legt tussen gebaren van horen in een lawaaiige omgeving en gebaren van doofstommen, zo maakt hij in ''Wil om te winnen'' een vergelijking tussen revalidatie van sporters en mensen met reuma. | ||
[[Category:personen|Velde, Wim van der]] [[Category:Documentairemaker |Velde, Wim van der]] [[Category:Filmmaker |Velde, Wim van der]] | [[Category:personen|Velde, Wim van der]] [[Category:Documentairemaker |Velde, Wim van der]] [[Category:Filmmaker |Velde, Wim van der]] |
Versie van 12 okt 2018 09:22
Naam | Wim van der Velde |
Geboren | , 1927 |
Functies | documentairemaker, filmmaker |
Bekend van | Stervende taal, Tros, Wil om te winnen, Een wand, Niet genoeg |
Periode actief | 1948-1992 |
Werkt samen met | Ytzen Brusse, Piet van Moock, Bert Haanstra |
Trivia | Trivia |
Gallery | Gallery |
Wim van der Velde in de media Oeuvre van Wim van der Velde |
Als Wim van der Velde in 1957 debuteert met de documentaire Stervende taal, heeft hij al enige filmervaring. In 1948 deed hij de productie bij de tweedelige film Boer Pietersen schoot in de roos van Ytzen Brusse over het effect van de Marshallhulp. Hij was cameraman bij Hallo, hallo, hier R.P. 10 van Peter Staugaard, had het scenario geschreven voor Slaet Opten Trommele van Mannus Franken en was algemeen assistent bij Bert Haanstra's Spiegel van Holland. Zijn carrière zou nauw verweven blijven met deze personen.
Van der Velde volgt een filmopleiding aan het Centro Sperimentale di Cinematografia in Rome met een beurs van de overheid. In 1957 maakt hij ook zijn eerste speelfilm Tros, met amateuracteurs. Zijn lef wordt geprezen, maar het spel van de amateurs wordt ondermaats genoemd.
Na Stervende taal, een opdrachtfilm voor Stichting Film en Wetenschap over een gebarentaal voor doofstommen die in onbruik raakt, volgen meer opdrachtfilms. Zo is er Wil om te winnen (1960) voor de Nederlandse Vereniging tot Reumabestrijding, Vrije vaart (1963) voor het Koninklijk Zeemanscollege De Groninger Eendracht, Niet genoeg (1968) in opdracht van de OESO en Voorbij het verleden (1973) voor het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Waar Van der Velde in Stervende taal een relatie legt tussen gebaren van horen in een lawaaiige omgeving en gebaren van doofstommen, zo maakt hij in Wil om te winnen een vergelijking tussen revalidatie van sporters en mensen met reuma.