Ondernemen & fraudepreventie: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 32: | Regel 32: | ||
Een deel van de financiering van het programma kwam van een subsidie van het Ministerie van Justitie. | Een deel van de financiering van het programma kwam van een subsidie van het Ministerie van Justitie. | ||
---- | |||
[[category:Productielijst O|Ondernemen en fraudepreventie]] | [[category:Productielijst O|Ondernemen en fraudepreventie]] | ||
Huidige versie van 8 dec 2010 om 16:07
Periode | 1998 |
Beschikbaar in archief | Beeld en Geluid |
Genre | Informatief |
Decennia | 1990-1999 |
Lengte | 30’ |
Medium | televisie |
Beschrijving
Zoals blijkt uit de titel richt het televisieprogramma ondernemen & fraudepreventie zich op het informeren van de kijker over verschillende manieren van fraude. Na een algemene introductie, waarin een situatieschets van fraude in Nederland wordt gegeven, richt het programma zich op een specifiek onderwerp, bijvoorbeeld fraude met betaalmiddelen. Het programma maakt niet alleen gebruik van eigen materiaal maar toont ook in sommige gevallen materiaal uit archieven van onder andere NOVA.
Na de introductie van het specifieke onderwerp worden betrokkenen geïnterviewd die te maken hebben gehad met het soort fraude dat in de aflevering naar voren komt. Na het item is er een nagesprek met een deskundige in de studio. Vervolgens wordt een gast in het publiek gevraagd naar zijn ervaringen in de praktijk, vervolgens krijgt een andere partij kans om daar op te reageren. In het geval van fraude met betaalmiddelen kwam de verstrekker van de creditkaart aan het woord. Het programma wordt afgesloten door de deskundige om zijn oordeel te vragen met betrekking tot het gesprek in de studio.
Makers
Presentatie Roeland Kooijmans
Eindredactie Hannie van Baren
Achtergrond informatie
Bij de televisieserie ondernemen & fraudepreventie hoort een cursusboek van o.a. Alle Wielenga met de titel: Ondernemen en fraudepreventie, aflevering 1 t/m 4. De titels van de afleveringen zijn: "Fraude met betaalmiddelen", "Fraude in het handelsverkeer", "Interne fraude" en "De rol van de ondernemer".
Een deel van de financiering van het programma kwam van een subsidie van het Ministerie van Justitie.