Ed van Westerloo
Naam | Edmundus Johannes Wilhelmus van Westerloo |
Geboren | Amsterdam, 17 juni 1938 |
Functies | redacteur, eindredacteur, hoofdredacteur, Omroepbestuurder |
Bekend van | Brandpunt, NOS Journaal, Den Haag Vandaag |
Periode actief | 1964-heden |
Ed van Westerloo in de media Oeuvre Ed van Westerloo |
Het Sint Ignatiuscollege (HBS-a) betekent Ed's kennismaking met de journalistiek. Op deze school raakt hij bevriend met de zoon van Paul de Waard, hoofdredacteur bij het katholieke dagblad Het Centrum. De Waard sr is ook geregeld op de radio te beluisteren als politiek commentator van de KRO. Journalist worden is vanaf dan zijn wens: een plaats op de eerste rij en een kijk in/op een andere wereld. Ed volgt in 1956-1957 de cursus journalistiek van de faculteit politieke en sociale wetenschappen van de Universiteit van Amsterdam.
Zijn journalistieke loopbaan begint in 1958 als redacteur bij het ANP. Hij maakt deel uit van diverse redacties. Hij is ondermeer correspondent in het voormalig Nieuw-Guinea. Ed is goed in zijn werk en J.M. Lücker, hoofdredacteur van de Volkskrant biedt hem een baan aan. Ed slaat het aanbod echter af. Hij heeft zijn zinnen gezet op een baan bij de televisie, het nieuwe medium
Ed wordt in 1964 gevraagd bij de redactie van Brandpunt, het nieuwe actualiteitenprogramma van de KRO, te komen werken. Hij vervult deze functie zeven jaar lang. Bij Brandpunt worden voor de tijd moderne, uitgesproken items gemaakt. De geest van de jaren ’60 maakt hem en zijn collega-verslaggevers als Aad van den Heuvel en Ad Langebent angry young men. De berichtgeving is schokkend en prikkelend. Later zal Ed trots terugkijken op zijn Brandpunt-jaren. Het zijn jaren waarin hij als verslaggever de wereld afreist. Hij heeft naar eigenzeggen "heel wat hongersnoden en natuurrampen afgereisd. En dan probeerde je een heel klein beetje duidelijk te maken dat er toch wat aan te doen is. Dat er in Bangladesh geen 300.000 mensen hoeven te verdrinken als er een soort vloedmeldingssysteem was. Ik geloof wel dat er een gevaar in zit als mensen te vaak en te oppervlakkig geconfronteerd worden met de ellende in de wereld. Dat werkt averechts."
Bekende reportages van Van Westerloo voor “Brandpunt” zijn ondermeer: 2,5 uur durende reportage over de oorlog in Vietnam (de eerste in zijn soort), een groot interview met de Indonesische president Soekarno vlak voor diens afzetting; reportage over Nieuw-Guinea in het voor dit land cruciale jaar 1968.
In 1971 wordt hij hoofdredacteur van dezelfde rubriek en volgt Jacques Grijpink op. Voordeel van zijn nieuwe functie is dat Ed, die gezinsuitbreiding heeft gekregen, niet meer 200 dagen per jaar hoeft te reizen. Dat hij niet meer op het scherm verschijnt, vindt hij geen bezwaar; hij heeft weinig met die vorm van bekendheid. In zijn functie van hoofdredacteur is Edvoorzitter van de NOS Werkgroep actualiteiten, het overlegorgaan van vertegenwoordigers van informatieve televisieprogramma’s. Hij is dit drieëneenhalf jaar, tot zijn benoeming als hoofdredacteur van Het journaal.
Op 1 januari 1976 gaat Ed als hoofdredacteur van het NOS journaal aan de slag. Hij is voor de functie gepolst, nadat medewerkers en leiding een inspraak-procedure hebben doorlopen. In Ed wordt iemand gezien, die als weinig anderen de weg in Hilversum kent. Ook is het een man zonder een uitgesproken partij-politieke voorkeur. Hij volgt de al eerder vertrokken Dick Simons op. Zowel de journaalredactie als de NOS-leiding toont zich gelukkig met zijn komst. Ed zal negen jaar hoofdredacteur van Het Journaal blijven. Daarmee kiest hij voor wat hij noemt: “Het belangrijkste journalistieke product dat er in Nederland wordt gemaakt”. Veel mensen vinden Het journaal de belangrijkste en betrouwbaarste bron van informatie. Ed zelf beschouwt het journaal als een hoeksteen van de democratie.
Ed heeft grootse plannen voor Het Journaal. Hij wil het programma een sterkere sociale, politieke en economische basis geven. Bovenal moet het journaal journalistieker en levendiger worden. Hem staat een langer journaal voor ogen: met een duur van 25 minuten (wat pas later gerealiseerd wordt). Kunst, cultuur en sport moeten een plaats krijgen. Binnen de binnenlandse verslaggeving moeten verder onderwijs en milieu nieuwe specialismen gaan vormen. Ook de toon moet anders. Alles moet begrijpelijker worden. Feiten moeten niet sec worden aangeboden maar middels achtergrondinformatie van een context voorzien.
Wat blijft is het streven naar objectiviteit. Ed verwacht van zijn redacteuren, dat zij hun vooroordelen kunnen uitschakelen. Beroepskijkers geven aan dat het journaal met de komst van Ed in hun ogen volwassen geworden is. Alerter, harder en strakker, maar ook zwaar, serieus en weinig opgewekt. Het journaal treedt zo het domein van de actualiteitenprogramma’s binnen, wat tot spanning leidt. Ed ziet erop toe dat de leeftijd van de Journaalmedewerkers drastisch omlaag gebracht wordt. Ook komt er een Jeugdjournaal tot stand.
In 1978 wordt Ed hoofdredacteur van Den Haag Vandaag. Journaal en Den Haag Vandaag blijven wel aparte rubrieken, al worden de programma’s in dagelijks werkoverleg op elkaar afgestemd. De redactie van Den Haag Vandaag protesteert hiertegen en dreigt met ontslag en bloc. Hun vrees, dat het Journaal en Den Haag Vandaag in elkaar opgaan, is voorbarig. Van Westerloo weet met een discussie-nota de gemoederen te bedaren.
Ed moet de onpartijdigheid van het journaal ook bewaken bij de affaire-Schwietert uit 1982. Den Haag vandaag-presentator Charles Schwietert wordt tot ieders verrassing als staatssecretaris voor de VVD benoemd. Ook diens ontslag, dat kort daarop volgt omdat Schwietert zijn curriculum heeft aangedikt, werpt een smet op de kwaliteit van de Journaal-redactie. Ed treedt naar buiten om zijn beleid te verdedigen.
Op 1 april 1985 wordt Van Westerloo hoofd Dienst Televisie Programma van de NOS. Hij volgt Carel Enklaar op als hoogste programmabaas. Hij begint met zijn nieuw functie in een tijd waarin de NOS drastisch verandert. De grote moloch wordt opgedeeld in twee onderdelen: een zelfstandig Facilitair Bedrijf en een zelfstandige Programma Stichting. Met dit laatste krijgt Van Westerloo te maken.
Van Westerloo geeft in 1988 leiding aan de totstandkoming van het derde publieke televisienet. Het is een proces dat hem ‘bloed, zweet en tranen kost’. Nadat de nieuwe zenderindeling op papier is gezet, moet Van Westerloo ervoor zorgen dat het BBC-achtige model ook werkelijkheid wordt. Het derde net maakt dat omroepen zich ondergeschikt moeten maken aan de zogeheten netidentiteit. Van Westerloo verwacht op den duur de opheffing van de verzuiling op Nederland 3, dat in deze fase ‘bespeeld’ wordt door de niet ledengebonden zendgemachtigden. Dat gaat niet probleemloos: “Iedereen is bang. Dat is eigen aan een tussenfase”.
Op 1 oktober 1988 wordt Van Westerloo directeur televisie van de NOS. Hij kan zich nog geen duaal stelsel (publieke televisie naast commerciële) voorstellen. Maakt zich zorgen om Nederland 3, wanneer de nieuwe zender in de aanloop minder kijkers trekt dan verwacht.
Van Westerloo is als NOS-directeur ‘groothandelaar in evenementen’. Hij onderhandelt over de aankoop van uitzendrechten van sportevenementen, vooral betaald voetbal, schaatswedstrijden e.d. Het is een snel groeiende uitgavenpost bij de NOS. Er zijn commerciële mededingers, als eerste Filmnet, Veronique volgt, daarna RTL. Het lukt Van Westerloo, de gewenste tvrechten te verwerven. En omdat de rechten voor programma’s toch binnen zijn, wordt besloten meer sport uit te zenden. In de jaren die volgen, blijkt het plafond van het gebodene steeds hoger. De evenementen gaan meer kosten dan voorzien.
Van Westerloo is als NOS-directeur ‘groothandelaar in evenementen’. Hij onderhandelt over de aankoop van uitzendrechten van sportevenementen, vooral betaald voetbal, schaatswedstrijden e.d. Het is een snel groeiende uitgavenpost bij de NOS. Er zijn commerciële mededingers, als eerste Filmnet, Veronique volgt, daarna RTL. Het lukt Van Westerloo, de gewenste tvrechten te verwerven. En omdat de rechten voor programma’s toch binnen zijn, wordt besloten meer sport uit te zenden. In de jaren die volgen, blijkt het plafond van het gebodene steeds hoger. De evenementen gaan meer kosten dan voorzien.
De komst van “NOS-Laat”, later NOVA, is een concreet voorbeeld van Van Westerloos succesvolle onderhandelen. De dagelijkse actualiteitenrubriek moet met veel moeite voor elkaar worden gebokst. Ondanks de commotie bij de komst van NOS-laat is Van Westerloo ervan overtuigd dat het programma bij een volwassen omroep hoort.
In zijn nieuwe functie is Van Westerloo de aangewezen figuur om kroonprins Willem-Alexander voor het eerst te interviewen. Willem-Alexander openbaart in het gesprek zijn plannen voor de komende jaren ter voorbereiding op het koningschap. Ook geeft hij zijn opvattingen op het koningschap, vertelt over zijn groei naar de aanvaarding van zijn toekomstige functie en schetst zijn persoonlijkheid. Het interview wordt op 10 november 1993 uitgezonden.
Van Westerloo verzet zich tegen de plannen tot opsplitsing van de NOS in NOS en NPS. De NOS krijgt in die plannen servicetaken toebedeeld (nieuws, sport en actualiteiten); de NPS krijgt de culturele, informatieve en educatieve programma’s. Met name is Van Westerloo tegen het opdelen van programma’s en personeel. ‘Het lijkt een geforceerde constructie, die splitsing, geboren in de mallemolen van de oproeppolitiek’. Hij wil de positie van de NOS in bescherming nemen en waarschuwt de omroepen ‘niet te zagen aan de wortel van de boom, in de schaduw waarvan ze zich koesteren.’
Van Westerloo stoort zich eraan, dat het in Hilversum naar zijn zeggen in de negentiger jaren steeds meer om geld, zendtijd, macht en commerciële concurrentie lijkt te gaan. ‘Ook het omroepbestel zelf is verpolitiekt’. Er zijn opeenvolgende pogingen om de invloed van de NOS in te dammen. Ook de komst van drs. Max de Jong, interimvoorzitter van de NOS, in 1991, maakt hieraan geen einde. Van Westerloo kan zich goed vinden in De Jongs zakelijke redenatie en a-politieke opstelling, waarmee hij in Hilversum een cultuurbreuk probeert te veroorzaken.
Als NOS-directeur waakt Van Westerloo over de staatsinvloed op de NOS. ‘We hoeven maar een deur verder te gaan en we zien wat het is. De BRT is zo’n [staats]omroep. Van invloed van de overheid op televisieprogramma’s is in Nederland geen sprake. Den Haag Vandaag wordt niet gehinderd door coalitiewisselingen.’
Eind 1994 vertrekt Van Westerloo als reactie op de splitsing van NOS en NPS, nadat de Tweede Kamer de plannen daartoe goedkeurde. Om de NOS op Nederland 3 met Vara en VPRO te laten samenwerken, is een programma-organisatie (NPS) zonder andere belangen vereist. Van Westerloo wijt deze ingrijpende reorganisatie aan VARA-voorzitter Marcel van Dam.
Hij kan zich niet met de verandering verzoenen. Hoe de ontbinding van Van Westerloo’s contract is geregeld, blijft geheim. In december ’94 neemt hij afscheid. Bij dit afscheid waarschuwt hij voor de vergrote commerciële druk op de publieke omroepen: kijkcijfers en reclameblokken gaan zijns inziens het beeld bepalen. De toekomst van de Nederlandse omroep ziet hij met gemengde gevoelens tegemoet. Hij vraagt zich af wat een klein land als Nederland moet met drie publieke netten, een heel stel commerciële stations, abonnee-televisie en op termijn ook nog betaal-tv. ‘De samenleving zal straks moeten bepalen wat we willen en wat we het domein van de publieke omroep vinden.’
Van Westerloo gaat niet met pensioen. Hij bekleedt een aantal functies bij de Europese Omroep Unie. Daarnaast wil hij uitvinden of hij nog kan schrijven, anders dan in memotaal. Ed van Westerloo wordt in 1996 directeur van Forto 2000, de organisatie die de radio- en televisieomroepen van beelden van het voetbalkampioenschap Euro 2000 gaat voorzien.