Boud Smit
Naam | Boud Smit |
Geboren | Utrecht, 29 september 1935 |
Gestorven | Tiel, 14 November 2007 |
Functies | Filmmaker acteur |
Bekend van | Acqua di Roma, Dingen die voorbijgaan, Leontien, |
Periode actief | 1958-2000 |
Werkt samen met | Frans Bromet, Anton van Munster, Jan Musch, Jan Roelands |
Trivia | gebruikte het pseudoniem Jan van Acquoy als componist voor films |
Boud Smit in de media Oeuvre van Boud Smit |
‘Mijn filmnalatenschap bestaat over een poosje voor de één uit een paar interessante items tussen een hoop rimram en voor de ander uit een compleet verhaal over iemand die in de tweede helft van de twintigste eeuw rondkeek, en erbij fantaseerde wat hij niet kon laten zien: een weerslag van waarneming en fictie dus. Een alibi om door te dringen tot in de keuken van het menselijk wezen.' Dit schreef de Boud Smit in 1999 in een aan hem gewijde filmografie, uitgegeven door het NAA, voorloper van het huidige Beeld en Geluid. Het oeuvre van Boud Smit biedt een overzicht van 50 jaar Nederlandse filmgeschiedenis. Hij maakte zich het vak eigen door mee te werken aan producties en werkte zowel als scenarioschrijver, regisseur, cameraman, editor en producent. Boud Smit maakte een aantal vrije films en veel opdrachtfilms.
Boud Smit was de zoon van de musicus Theo Al Smit. Hoewel hij in 1935 werd geboren, begon zijn jeugd volgens Boud pas toen de oorlog in 1945 voorbij was. De eerste films die hij zag, waren cowboyfilms die tijdens uitjes van zijn vaders kerkkoor vertoond werden. Op zijn veertiende jaar ging hij naar het Gymnasium, maar voelde zich er niet op zijn plaats. Tijdens die schooltijd was Smit veel in de bioscoop te vinden en ook ging hij veel naar 'Filmliga-avonden'. Tijdens een van die vele filmavonden zag hij de film THE THIRD MAN van Carol Reed, die grote indruk op hem maakte en hem de inspiratie gaf 'om iets met film te gaan doen'.
Na het afronden van het Gymnasium Alfa heeft Boud Smit korte tijd sociologie gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Hij stopte met die studie en moest in militaire dienst. Gedurende deze periode heeft hij veel theorie gelezen over film. Aan het eind van zijn diensttijd is hij gaan solliciteren bij filmbedrijven in Nederland. Door gewoon in het telefoonboek te kijken bij 'film' en de betreffende mensen te bellen, kwam hij uiteindelijk als volontair bij de Amsterdamse cameraman Wouter de Vries terecht. Daar bekleedde hij diverse functies, onder andere van koffiejongen en celluloidveger tot assistent van de tweede regisseur bij de film Operation Amsterdam. Bij De Vries werd hij tot camera assistent opgeleid en kreeg de kans om mee te werken aan allerlei speelfilms, zoals bijvoorbeeld Stranding van Louis van Gasteren en Spy in the Skyvan William Lee Wilder. Na zeven maanden hield Smit het echter voor gezien.
Op 23-jarige leeftijd verhuisde Smit naar Den Haag om het filmvak echt te leren. Hij huurde een kamer aan de Van Speijkstraat, de inspiratiebron voor de film Dingen die voorbijgaan. Hij werd, na weer een telefonische sollicitatieoverval te hebben gepleegd, leerling bij Carillon Films te Rijswijk. In de drie volgende jaren leerde hij daar alles over het maken van films en reisde de hele wereld over van locatie naar locatie. Naast het schrijven van scripts en het regisseren heeft hij in die periode vooral veel montage-ervaring opgedaan. Toch wilde hij ook zelf iets doen en stortte zich in de avonduren in de amateur-filmerij. Het was Emile Brumsteede die Smit naar de Haagse Amateur Filmclub haalde. Uit deze tijd dateert de 8mm amateurfilm Leontien, over de Haagse Leontien Snel, die later werd gecontracteerd als Blue Bell-girl in het Parijse Lido-theater. Na van mei 1958 tot en met augustus 1961 bij Carillon Films te hebben gewerkt, begon Boud Smit eind 1961 aan zijn loopbaan als zelfstandig cineast. Een van zijn eerste opdrachtgevers was de Nederlandse Emigratiedienst. Voor deze instantie maakte hij de films Holambra II en Carambei…en verder. Hiervoor reisde hij alleen twee maanden naar Brazilië, en maakte zelf een volledige productie. Van subsidie van het Ministerie van OK & W maakte hij de korte vrije film Acqua di Roma (1962). Deze film over de rol van het water in de stad Rome, met prachtig camerawerk van Anton van Munster en Jan Oonk, past in de traditie van de Hollandse documentaire school van die periode.
Een van zijn volgende opdrachten was afkomstig van het Intergovernmental Committee for European Migration (ICEM), waarvoor hij Onderweg en Vluchtelingen maakte. De film Onderweg was een filmisch reisverslag over het Armeense volk en de omstandigheden waarin Armeense vluchtelingen in tijdelijke opvangcentra in Libanon verkeerden. Dit verslag werd vervaardigd in het kader van de (postzegel)actie 'Bezegel hun vlucht'. Deze film is echter nooit vertoond. Omdat de kwestie politiek gezien zeer gevoelig lag, heeft Israël er haar veto over uitgesproken. Tijdens een vrije dag gedurende dit Libanon-project heeft Smit materiaal geschoten van graven in Libanon en Armenië in de vorm van een ei. Dit is later gebundeld in de korte film Grafschrift van Byblos die als dagafsluiting bij de NCRV is vertoond. Vluchtelingen bestaat uit vier korte films over het leven van en de hulp aan Oost Europese vluchtelingen. Deze films werden uitgebracht ter ondersteuning van ICEM's internationale campagnes ten bate van vluchtelingenvervoer.
Na de ICEM-films kreeg Boud Smit steeds meer aanbiedingen voor het maken van opdrachtfilms. Zo heeft hij onder andere opdrachten uitgevoerd voor verschillende omroepen, zoals de NCRV, Schooltelevisie (NOT) en de RNTV/Wereldomroep. Naast de omroepen speelden ook de diverse Ministeries een rol in de filmcarrière van Smit. Zo maakte hij bijvoorbeeld voor het Ministerie van CRM Klein bestel en voor het Ministerie van Justitie Uitspraak over veertien dagen.
Het oeuvre van Boud Smit is veelzijdig, het omvat 17 fictiefilms, 4 kunstzinnige films en van allerhande onderwerpen, zoals maatschappelijke, culturele, bedrijfsfilm of onderwijs. Bij elkaar maakte hij ongeveer 70 films. Verder gaf hij les aan de Filmacademie en was actief binnen de Nederlandse Beroepsvereniging van Filmmakers.
Boud Smit combineerde zijn filmvak met zijn hobby's toneelspelen en muziek maken. Voor een productie als Birds of Amsterdamschreef hij een derde van de muziek. Hij heeft ook muziek gemaakt onder het pseudoniem Jan van Acquoy, naar zijn latere woonplaats Acquoy in de Betuwe. Dit pseudoniem gebruikte hij voor de films Binnenste buitenen SV A/ROA. Tot zijn dood speelde hij bij de groep Simpelhout. Het amateurtoneel, is altijd een belangrijk aspect geweest in het werk van Boud Smit. Als docent aan de Nederlandse Film en Televisie Academie (tussen 1969-1998) adviseerde hij studenten om ook een periode bij het amateurtoneel te gaan spelen. Op die manier konden ze dan ervaring opdoen met het leiden/regisseren van mensen en ervaren hoe het voelt om geregisseerd te worden. In 1975 richtte hij met twee anderen toneelgroep GRAS op. Naast spelen en regisseren houdt hij zich ook bezig met schrijven voor toneel. Zo heeft Smit het toneelstuk De kamer van meneer Jules over Jules Verne geschreven. Verder heeft hij nog enkele eenakters, een musical en een avondvullend toneelspel op zijn naam staan. In 1999 heeft hij ook nog een spektakelstuk gemaakt in opdracht van de stad Leerdam. Zijn eerste toneelervaring, vlak na de oorlog, was De tijden worden goed. Deze revue werd rond juni 1945 enkele keren in de Stadsschouwburg in Utrecht opgevoerd om de bevrijding te vieren. Boud Smits vader nam het muzikale gedeelte voor zijn rekening en was dan ook de muzikale ster van de avond in de orkestbak van de Schouwburg. Deze revue werd eind jaren tachtig nog eens opgevoerd en toen heeft Smit een reportage gemaakt over de bewoners van de wijk waar het stuk zich afspeelde, Wijk-C.
Aan het eind van de twintigste eeuw is Boud Smit actief voor CAC Corporate Antropology Consultants. Deze organisatie is actief op het gebied van de bedrijfsantropologie. Hij loopt dan ook nog met enkele filmplannen, maar heeft deze niet kunnen realiseren.