Milouska Meulens
Naam | Milouska Meulens |
Geboren | Willemstad (Curaçao), 24 juni 1973 |
Functies | nieuwslezer, verslaggever, redacteur |
Bekend van | NOS Jeugdjournaal, Wie is de mol? |
Periode actief | 1997 - heden |
Milouska Meulens in de media Oeuvre van Milouska Meulens |
Milouska Meulens brengt haar eerste negen kinderjaren voornamelijk door op Curaçao. Eenmaal in Nederland raakt ze al snel onder de indruk van de Nederlandse nieuwsvoorziening en wordt duidelijk dat ze de journalistiek in wil. “Als kind was ik bijna bezeten door het ANP nieuws op de radio. Dan kwamen er piepjes en een zware stem die zei ‘dit is het nieuws verzorgd door het ANP’. Dat nam ik op en probeerde dan precies hetzelfde na te zeggen om vervolgens mijn eigen ANP- nieuwsberichten te tikken.”
Tijdens haar studie aan de School voor de Journalistiek in Utrecht kiest zij voor een stage bij het televisieprogramma Middageditie. Dit geeft haar de mogelijkheid te snuffelen aan het voorbereiden van studiogesprekken en het monteren van filmpjes. Deze vaardigheden komen goed van pas wanneer ze na haar studie voor een jaar naar Curaçao vertrekt. ’s Morgens schrijft ze daar voor de krant en ’s middags werkt ze voor de zender TeleCuraçao samen met een cameraman aan het eerste Nederlandstalige televisiemagazine van het eiland. Hiervoor verzorgt zij de teksten en de verslaggeving.
Als ze na een jaar terugkeert in Nederland, gaat ze aan de slag als researcher bij het televisieprogramma Zembla. Vanaf deze plek hoort ze via via dat er bij het Jeugdjournaal een vacature is voor presentator. Er is alleen een obstakel: ze heeft nog nooit gepresenteerd. “Ik had me goed voorbereid op de screentest, maar die ging rampzalig. Mijn kans te werken bij het Jeugdjournaal leek verkeken.” De baan als presentator gaat uiteindelijk naar Brecht van Hulten. Voor Meulens is er nog plek op de redactie, maar al snel wordt duidelijk dat er nog een presentator wordt gezocht. Meulens wordt hiervoor gevraagd en niet veel later is ze het nieuwe gezicht bij het Jeugdjournaal. De gevarieerde manier van werken bij het Jeugdjournaal ligt haar wel. Op een gemiddelde werkdag is zij aan het schrijven, plannen, researchen, monteren en presenteren. Denken aan hoelang ze het Jeugdjournaal nog zal presenteren, wil ze niet. Ze blijft liever in het nu. “Dit is vandaag en wat er morgen gebeurt, zien we dan wel weer.”
In het begin van haar carrière als presentator houdt Meulens zich erg bezig met haar eigen opgestelde regeltjes om perfect het nieuws te kunnen vertellen. Sinds ze dit heeft losgelaten en ze het nieuws vertelt zoals ze dat thuis aan haar eigen kinderen doet, vindt ze dat ze ‘daar lekker zit’. Volgens haar is dit dan ook de kunst van het presenteren: het idee loslaten dat je iets op een bepaalde manier wilt vertellen of op een bepaalde manier wilt overkomen. “Als je thuis aan de ontbijttafel zit, denk je daar ook niet over na.”
De verslaggeving tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2008 beschouwt Meulens als een hoogtepunt in haar carrière. Dat ze in Washington is geweest toen Barack Obama gekozen werd, vindt ze erg bijzonder. Haar deelname aan het Nationaal Comité, dat het zilveren regeringsjubileum van koningin Beatrix heeft voorbereid, zal haar ook nog lang bijblijven. “We mochten dineren met de majesteit, een ‘once-in-a-lifetimegevoel’.” Maar een van de spannendste dingen die ze ooit heeft gedaan, is de rol vervullen van mol in AVRO’s Wie is de mol? in 2006.
Haar werk op televisie zorgt voor veel bekendheid op straat. Hoewel ze hier niet erg bij stil staat, kijkt ze tijdens het oversteken bij rood licht stiekem of er geen kinderen in de buurt zijn. “Je hebt nu eenmaal een voorbeeldfunctie. Ik wil niet dat iemand die mij ‘s ochtends heeft horen vertellen over een verkeersongeluk, mij door rood ziet lopen.” Ook tijdens haar activiteiten als lid van de Raad van Toezicht van het Amsterdam Museum blijft haar bekendheid bij het publiek niet onopgemerkt. “Ik deed de opening voor een kindertentoonstelling, toen alle kinderen en ouders zich om mij heen drongen om een handtekening te vragen. Toen dacht ik: ‘de tentoonstelling is daar hoor, die kant moeten jullie op’.”