Reageerbuis Leidse flessen
Het hier beschreven object is een amateur-uitvoering van de oervorm van de condensator. De uitvinding hiervan wordt toegeschreven aan onze landgenoot Petrus van Musschenbroek (1692-1761). De Leidse fles mag worden beschouwd als de kiem waaruit de draadloze communicatie voort is gekomen. Met deze uitvinding worden de eerste hoogfrequente trillingen opgewekt. Door het bekleden van de binnen- en buitenkant van de fles met metaalfolie krijgt deze een capaciteit. Er kan elektriciteit in de vorm van een statische lading in worden opgeslagen. Door de fles op te laden met behulp van een Rhumkorff inductor (trillerbobine) en ontladen via een zelfinductie (spoel) door vonkoverslag wordt een hoogfrequent signaal opgewekt dat door een antenne kan worden uitgestraald. Hiervan wordt door een vonkzender gebruik gemaakt. Professionele vonkzenders, die een flink vermogen moeten uitstralen, bevatten een groot aantal parallel geschakelde Leidse flessen. De bekleding bestaat meestal uit tinfolie (Staniol). Amateurs gebruiken hier vaak het zilverpapier van chocoladeverpakking. De hier genoemde reageerbuizen, die normaal gebruikt worden in de scheikunde, hebben een berekende capaciteit van ca. 900 pF per buis. Parallel geschakeld is de totale capaciteit ongeveer 2,5 nF en dit suggereert dat deze condensator gebruikt is in een vonkzendertje. De drie buizen staan netjes naast elkaar in een houten standaardje met twee, van gaten voorziene dwarsplankjes. Van de buitenbekleding van de reageerbuizen is niet veel over. De “tinpest” heeft hier waarschijnlijk toegeslagen.