Leo Ooijkaas
Naam | Leo Ooijkaas |
Geboren | niet bekend, 2 september 1944 |
Functies | decorateur |
Bekend van | |
Periode actief | 1966 - niet bekend |
Werkt samen met | Leen Romeyn, Harry Oortmarsum, Martien van den Dijssel, Jan Blaak |
Leo Ooijkaas start op maandag 14 maart 1966 zijn loopbaan bij de Nederlandse Televisie Stichting als dekorschilder bij de afdeling Dekoruitvoering van de hoofdafdeling Materiële Uitvoering van de Programma Dienst.
Na het gesprek bij Personeelszaken wordt hij door de decorwerkplaatsen, gevestigd in een oude tapijtfabriek aan de Kampstraat 34 in Hilversum rondgeleid door Willem Mulder, chef van de werkplaatsen en zijn assistent Ab Groot. Daarna krijgt hij z'n werkkleding en een gereedschapkist met gereedschap.
Voordat de kleurentelevisie zijn intrede doet, worden de decors geschilderd in zwart-wit. Ooijkaas en zijn collega schilders hebben de beschikking over vier kleuren waterverdunbare verf: zwart, donkergrijs, middengrijs, lichtgrijs en wit. Daarmee worden de aaneen getimmerde decorschotten geschilderd. De naden worden afgeplakt met papier en over spijkergaatjes en andere oneffenheden wordt niet moeilijk gedaan. Op de nog kleine zwart-wit TV’s van die tijd, met weinig beeldlijnen, zijn zulke oneffenheden nauwelijks te zien.
Met verf en verschillende schildertechnieken krijgen de kale decorschotten een nieuw leven. Stucwerk imiteren de decorateurs door met een blokwitter, een brede rechthoekige kwast, aan de ene kant in lichtgrijs te dopen en de andere kant in het middengrijs en die dan door elkaar op de wand te smeren waardoor er een soort wolkenachtig effect ontstaat. Echt behang wordt een enkele keer gebruikt, maar meestal wordt het behang geschilderd door middel van een uitgesneden sjabloon en een verfspuit of door middel van een zogenaamd behangrolletje. Als een decor idikke bruine balken behoeft dan worden die gevouwen van karton en met houtmotief geschilderd.
Afgebladderd stucwerk maken de decorateurs door op de wand stukken bitumenpapier of karton te plakken, het geheel te schilderen en dan het papier stuk te scheuren waardoor een soort loshangend stucwerk wordt gesuggereerd. Rotsen worden gemaakt van een onderbouw van praks en laten waarover natgemaakt en verfrommeld karton wordt gespijkerd. Daar overheen een laag Migaplast, dat is een mengsel van krijt, gips en lijm.
Voor het namaken van een gemetselde stenen muur zijn verschillende mogelijkheden. Ze schilderen de stenen en voegen of gebruiken zogenaamde 'vette lappen'; grote vellen latex met een reliëf van steenmotief. Later gebruikt het reliëf-atelier van decorbouw hiervoor platen polystyreen, piepschuim. Door een een omgebouwde wringer met op de rol metalen strips in de vorm van ingedrukte voegen, krijgen de platen hun bakstenen-reliëf.
In dit filmpje is Leo Ooijkaas te zien bij het decoreren van een decor: Achter de schermen van het NOS decorcentrum