Japanse propagandafilms
Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid bezit een omvangrijke collectie Japanse propagandafilms uit de tijd van de Pacific-oorlog, van 8 december 1941 tot en met 15 augustus 1945. Deze films zijn uit het voormalige Nederlands-Indië (voortaan: Indonesië) afkomstig, waar zij tijdens de Japanse bezetting, van 8 maart 1942 tot en met 15 augustus 1945, door de Sendenbu, de propaganda-afdeling van het Japanse militaire bestuur op Java, gebruikt zijn om onder de lokale bevolking filmpropaganda te voeren.
Kort na de Japanse capitulatie van 15 augustus 1945 is een groot aantal van deze Japanse propagandafilms door de terugkerende Nederlandse autoriteiten in Indonesië geconfisqueerd en naar Nederland verscheept. Zo is het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD) in Amsterdam kort na de oorlog in het bezit gekomen van een partij van bijna 900 filmrollen van Japanse makelij waarvan het restant later is overgedragen aan het Nederlands Filmmuseum (NFM) in Amsterdam en aan het Filmarchief van de Rijksvoorlichtingsdienst in Den Haag, dat is opgegaan in Beeld en Geluid.
In de loop der jaren is een aanzienlijk aantal van deze vergankelijke nitraatfilms verloren gegaan, maar een honderdtal Japanse propagandafilms is geheel of gedeeltelijk bij het NFM en bij NAA-Den Haag bewaard gebleven, terwijl ook de Marinestaf nog enig Japans filmmateriaal uit de tijd van de Pacific-oorlog bezit. In deze drie archieven zijn voornamelijk (delen van) non-fictiefilms bewaard gebleven, zoals filmjournaal-afleveringen, documentaires, 'clips', instructiefilms, voorlichtingsfilms, wervingsfilms, etcetera, maar ook (delen van) een aantal speelfilms evenals een enkele tekenfilm.
De Japanse propagandafilms uit de tijd van de Pacific-oorlog die in de Nederlandse filmarchieven bewaard worden, zijn vrijwel zonder uitzondering uniek. Alleen van enkele films die in Japan zelf geproduceerd zijn, bezitten buitenlandse filmarchieven andere exemplaren. Deze bijzondere filmcollectie is tot op heden onvoldoende ontsloten. In 1998 is een start gemaakt met het lokaliseren en ontsluiten van de collectie in Nederland.
Bijgaande beschouwing en verantwoording en een lijst van materiaal zijn gepubliceerd in Werkuitgave 17 van het NAA.