Aardtelegrafie
In de eerste wereldoorlog maakte het Duitse leger veel gebruik van aardtelegrafie. Hierbij worden signalen door de aarde gestuurd die verderop worden ontvangen. Het werkt door het opwekken van een laagfrequent signaal door een zender.Het signaal wordt toegevoerd aan twee staven die in de grond gestoken worden. Verderop, aan de ontvangerzijde vangen twee staven, die ook in de grond gestoken zijn, het signaal op. Dit wordt toegevoerd aan de twee-lamps laagfrequent versterker en hoorbaar gemaakt. Een nadeel van deze techniek is dat de geallieerde strijdkrachten dit signaal ook kunnen ontvangen, dus van geheime informatie-overdracht is geen sprake. De geallieerden gebruiken draadloze communicatie om strategische informatie naar de diverse legeronderdelen te sturen. Dit blijkt een belangrijke factor te zijn in het verloop van de strijd. De techniek van aardtelegrafie is vooral te gebruiken op korte afstand. In te natte gebieden is hij onbruikbaar omdat de natte grond zo goed geleidt dat er bijna van kortsluiting tussen de twee staven sprake is. Een bepaalde weerstand is nodig.