Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
Naam | Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid |
Oprichting | 1996 (NAA) |
Oprichter | fusie Bedrijfsarchief van de Publieke Omroep, Filmarchief van de RVD, Stichting Film en Wetenschap en het Omroepmuseum |
Locatie | Hilversum |
Externe info | Officiële site |
Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid is een cultuurhistorische instelling die het audiovisueel erfgoed, dat uit historisch of cultuurhistorisch oogpunt van nationaal belang is, verzamelt, conserveert en toegankelijk maakt voor zoveel mogelijk gebruikers: mediaprofessionals, onderwijs en wetenschap, en het algemene publiek. Daarnaast ontwikkelt en verspreidt het instituut kennis op het gebied van audiovisuele archivering, digitalisering en mediahistorie.
Collecties
Beeld en Geluid heeft een van de grootste audiovisuele archieven van Europa. Het instituut beheert meer dan 70% van het Nederlandse audiovisuele erfgoed. De collectie bevat meer dan 750.000 uur aan televisie, radio, muziek en filmmateriaal van het begin in 1898 tot vandaag. Dagelijks stromen alle uitzendingen van de publieke omroep digitaal binnen. Ook particulieren en instellingen vertrouwen hun collecties toe aan Beeld en Geluid. Het instituut zorgt ervoor dat het materiaal in een optimale staat blijft voor (her)gebruik. Omroepen, producenten en redacties gebruiken het archief voor de totstandkoming van nieuwe programma’s. De collectie wordt daarnaast ook gebruikt om voor een breed publiek producten en diensten te ontwikkelen, zoals tentoonstellingen, iPhone-applicaties, dvd-boxen en verschillende websites.
De collectie van Beeld en Geluid bestaat onder meer uit de volledige radio- en televisiearchieven van de Nederlandse publieke omroepen, films van vrijwel alle toonaangevende Nederlandse documentairemakers, bioscoopjournaals, het nationaal muziekdepot, diverse audiovisuele bedrijfscollecties, reclame-, radio- en videomateriaal van culturele en maatschappelijke organisaties, van wetenschappelijke instituten en van allerhande onderwijsinstellingen. Daarnaast zijn er foto- en voorwerpencollecties rond de geschiedenis van de Nederlandse omroep zelf, zoals bijvoorbeeld de collectie historische televisietoestellen.
Geschiedenis
In 1995 besluit het kabinet op advies van de commissie Vonhoff tot de oprichting van een landelijk instituut met een speciale verantwoordelijkheid voor het behoud, de beschikbaarstelling en presentatie van het nationale audiovisuele erfgoed. In 1996 resulteert dit besluit in de oprichting van het Nederlands Audiovisueel Archief (NAA) door het Bedrijfsarchief van de Publieke Omroep, het Filmarchief van de RVD, Stichting Film en Wetenschap en het Omroepmuseum te fuseren.
De voornaamste opdracht aan het NAA is het ontwikkelen van een infrastructuur voor het beheer en behoud van het nationale audiovisuele erfgoed en het vergroten van het tot dan toe uiterst beperkte bereik van de collecties. Conform die opdracht heeft het bedrijf zich ontwikkeld van een archief voor professionals tot een brede culturele instelling die ook scholen, universiteiten en het grote publiek bedient. Om uiting te geven aan de verbreding van de geleverde diensten wordt in 2002 de naam NAA vervangen door Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.
Op 1 december 2006 opent Beeld en Geluid een kleurrijk pand op het Mediapark. In vijf jaar tijd worden de collecties aan meer dan een miljoen bezoekers getoond in de experience en in de verschillende tijdelijke tentoonstellingen. Daarnaast wordt het pand veelvuldig bezocht door scholen die een educatief programma volgen, voor kinderfeestjes, voor rondleidingen door het pand en door bedrijven die er presentaties houden.
Digitalisering van het archief
Digitalisering is een essentieel deel van het behoud. Hiervoor is in 2007 met het project Beelden voor de Toekomst begonnen; een gezamenlijk project van Beeld en Geluid, Eye Film Instituut Nederland, het Nationaal Archief en de Stichting Nederland Kennisland met als doel om op grote schaal audiovisueel materiaal te bewaren en te digitaliseren. Als het project in 2014 afloopt is er 91.183 uur videomateriaal, 22.086 uur film, 98.734 uur audiomateriaal en zijn ruim 2,5 miljoen foto’s gedigitaliseerd en toegankelijk gemaakt voor het publiek.