Kortegolf voorzetapparaat techniek
In 1930 en 1932 verschijnen in het blad RE verbeterde versies van het voorzetapparaat waarbij de zelfoscillerende mengtrap door een schermrooster-hoogfrequentlamp wordt voorafgegaan waardoor de ongewenste straling goeddeels wordt onderdrukt. In 1936 publiceert RE een versie waarin een echte mengpenthode wordt gebruikt. In het ontwerp komt slechts één afgestemde kring voor. Hiermee wordt de frequentie van de lokale oscillator gevarieerd. Met drie uitwisselbare (‘prik’)spoelen wordt het gehele korte golfgebied van ca. 90 tot 13 meter bestreken. De antennekring is a-periodisch (niet afgestemd ). Een van de prikspoeltjes wordt nog steeds als h.f. smoorspoel gebruikt. Het in de AK1 heptode-menglamp gevormde middenfrequentsignaal wordt via een gewone smoorspoel- ook weer a-periodisch- afgenomen en naar het omroeptoestel gevoerd. De uitgang heeft een hoge impedantie zodat eigenlijk alleen apparaten met een hoge ingangsimpedantie, zoals de megatron als achterzet geschikt zijn.
Terug naar het apparaat