Mikifoon
Mikifoon Een van de kleinste platenspelers kan met recht de Mikifoon zijn. Op tafel ligt een mooi glimmend verchroomd trommeltje van dertien centimeter doorsnede en een centimeter of acht hoog. Wanneer het deksel wordt geopend komt een zwart kunststof rond doosje tevoorschijn en behalve dit doosje zijn andere benodigdheden te zien. Een draaiplateautje, een opgevouwen toonarm met aan het einde de naaldhouder en een opwindsleuteltje. Om een plaat te spelen moet het apparaatin elkaar worden gezet, wat vrij eenvoudigte doen is met behulp van de beschrijving in het deksel. Wanneer het draaiplateau is geplaatst bevestigt men het zwarte doosje, de klankkast, aan het opnemerelement en plaatst een stalen naald in de houder. De ingebouwde veer wordt opgewonden en wanneer de naald in de groef is geplaatst draait de plaat en is de opname te beluisteren. Deze vroege vorm van “miniaturisering” maakt dat deze speler van de Zwitserse firma Vadasz in 1926 de kleinste was.