Frans Boerlage

Uit B&G Wiki
Versie door Liselotte Doeswijk (overleg | bijdragen) op 3 okt 2014 om 11:19 (→‎Verenigde Staten)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
PersoonPlaceholder.png

NaamFrans T. Boerlage
Geborenniet bekend, 1 oktober 1926
GestorvenSanta Monica, California VS, 9 september 2014
Functies regisseur
Bekend vanBlauwbaards burcht, Eigentijds, Dichters dichterbij
Periode actief1960-1970
Werkt samen metde Nederlandse Opera, Nieuws Rotterdams Toneel, Jan Venema, Fred Bosman

Frans Boerlage in de media
Oeuvre Frans Boerlage

Frans Boerlage regisseerde meer dan 200 opera's in Nederland, de Verenigde Staten en Spanje. Hij vecht in de jaren zestig voor een plek voor opera op het televisiescherm en regisseert voor de AVRO vele opera's en andere kunstprogramma's. In 1972 emigreert hij naar de Venenigde Staten.

De Nederlandse Opera

Frans Boerlage begint in het najaar van 1953 als assistent-regisseur bij de Nederlandse Opera, naast Piet van Egmond. Eind 1955 debuteert hij als regisseur met de opera Hansel und Gretel. Daarna regisseert hij onder meer Madame Butterfly, Martha, De barbier van Sevilla, Faust en vele andere opera's. Na een Samen met enkele andere topfiguren richt hij een nieuwe personeelsvereniging op met het doel het bestuur van de opera te democratiseren. Boerlage geeft verder les op het Maastrichts conservatorium.

Eenakters

In april 1960 schrijft Boerlage samen met de Engelse actrice Gillian Hume zijn toneelstuk The enemy moves in. Op 28 maart 1963 wordt een voor de televisie aangepaste en in het Nederlands vertaalde versie (De indringer) door de AVRO op ampex opgenomen en uitgezonden op 25-4-1963. Boerlage regisseert het en maakt daarmee zijn televisiedebuut als schrijven en regisseur. Het stuk is Engels, wat Boerlage perfect beheerst dankzij twee jaar opleiding aan een Engelse toneelschool waar hij ook Hume leerde kennen. Een eerder toneelstuk wat de twee schreven, The lobby verkochten ze aan de televisie in München.

Boerlages eerste tv-spel en tv-regie wordt wisselend beschreven, Het vrije volk noemt het een 'bloedeloos gewrocht' en dDe telegraaf spreekt van een 'voortreffelijk debuut. In ieder geval regisseert Boerlage als snel meet stukken voor de AVRO; Ah! Wildernis van Eugene O'Neill (17-8-1963). Ditmaal is de pers unaniem positief. In februari 1964 doet Boerlage de regie voor het stuk L'aigle a deux têtes van Jean Cocteau met het Nieuw Rotterdams Toneel. Maar het blijven uitstapjes, Boerlage is in de eerste plaats nog operaregisseur.

Opera op de tv

Boerlage vindt dat opera op tv maar 'stiefmoederlijk bedeeld is' en wil het Nederlandse tv-publiek graag confronteren met het zangtalent wat hun opleiding grotendeels te danken heeft aan de Nederlanse Opera. Boerlage probeert zijn idee bij meerdere omroepsecties te slijten en heeft succes bij Con Nicolai va de AVRO. In juni 1964 regisseert Boerlage zijn show Opera debuut. In september volgt een tweede show.

Daarna gaat het langzaamaan beter met opera op de televisie. Boerlage brengt voor de AVRO Mozart's Der Schauspieldirektor (met een door hemzelf aangepast libretto), Donizetti's Don Pasquale en vele andere operastukken op het scherm. Boerlage slaagt erin om los te komen van eenvoudige registratie als vorm. Leo Riemens, recensent van De Telegraaf schrijft: "In [Boerlage] heeft Bussum een tv-regisseur gevonden, die de vakkundigheid voor de opera paart aan de fantasie voor de tv en die alles bezit om van deze kunstsoort datgene te worden, wat Willy van Hemert voor de tv-musical werd' (17-9-1965).

Maar Boerlage moet blijven vechten op een plek te behouden voor opera op de tv. In een interview licht hij zijn missie toe: 'Ik zie de televisie als een bijzonder belangrijk hulpmiddel de muziekdramatiek populair te maken. Je hebt er als regisseur meer kansen dan in het theater. In televisievoorstellingen valt het gemakkelijker de essentie van een stuk te raken [..]. Het publiek zit er met de neus op.' (De Telegraaf, 20-11-1965). De intervieuwer vergelijkt Boerlage's overtuiging en regie-opvattingen met die van regisseur Stefan Felsenthal.

In 1966 gaat het goed met Boerlage. Hij trekt de aandacht met zijn verfilming van Blauwbaards burcht (AVRO, 19-4-1966) op lokatie in en rond het Muiderslot. De NTS selecteert de uitzending voor het televisiefestival in Praag. Met een subsidie van het ministerie voor Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk wordt hij in staat gesteld een speelfilm van ongeveer twintig minuten te maken op basis van zijn eigen script De buitenkant waarin hij de beelden geheel op het ritme van de muziek (van Francis Ward) monteert. Voor de AVRO regisseert hij drie grote opera's voor tv.

Opera blijft zijn hoofdzaak, en daarnaast richt Boerlage zich ook op andere kunstgenres. Zo regisseert hij uitzendingen rondom dichters (bijvoorbeeld de Dichtersmanifestatie met Simon Vinkenoog en Dichters dichterbij), klassieke muziek (onder andere in het programma Eine kleine Nachtmusik (AVRO) en de serie Eigentijds (NOS)), ballet (bijvoorbeeld Toenadering met Billy Wilson en Sonja van Beers]]) en in de serie Amateurs actief brengt hij tientallen amateuroperette gezelschappen in beeld. In 1969 regisseert hij voor de NOS de uitzendingen in het kader van het Holland Festival.

Verenigde Staten

Boerlage werkte eerder een jaar of vijf in Barcelona, regisseerde in Rio de Janeiro en Johannesburg en in 1972 vetrekt hij naar Seattle. Hij is benoemd tot chef-regisseur bij de opera van de stad. Hij regisseert daar Faust, Manon Lescaut en La Traviata en gaat op tournee met Madame Butterfly en Rigoletto. Hij opent een nieuw theater in Phoenix, Arizona met een opvoering van Aïda en de verzoeken van tv-stations en andere theaters stromen binnen.

In een interview licht hij zijn motieven voor zijn vertrek toe: 'De laatste jaren vroeg men mij uitsluitend voor de Operastudio; enthousiaste jonge zangers, maar beginnelingen in het vak. Het mag allemaal niets kosten, maar toch worden er topprestaties van je geëist' (Het vrije volk, 5-6-1972).

In 1973 komt hij even terug naar Nederland om voor Holland Festival Don Pasquale te regisseren. Als het stuk in 1976 in reprise gaat doet hij wederom de regie. Hij is in de tussentijd in Los Angeles lector geworden aan de University of Southern California. In 1996 keert hij terug naar Nederland en begeleid hij jonge talenten en geeft hij masterclasses.