Schoolradio
Schoolradio Beelden zijn meestal veelzeggender dan het gesproken woord. Daarom wordt in het onderwijs al lang beeldmateriaal gebruikt om de lessen te verrijken. Media gaan een steeds grotere rol spelen in de informatievoorziening. De radio speelt daarbij een grote rol.
Naarmate het verschijnsel radio evolueert neemt ook de diversiteit van het gebruik ervan toe. Aanvankelijk gaat het in de programma’s voornamelijk om verstrooiing door muziek en spraak. Na deze beginperiode wordt de radio op steeds meer gebieden ingezet. Het verschijnsel “schoolradio” ziet het licht in 1951. Op 18 december dat jaar besluiten de AVRO, VARA en de VPRO tot de oprichting van de Stichting Nederlandse Schoolradio. Het doel is het verzorgen van schoollradiouitzendingen voor alle scholen in Nederland. Aanvankelijk worden drie uitzendingen per week verzorgd voor de hoogste klassen van de lagere school en andere vormen van lager onderwijs. In 1955 wordt geëxperimenteerd met uitzendingen voor ULO, HBS, Lyceum en Gymnasium. Op de school is de bijbehorende filmstrook aanwezig, meestal zwart/wit en netjes opgerold in het gele kartonnen kokertje met dekseltje erop. In het verduisterde lokaal staat de projector klaar en wanneer het radioprogramma begint wordt het eerste beeld op het scherm geprojecteerd. Na de ‘ping’ schuift de leraar(es) het volgende beeld van de filmstrook voor de lens. Deze educatieve programma’s zijn zeer geliefd, het betekent voor veel kinderen een doorbreking van de klassenroutine, en je steekt er nog wat van op ook.
Jarenlang is schoolradio gebruikt. Wanneer de televisie meer algemeen goed wordt neemt de NOT, Nederlandse Onderwijs Televisie, het stokje over en maakt de schoolradio plaats voor schooltelevisie.