Cor Aafjes
| Naam | Cor Aafjes |
| Geboren | {{{geboorte_plaats}}}, 1896 |
| Functies | cameraman, adjunct directeur Polygoon |
| Bekend van | Polygoon |
| Periode actief | 1921-1928 |
| Werkt samen met | Brand Dirk Ochse, Isidor Arras Ochse |
Cor Aafjes in de media Oeuvre van Cor Aafjes | |
Cor Aafjes was van 1921 tot 1928 als cameraman werkzaam bij de filmfabriek Polygoon. Hij was in die jaren één van Polygoons meest markante en innovatieve cameralieden. Niet alleen zijn inlevingsvermogen en interesse in de onderwerpen die hij filmde, maar ook zijn oog voor nieuwe stijlen maakten hem tot een belangrijke spil in het succes van de firma.
In het voorjaar van 1921 kreeg Aafjes, die op dat moment werkzaam was als assistent van cameraman I.A. Ochse, zijn eerste zelfstandige filmopdracht. Polygoon werkte op dat moment aan een film over de visserij in Nederland. I.A. Ochse had weinig tijd om aan het project mee te werken, dus stelde hij zijn jonge assistent aan als cameraman. Aafjes ging de Noordzee op en vervaardigde drie van de vier delen van de film De Nederlandsche Noordzeevisscherij ; het vierde deel werd door I.A. Ochse zelf gefilmd. Vanaf dat moment bleef Aafjes als cameraman werkzaam bij Polygoon.
In 1925 reisde I.A. Ochse af naar Nederlands-Indië, met als doel films te maken over het leven in de koloniën. Hierdoor ontstond er voor Cor Aafjes de mogelijkheid zich te ontplooien als filmkunstenaar binnen Polygoon. Aafjes vervaardigde in korte tijd vele opdrachtfilms. Succes boekte hij met name met de films Staalfabriek J.M. de Munick Keizer, De Bijenwereld en de film Pinksterfeesten der AJC voor de socialistische Arbeiders Jeugd Centrale.
Op 25 juni van het jaar 1927 werd de Nederlandse Filmliga opgericht nadat een maand eerder een vertoningsverbod was uitgevaardigd door de burgemeesters van de vier grote Randsteden op Pudovkin’s film De Moeder. Een groep kunstenaars en intellectuelen verzette zich hevig tegen het besluit de filmvertoning te verbieden. Zij sloegen de handen ineen en organiseerden alsnog een vertoning van de film. Na deze legendarische filmvertoning bundelden de initiatiefnemers en enkele andere sympathisanten de krachten en stelden een manifest op waarin zij hun standpunten kenbaar maakten. De Amsterdamse Filmliga was geboren. Het doel was om voortaan in besloten kring films te vertonen die uit de bioscopen geweerd werden. Doordat de Filmliga voor een proefvertoning materiaal van Polygoon wilde lenen kwam Cor Aafjes in contact met de Liga en de films die zij vertoonden.
In 1928 vervaardigde Aafjes de productie Handelsbladfilm. Het Algemeen Handelsblad wilde een film laten maken ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan. Geïnspireerd door de stijl van de Russische cinema maakte Aafjes een film die zich in vele opzichten onderscheidde van het werk dat hij tot dan toe had geproduceerd. Wat Handelsbladfilm zo anders maakte was grotendeels het abstracte karakter van de film en de toepassing van de nieuwe montagetechnieken.
Niet lang na het verschijnen van Handelsbladfilm werd Aafjes adjunct-directeur van Polygoon. In datzelfde jaar ging hij aan de slag met de opdracht voor de Centrale Bond van Transportarbeiders. Hij zou de film echter niet zelf afronden: op 12 oktober 1928 overleed Cor Aafjes op 32 jarige leeftijd. Hoewel zijn collega’s bekend waren met zijn problematische gezondheid, kwam zijn dood toch zeer onverwacht. Op 15 oktober werd hij begraven in aanwezigheid van al zijn Polygoon collega’s. Ook was er een erewacht van de AJC aanwezig.
