Wim Hazeu

Uit B&G Wiki
Wim Hazeu

NaamWillem Hazeu
GeborenDelft, 28 april 1940
Functies programmamaker, hoofdredacteur, schrijver
Bekend vanNCRV, Literama
Periode actief1965-heden
Media
Audio fragmentenAudio.png

Wim Hazeu in de media
Oeuvre Wim Hazeu

Als televisiemaker en uitgever beijvert Hazeu zich om kunstprogramma´s binnen het massamedium televisie een plaats te geven. Zo nodig maakt hij die programma´s zelf. “De grondslag van televisie is informatie,” zegt hij en tot informatie behoort ook kunst. Literair geëngageerd, heeft een duidelijk toekomstbeeld, waarin hij, in de media, zelf een belangrijke plaats wil innemen. Zijn ideeën voert hij met geduld en daadkracht uit. Hazeu kenmerkt zich door een grote liefde voor literatuur. Hoewel hij in het eerste oorlogsjaar is geboren, speelt de Tweede Wereldoorlog een grote rol in zijn eigen literaire werk.

Biografie

Willem Hazeu wordt geboren in Delft op 28 april 1940 in een Nederlands Hervormd gezin. Zijn vader is boekhouder. Opleiding: hbs-b en mo-a Nederlands. Zijn militaire diensttijd brengt hij door bij de Contra Inlichtingen Dienst. Hij is redacteur van het literair tijdschrift Kentering en letterkundig medewerker van de Delftsche Courant en de Haagsche Courant. Hij schrijft vier dichtbundels, vier romans, vier biografieën, en ook ‘Wat niet mocht, censuur in Nederland, na 1960’ en ‘Het literaire Pseudoniemenboek’. Hazeu heeft vier kinderen, van wie twee uit zijn eerste huwelijk. Hij is getrouwd met de schrijfster Thera Coppens en woont in Baarn.

Omroeploopbaan 1965 –1971

Hij begint zijn loopbaan bij de NCRV in de nieuwe functie van chef literaire radioprogramma’s, hoorspel- en jeugdprogramma´s. Onder zijn supervisie gaan succesvolle programma´s, zoals “’t Kleuterklokje klngelt” en “Jeugdland” op dezelfde voet door en blijft Jaap ter Haar zijn feuilletons voor kleuters (‘Maarten’) schrijven. Maar hij laat ook Jan Louwman de radiostrip voor de jeugd “Opa Schot en de rommelpot” schrijven. Op 30 april 1966 lanceert hij de rubriek “Literama”, een veertiendaagse radiokrant over boeken en schrijvers. De rubriek zal decennialang blijven bestaan. In 1969 zet hij samen met zijn muziekcollega het kunstprogramma op “Voorrang”. Zijn militaire diensttijd heeft een grote interesse bij hem gewekt voor het leven achter het ijzeren gordijn. Hij maakt vele radiodocumentaires over Oost-Europa (Tsjecho-Slowakije, Hongarije, Roemenië), introduceert nieuwe schrijvers door bespreking van hun werk en zendt ook hoorspelen, zoals “Requiem voor Theresienstadt” van de Tsjech Milo Dor. Zelf schrijft Hazeu het hoorspel “Sneeuw in de Karpaten”. Hij zet zich in om het hoorspel tot een - het boek gelijkwaardig - literair medium te maken en stimuleert jonge schrijvers als Peter van Gestel, André Kuyten, Gerrit Pleiter hoorspelen te schrijven. In 1968 levert dat maar liefst 21 hoorspelpremières op. In 1969 debuteren bij de NCRV Ton van Reen met “Meneer Abraham”, Wim Ramaker die in 1972 zijn opvolger zal worden, met “Waterbloemen” en Ankie Peypers met “Een kerstmis”. Wie de literaire programma´s van de NCRV in deze jaren volgt, krijgt een goed beeld van de huidige stand van literaire zaken in Nederland.

1972-1977

Hij wordt hoofd-tv van de afdeling Drama, kunst en jeugdzaken en rondt een aantal projecten van zijn verongelukte voorganger David Koning met succes af. Voorbeelden zijn de tv-feuilletons “De kleine waarheid” en “Boerin in Frankrijk”. Onder supervisie van Hazeu komen vervolgens veelbekeken tv-feuilletons als “Bartje” (start Kerst 1973) en "Sil de strandjutter" (najaar 1976, 5 miljoen kijkers) tot stand. Het als jubileumproductie (de NCRV bestaat 50 jaar) bedoelde, groots opgezette dramafeuilleton “Dynastie der kleine luyden”, bedacht, geschreven en geregisseerd door Willy van Hemert, mislukt echter en moet door Hazeu na zeven afleveringen, voorjaar 1975 worden beëindigd. Dit verhaal over de gewone man door de eeuwen heen, zoals Van Hemert beoogt te vertellen, begint in 1270 en zal eindigen in 1975. Maar zover komt het niet. De televisiekritiek is negatief en ook de kijkers, als ze het al niet na het eerste deel hebben laten afweten, worden niet geboeid. “Waar het protestantisme begint,” zegt de regisseur, “hou ik op”. “Elke aflevering begint met drie mensen, de nazaten van Jan de Hollander, die in 1975 op de Dam in Amsterdam lopen. Zover gaat de dynastie op televisie nu niet, dus ze hebben er voor niks gelopen. Het is het grootste debacle uit mijn loopbaan”. Hazeus literaire betrokkenheid wordt kenbaar in tal van dichtersportretten, van onder anderen Maurits Mok, H.H. ter Balkt, Hans Andreus, Jozef Eykmans, Gabriel Smit en Jos Vandeloo. Voorts in de bewerking tot televisiedrama van boeken als “De koperen tuin” van Simon Vestdijk (1975), “Wierook en tranen” van Ward Ruyslink en “Klaaglied om Agnes” van Marnix Gijsen, en in de door Judith Bosch en Hazeu zelf gepresenteerde boekenrubriek “Open boek” (1976). Als Joop Doderer in 1975 niet langer Swiebertje in de gelijknamige, populaire jeugdserie wil spelen, haalt Hazeu de geestelijke vader van deze zwerver, John Uit den Bogaard, over om een andere jeugdtelevisieheld te creëren: “Pommetje Horlepiep” (1976). Doderer komt in de serie “Professor Vreemdeling” (1977) terug in een nieuwe jeugdserie. Hazeu brengt twee vooroorlogse kinderboeken tot nieuw televisieleven. Van “In de Soete Suikerbol” geschreven door de in protestants-christelijk Nederland beroemde jeugdboekenschrijver W.G.van de Hulst laat hij een door diens zoon W.G. van de Hulst jr., overigens ook de boeken van zijn vader illustreerde, een getekende televisiestrip maken (1973). A.D. Hildebrands onsterfelijke "Bolke de Beer" krijgt een poppenuitvoering door de makers van De Fabeltjeskrant (1976). Hazeu schrijft televisiekritieken voor het literaire maandblad ‘De Gids’ (1972-1975). De publieke omroep heeft weliswaar geen commerciële concurrentie te duchten, Hazeu heeft ook (te) weinig zendtijd om alle wensen uit te voeren. Als Hazeu steeds minder weinig bekeken kunstprogramma´s mag maken en zijn energie dus alleen zou moeten geven aan populaire programma´s zoals Bartje en Sil de Strandjutter, besluit hij spontaan zijn dienstverband met de NCRV te beëindigen, wanneer Elzevieruitgeefster Angèle Manteau hem een betrekking aanbiedt

1978- heden

Hazeu wordt drie jaar uitgever bij Elsevier en daarna is hij, tot 2002, in dienst als uitgever en directeur bij de Bosch & Keuning groep (Ambo, Fontein, De Prom). Thans is hij schrijver. Het contact met de televisie verliest hij niet. Hij levert basisidee en schrijft het scenario voor de serie “Abdijen der lage landen” (KRO). Hij maakt documentaires voor over beeldend kunstenaars en schrijvers als Paul Citroen (AVRO, 1981), Otto Dicke (AVRO, 1983), Carel Willink (AVRO, 1983) A.C.Baantjer (AVRO, 1984) , Cees Bantzinger (AVRO, 1984), Jan de Hartog (NOS, 1988), Bertus Aafjes (KRO, 1989), Hugo Claus (NOS, 1992), W.F.Hermans (NOS, 1993), M.C.Escher (NOS, 1998) en Dick Bruna.

Prijzen en onderscheidingen

- Hilversumse Cultuurprijs (1966). - Biografieprijs van de Dordtse Academie voor de Slauerhoff- biografie (1995).