Hans Koekoek
Naam | Hans Louis Koekoek |
Geboren | Rotterdam, 21 januari 1935 |
Functies | technicus, cameraman, scenarioschrijver, regisseur |
Bekend van | Mensen van goede wil, Jan Bijlmer en de flatneurose, Jonge mensen nu, In de geest van Willink, Leven voor de dood, Vondelpark (serie) |
Periode actief | 1957-heden |
Werkt samen met | Henny van Aurich |
Trivia | Is ook auteur van romans |
Media | |
Externe info | Officiële site |
Hans Koekoek in de media Oeuvre Hans Koekoek |
Filmt vooral mensen. Koekoek bereikt liever een groot publiek via de televisie dan een select filmhuispubliek.Het gaat om de personages en wat ze te zeggen hebben. Vanaf het begin van zijn loopbaan gaat Koekoek zijn eigen weg, naar eigen zeggen niet geïnspireerd door enige andere regisseur. De beeldspraak van de filmers van De Hollandse School, zoals Haanstra en Van der Horst, vindt hij als jonge filmer al niet meer van zijn tijd. De ideologische constructies van Ivens spreken hem niet aan. Documentaires zijn voor hem tijdsmomenten met een lange adem, ze hebben een historische waarde.
Koekoek vindt het belangrijk, dat er over een lange tijd teruggekeken kan worden naar wat er in het verleden is gebeurd. Het liefst had hij eigenhandig de kruisiging van Jezus vastgelegd. Zijn eerste werk is op film gedraaid, later gaat hij over op video vanwege het gemak, de lagere kosten, maar ook omdat video kwalitatief voor hem niet voor film onderdoet. Koekoek is de schrijver van ruim 25 romans. Een enkele keer ontstaat er een boek in samenhang met zijn televisiewerk, zoals bij Het Groenestein Syndroom en Leven voor de dood. Zijn literaire werk wordt gekenmerkt door een sterke visuele en auditieve kwaliteit en natuurlijke dialogen. Paradoxen, leven, dood, liefde, haat, erotiek, religie en obsessie zijn in zijn boeken terugkerende thema’s. In zijn films en boeken probeert hij door te dringen tot de verborgen lagen van de mens.
Biografie
Hans Louis Koekoek wordt op 21 januari 1935 in een Joods gezin in Rotterdam geboren. Zijn vader is filmoperateur van beroep. Het gezin overleeft de Tweede Wereldoorlog. Koekoek studeert elektrotechniek aan de MTS. Na zijn eindexamen in 1953 wordt hij lichttechnicus bij Multifilm in Haarlem. Van lichttechnicus brengt hij het vervolgens tot geluidstechnicus, cameraman, scenarioschrijver en regisseur. Na een dienstverband bij Cinecentrum (1957 – 1968) vestigt hij zich als free lance filmer en romancier. Vanaf 1961 maakt hij zo’n veertig grote films en talloze kleinere filmprojecten. Het filmen wisselt hij af met het schrijven van een kleine dertig romans, waarvan enkele gebaseerd op autobiografische elementen.
Loopbaan
In augustus 1964 maakt Koekoek de eerste korte speelfilm. “De nacht voor maandag” wordt door de VPRO uitgezonden. Het verhaal gaat over een droombeleving van een verliefde jongen. In 1971 verschijnt er een korte speelfilm van zijn hand over een man in een flatgebouw, “Jan Bijlmer en de flatneurose”. De rest van zijn loopbaan concentreert hij zich echter op non-fictie programma’s. Hij werkt veelal solistisch. Begin jaren zeventig trekt hij er al alleen op uit om films te maken, terwijl de voorhanden zijnde apparatuur dat eigenlijk nog niet echt toestaat.
Tijdens zijn loopbaan wisselt hij de sociale en kunstzinnige films, die hij met name voor de KRO maakt, af met opdrachtfilms voor non-profitorganisaties (Nierstichting en het Epilepsiefonds) en journaals. Hij maakt onder andere afleveringen voor Socutera en programma’s voor de Nationale Kruisvereniging, de Stichting Meer Bewegen voor Ouderen en de Nederlandse Vereniging Tuberculose Bestrijding. Een film voor de Stichting Doofblinden wordt bekroond met de Holland Video Award (1990). Ook blijft Koekoek cameraman voor het werk van andere televisieregisseurs.
In 1969 maakt Koekoek naam met “Mensen van Goede Wil”, een KRO-documentaire over de Haagse Schilderswijk. De indringende film laat zien in welke erbarmelijke omstandigheden een aantal sociaal-zwakke gezinnen in die tijd leven. Het tv-programma veroorzaakt een buurtopstand, de politie drukt de rellen de kop in en het gezin moet enige tijd onderduiken. Het tumult heeft een versnelde sanering van de wijk tot gevolg. In 1976 produceert hij het succesvolle “Was Dat voor niets? Speurtocht naar een mensenleven” (KRO). Het is een zoektocht naar het leven een onbekende persoon wiens grafzerk met daarop alleen het woord ‘Dat’ en een geboorte- en overlijdensdatum Koekoek bij toeval zag, tijdens een wandeling op het kerkhof van Soest. De film wordt tot driemaal toe op televisie herhaald. In datzelfde jaar zendt de NOS de documentaire “Met zijn allen ziek zijn” uit. Koekoeks productie handelt over de laatste grote ziekenzaal in Nederland. Locatie is het Antonius Ziekenhuis in Utrecht.
In 1978 is dit ziekenhuis weer het onderwerp. Dit maal gaat het over een zaal ingericht voor louter terminale patiënten. De KRO zendt “Tot de laatste dag” uit op televisie. In 1983 filmt Koekoek “Het Groenestein-syndroom”, een reconstructie waarin volwassen herbeleven hoe zij hun kinderjaren in het voormalige Katholieke Haagse Weeshuis Groenestein hebben doorgebracht. Ook deze film zorgt voor ophef, omdat duidelijk wordt onder welk regime de kinderen te lijden hadden. In 1984 volgt “Hoe dood zijn onze doden”, over het verzet bij de Grebbelinie in 1940. Foto’s, herinneringen van nabestaanden en beelden van herdenkingsbijeenkomsten maken deze gebeurtenis in de Nederlandse oorlogsgeschiedenis inzichtelijk.
Koekoek krijgt verdere bekendheid als hij in 1991 voor de KRO de zesdelige serie “Jonge Mensen Nu” maakt. In deze serie portretteert de regisseur jonge mensen, die op een positieve manier vorm geven aan hun leven. Koekoek had graag na een aantal jaren een vervolgserie gemaakt, waarin hij dezelfde mensen nogmaals wilde opzoeken. Voor dit idee was tot zijn spijt geen omroep te vinden. Met name kunstenaars en schrijvers vormen in de loop der jaren dankbare onderwerpen voor Koekoek. Hij maakt programma’s over kunstenaars en schrijvers, zoals Paul Citroen, Marten Toonder, Otto Dicke, Anton Pieck, Kees Bol, Willem van de Hulst, W.F. Hermans, Hugo Claus, Johfra en Bantzinger. Over het schildersduo Carel Willink en zijn vrouw Sylvia Quiël maakt hij zelfs twee documentaires:” In de geest van Willink” en “Een andere blik op Willink”.
In 1994 creëert Koekoek voor de KRO de tweewekelijkse vijfdelige serie “Leven voor de dood”, een programma, waarin mensen die zich van het leven hebben willen beroven openhartig spreken over hun depressie en de wijze waarop ze de draad uiteindelijk weer oppakten. In 1996 maakt Koekoek nog een 3-delige serie over het Vondelpark. Deze serie wordt drie maal uitgezonden; de laatste keer in 1998.
Oeuvre-overzicht (selectie)
- De nacht voor maandag (1964). - Jan Bijlmer en de Flatneurose (1971). - Gamma (1974). - Was Dat voor niets? (1976). - Televizier XI/39 (1980). - Leren leven (i.s.m. Henny van Aurich) (1980). - Hoe dood zijn onze doden (1984). - Jonge mensen nu, serie (1991). - Daar ben ik het levende bewijs van (1992). - In de geest van Willink (1993). - Leven voor de dood, serie (1994). - Een andere blik op Willink (1995). - Vondelpark (1996).
Literatuur (selectie)
Een nacht van liefde (1965). Een avond leven (1968). Invalide….. nou en? (1971). Liefzijn toegestaan (1982). Het Groenestein Syndroom (1982). Zullen we proosten? (1986). Geen bange jood meer (1990). Leven voor de dood (1994). Graswandelen (2003). Magisch realistische vertellingen (2004). De herensociëteit (2004).
Prijzen en onderscheidingen
- De Holland Video Award voor een film voor de Stichting Doofblinden (1990).