Trivia Leo Dijkgraaf
Leo Dijkgraaf: via Pino en Jos Brink naar Annie
Zes jaar lang stapte hij ‘in de huid’ van Pino in Sesamstraat, in Rotterdam acteerde hij bij kindertheater Wiedus, later produceerde hij shows met André van Duin en Jos Brink en nu helpt hij mensen met een arbeidshandicap aan werk met zijn Annie Connect, waarvoor hij ook in Rotterdam een vestiging wil. Wie wil werken kan bij Leo Dijkgraaf terecht. Hij heeft nog werk voor tweehonderd mensen. Oftewel: de wonderlijke carrière van een sociaal bewogen ‘conceptenman’ die steeds weer met Rotterdam te maken heeft.
De Avenue Concordia, Schiekade, Nieuwe Binnenweg, ze roepen bij Leo Dijkgraaf dierbare herinneringen op. Hij woont in die Rotterdamse straten in de tijd dat hij bij Wiedus werkt. Mooie stad, Rotterdam. De Delftenaar (1952) komt er terecht na de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht en een eigen theatergroep in Delft. Drie jaar staat hij op de planken bij het Rotterdamse kindertheater, wint in die tijd als beste acteur de Hans Snoeck-prijs, een onderscheiding met aanzien, voor zijn rol in ‘Twee patat met’ over een jongen die bij een auto-ongeluk invalide wordt. Na Wiedus stapt hij over naar het RO-theater, heeft Hal4 als toneel, maar gaat daarna de tv-kant op. Rotterdam uit. Hij wordt gevraagd auditie te doen voor Pino, die enorme blauwe vogel in Sesamstraat, en komt als beste uit de bus. Leuke tijd. Het pak in gehesen worden, rechterarm omhoog in de kop, tegen de borst een klein schermpje om te zien waar hij loopt, en de linkerhand vrij voor een vlerk. Zes uitzendingen per dag opnemen, een week lang. Jaarlijks dertig opnamedagen, want er wordt ook herhaald. En hij moet als enige poppenspeler de tekst uit zijn hoofd leren. Anderen kunnen briefjes ophangen, hij niet. ,,En het is toch een rol!’’ verzekert Leo Dijkgraaf. Maar ja, daar alleen van leven gaat niet. Dus speelt hij daarnaast in grote stukken, onder anderen met Johnny Kraaijkamp, Donald Jones en Pieter Lutz. De echte bevrediging blijft evenwel uit. Elke avond de zelfde tekst, nee, dat is het niet. Acteren voor kinderen is toch veel leuker. Spannender ook. Maar daar is geen droge boterham mee te verdienen. Leo Dijkgraaf komt bij de Avro terecht waar hij ‘een spelfilmprogramma’ presenteert. Schoolkinderen moeten films maken en daar wordt een wedstrijdelement aan gekoppeld. Uiteindelijk wordt hij tv-producer. Het is de wereld van ‘Wie ben ik’, ‘Wedden dat’ en veel programma’s voor goede doelen waarin hij bij Joop van den Ende terecht komt. Carlo Boszhardt, Andrè van Duin,Ron Brandsteder, Jos Brink en vele anderen, waarmee hij met veel plezier gewerkt heeft.
Knagen
Maar rond 2000 gaat het weer knagen. Joop van den Ende is Endemol geworden en ‘Wedden dat’ is ‘Big Brother’. Allemaal goed op poten gezet, maar Leo Dijkgraaf heeft daar niet zo veel mee. Hij kijkt om zich heen en koppelt wat zaken aan elkaar. Wat vind ik leuk, vraagt hij zichzelf. Het antwoord is: goede doelen, wat betekenen voor de maatschappij. Dat ontdekt Leo Dijkgraaf al bij de productie van bijvoorbeeld de Postcodeloterijshow. Hij heeft er gezien dat er behoefte is aan goede call-centra. Dat het moeilijk is daar capabele mensen voor te vinden. En hij leest in de krant dat er zo’n miljoen WAO’ers zijn. Leo Dijkgraaf is ,,een concepten-man.’’ Hij koppelt A aan B en begint Annie Connect, een call-centre voor mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt. De start is 1 februari 2000. Voorzichtig, met vijf mensen achter de telefoon. Nu heeft hij 450 mensen op de loonlijst staan, van wie er 200 zijn, die bij hem met een arbeidshandicap of een andere achterstand op de arbeidsmarkt aan het werk konden. Mensen die graag willen werken, maar beperkt zijn in hun keuze. Met Annie Connect kunnen ze thuis werken, als ze dat willen, en, in overleg, op de door hen gewenste uren. En wie ziek is, krijgt doorbetaald. En iedereen boven de CAO. Hij heeft al vijftien Rotterdammers in dienst. Hoog tijd, en daar is Rotterdam weer, om ook hier een vestiging te beginnen.
Feyenoord
Het is een schot in de roos. Leo Dijkgraaf werkt nu voor talloze goede doelen, de hele eredivisie van het voetbal (o.a. met Feyenoord dat geld nodig had voor het Home of History), allerlei overheden en wat nog meer aan zijn normen voldoet. Dus geen energieleverancier als klant, of een telefoonbedrijf. Hij heeft zijn mensen beloofd dat er alleen voor goede doelen wordt gewerkt. Geen ‘koude’ telefonie. En helemaal commercieel, niks subsidie. Hij schrijft gewoon in op klussen en wint vaak genoeg. Want: ,,Mijn mensen zijn ouder, praten dus niet alleen, maar kunnen ook heel goed luisteren.’’ En geen bonussystemen, dus geen haast, haast, haast. De gemeente Rotterdam komt bij hem uit, als er een nieuw telefoonnummer voor alle diensten moet komen. Daar moet ook een call-centre bij en Roteb-directeur Aad van Nes stelt dat die moet worden bemand door mensen met uitkeringen. Het bedrijf van Dijkgraaf adviseert en helpt opbouwen. Volgens het Annie-concept. Leo Dijkgraaf schaamt zich wel eens voor zijn branche. De wereld van telemarketing heeft een slechte naam. En als je dan ook nog eens werkt met wao-ers, van wie sommigen denken dat die niets kunnen en je bent bezig met thuiswerk, dat vaak werkt met stuklonen, dan moet je alles in het werk stellen om het beter te doen. Eerlijker! Zeker mensen die vanuit een uitkering weer aan het werk gaan, moet je zekerheden bieden. Stukloon is voor hem dus uit den boze. Dijkgraaf doet veel extra’s voor zijn mensen. Twee keer per jaar organiseert hij een feest voor het personeel. En als ze bij hem binnen werken, krijgen ze een gezonde snack in de bedrijfskantine. Ook zelf bedacht. De conceptenman in hem zette een biologische slager en een biologische bakker bij elkaar en liet ze een gezond(er) saucijzenbroodje maken. Meer verantwoorde snacks volgden. En zo is Lekker Bio ontstaan, opgericht met de Rotterdamse (daar is Rotterdam weer) groothandelaar Peter Kruidenier (elf distributiecentra in Nederland), aan de Sluisjesdijk. Ambtenaren van het ministerie van Landbouw horen tot de eerste klanten voor de nieuwe producten.
Happy hour
Leo Dijkgraaf heeft nog een bedrijf: het Instituut voor Creatief Denken. Hij helpt via onder meer workshops en lezingen ondernemers die een impuls voor hun bedrijf(je) willen door ze anders te laten denken. Voorbeeld? Een boetiek die meer klanten wil. Leo Dijkgraaf gaat met de bedrijfsleiding rond de tafel zitten en laat ze ideeën bedenken vanuit een andere invalshoek. Stel, je runt een café en wil meer mensen in je zaak? Wat doe je dan? Natuurlijk, een happy hour. Stel, je organiseert nu iedere dag na vijf uur een happy hour in jouw modezaak? Of neem die taxichauffeur die vaste, dus trouwe klanten wil. Zie het eens zo, zegt Leo Dijkgraaf dan: Wat is de flits tussen het taxibedrijf en bijvoorbeeld een hond? Een hond kent zijn baas. De taxichauffeur kent zijn klanten niet. Flits! Zorg ervoor dat de klanten je leren kennen en geef een visitekaartje met je foto aan de klant. Een hond moet je verzorgen. Flits! Zorg beter voor je klant en leg op de achterbank wat gratis kranten neer. Over deze aanpak over creatief denken, heeft Leo Dijkgraaf, ondernemend als hij is, een boek geschreven. Dat ook nog. Het komt over enkele weken uit. De laatste klus die hij heeft, is een actie voor de in het Rotterdamse Lloydkwartier gevestigde zender LLink. Weer Rotterdam. Die moet voor 1 april 150.000 leden hebben. Daar heeft Leo Dijkgraaf ook weer ideeën voor. Welke? Hij moet zich even op de vlakte houden, geheel tegen zijn natuur in. Maar hij komt er weer voor naar Rotterdam. Altijd leuk.