Bram van der Vlugt

Uit B&G Wiki

Bram van der Vlugt is decennia lang als acteur actief in theater, op televisie en in de bioscoop. Vanuit kleine toneelgezelschappen als Toneelgroep Studio en De Nieuwe Komedie groeit hij door naar het nationale theatercircuit waarin hij sinds 1974 als freelancer een vaste plek heeft verworven. Na zijn televisiedoorbraak als dokter Finlay in de jaren zestig is hij met regelmaat in uiteenlopende rollen te zien. Populaire hoogtepunten zijn de rollen van dokter Brouwer in Medisch Centrum West en advocaat Marius de Boer in Keyzer & De Boer advocaten. Van 1986 tot en met 2010 is hij bovendien ‘vaste raadgever van Sinterklaas in televisieaangelegenheden’, een rol van waaruit hij het publieke beeld van de goed heiligman voor generaties helpt bepalen.


Jeugd en opleiding

Bram van der Vlugt groeit op in het Belgisch Park, de nette buurt van Scheveningen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moet zijn familie verhuizen naar het Bezuidenhout in Den Haag, waar ze op 3 maart 1945 meemaken hoe de Engelsen per ongeluk de stad bombarderen. Na wat omzwervingen keert de familie terug naar hun huis in Scheveningen.

De jonge, keurige Van der Vlugt gaat na de Haagse School Vereniging naar het Nederlands lyceum waar hij zeven jaar doet over gymnasium bèta. In zijn vrije tijd is hij veel met muziek bezig. Al tijdens de oorlog krijgt hij pianoles tot zijn leraar wordt vermoord. Na de oorlog wordt Regina Grelinger, van huis uit celliste, zijn pianolerares. Naast muziek maken doet hij aan toneelspelen. Beiden komen echter niet in aanmerking als mogelijk beroep, zeker niet in de ogen van zijn ouders. Uit een beroepskeuzetest komen scheikunde en bouwkunde naar voren. Hij kiest voor de tweede, omdat hij wel leuk kan tekenen, en gaat in 1952 voor de studie naar Delft. Als lid van het Delfts Studentencorps gaat hij weer muziek maken en toneelspelen. Nog altijd krijgt hij les van Grelinger, die hem inmiddels ook celloles geeft. Tijdens zijn studie speelt hij cello in het Delfts Studenten Orkest “Apollo” en in kamermuziekensembles. Door al zijn activiteiten haalt hij het verplichte aantal examens binnen drie jaar niet en moet hij twee jaar in militaire dienst. Eenmaal uit dienst in 1957 doet hij mee aan het grote lustrumspel in Delft. Op dat moment kiest hij ervoor om de bouwkunde definitief achter zich te laten en voor het toneel te kiezen. Dat vindt hij toch het leukste om te doen.

In 1958 verlaat hij Delft en betrekt een kamertje in de Javastraat in Den Haag. Hij gaat op toneelles bij Frans van der Lingen en doet links en rechts audities. Regina Grelinger, nog altijd zijn muzieklerares, ziet dat het niet goed met hem gaat en adviseert hem naar de Toneelschool te gaan. Omdat het schooljaar al is begonnen en er jaarlijks maar een beperkt aantal studenten wordt toegelaten schrijven ze samen een brief aan Willy Pos, directeur van de Toneelschool in Amsterdam. Tot zijn verbazing mag Van der Vlugt op gesprek komen en mag hij een week later auditie doen. Direct na de herfstvakantie mag hij in de eerste klas instromen. Het geluk wil dat er in de klas een tekort aan jongens is en dat heeft in zijn voordeel gewerkt. Hij leert er Aart Staartjes kennen met wie hij samen met Ina van der Molen, Liselot Beekmeyer en Hetty Verhoogt in 1961 eindexamen doet. Van der Vlugt doet na Peter Oosthoek als tweede een gecombineerd eindexamen regie en acteren.


Toneel

In 1961 komt Van der Vlugt als regisseur/acteur in dienst bij Toneelgroep Studio, een klein reisgezelschap onder leiding van Han Surink. Het gezelschap trekt langs legerplaatsen en dorpshuizen, maar Surink heeft hogere ambitites. In 1962 wordt Kees van Iersel aangetrokken om leiding te geven aan Studio. Vanuit de Brakke Grond in Amsterdam starten Surink en Van Iersel een experimenteel toneelgezelschap waar Van der Vlugt toevallig (en gelukkig) inzit. Al gauw laat hij het regisseren voor gezien, aangezien hij het acteren veel liever (en beter) doet.

In de jaren zestig speelt Van der Vlugt in meerdere toneelstukken per jaar en ook is hij regelmatig op televisie te zien in diverse rollen. Na een jaartje bij de Nieuwe Komedie – waar hij toch ook weer regisseert – richt hij in 1970 Toneelgroep Sater op. In 1974 maakt hij de overstap naar het landelijke circuit met zijn rol van Graaf de Guiche in Cyrano de Bergerac waarin hij voor het eerst samen speelt met de traditioneel klassieke top van het toneel. Vanaf dat jaar werkt hij alleen nog maar als freelancer, zowel in het theater als op televisie. Met uitzondering van 2005 heeft hij ieder jaar minstens in één toneelstuk gespeeld. In 2013 staat hij samen met Joost Prinsen in Oude meesters van Ger Thijs.


Televisie

Tijdens een verblijf in Italië in 1963 zit Van der Vlugt op het strand een Nederlandse krant te lezen. Zijn oog valt op een advertentie van de NCRV die voor een nieuwe doktersserie een jonge acteur zoekt. Hij schrijft meteen een brief en kort daarna speelt hij voor het eerst dokter Finlay. De serie Memorandum van een dokter (1963-1967) staat op Nederland 1 geprogrammeerd op zondagavond direct na Sport in beeld. Het is een enorm succes en Van der Vlugt wordt beroemd in Nederland. Hij vindt het een leuke rol om te spelen, maar hij heeft niet het idee dat hij iets bijzonders doet. Wel is hij onder de indruk van het feit dat het hele Nederlandse toneel gastrollen speelt in “zijn” serie.

Ondertussen blijft hij acteren bij Toneelgroep Studio. Dit gaat steeds in overleg en is goed te doen. Immers worden er van Memorandum maar achttien afleveringen in vier jaar gemaakt en telkens per twee. Bij de laatste twee gaat het echter mis. De première van het toneelstuk Tango van Mrožek, waarin hij een grote rol heeft, wordt tweemaal uitgesteld waardoor de opnames van Memorandum in gevaar komen. Han Surink deelt de NCRV mee dat Van der Vlugt niet naar de opnames komt. De omroep vervangt hem door Cor van den Brink en in de kranten valt te lezen dat Van der Vlugt de omroep laat stikken. Het volk mist echter “hun dokter Finlay” in de laatste afleveringen. Uiteindelijk maakt het voor zijn verdere televisiecarrière niets uit, want Van der Vlugt is vanaf de jaren zestig met regelmaat in grote en kleine rollen op de buis te zien.


Sinterklaas

Van der Vlugt vindt dat hij meerdere malen geluk heeft gehad, zowel in zijn theater- als zijn televisiecarrière. “Het is een combinatie van heel veel geluk en kansen krijgen, en die niet verknallen. Ik ben niet een van God gegeven acteur, maar ik heb wel geluk gehad. En vaak is het wel goed gekomen.”

Veel kansen zijn hem geboden, omdat hij op het juiste moment op de juiste plek is geweest. Zo is ook zijn verbintenis met Sinterklaas toevallig op zijn pad gekomen. In 1985 staat Van der Vlugt in een toneelstuk samen met Frits Lambrechts, die op dat moment Hoofdpiet is bij de Sinterklaasintocht. Hij vertelt dat Adrie van Oorschot ophoudt als televisie-Sinterklaas. Van der Vlugt geeft aan dat hij wel interesse heeft om het stokje over te nemen. Hij komt de regisseur van de intocht, zijn oude studiegenoot Aart Staartjes, in februari 1986 tegen en hij wordt uitgenodigd om mee te komen naar Zutphen waar dat jaar de intocht gehouden zal worden. In november van dat jaar is Van der Vlugt voor het eerst van de partij bij de intocht. Ook verschijnt hij in een aantal televisieprogramma’s, waarmee hij het televisie-imago van de goed heiligman verder ontwikkelt en waarborgt. Zijn motto daarbij is: “Kinderen hebben altijd gelijk en Sinterklaas laat zich niet chanteren door ouders die problemen hebben met de opvoeding.”

In de loop der jaren neemt het aantal Sinterklaasoptredens enorm toe, met als gevolg dat pakjesavond bij de familie Van der Vlugt meestal in de vroege ochtenduren van 6 december plaatsvindt. Na vijfentwintig jaar geeft Van der Vlugt in 2011 het stokje over aan Stefan de Walle. In 2012 brengt hij een boek uit met herinneringen aan deze vreugdevolle jaren onder de titel Sinterklaas bestaat! en in 2014 heeft hij een hoofdrol in de film Pak van Mijn Hart.

Bram van der Vlugt als Sinterklaas Bram van der Vlugt als Sinterklaas


Waardering

Los van zijn passie voor het acteervak is Van der Vlugt gedreven door zijn verlangen om “erbij te horen”. In zijn schooljaren en studententijd gaat hij naar voorstellingen bij de Haagse Comedie waar hij Paul Steenbergen, Ida Wassermann, Elisabeth Andersen, Cees Laseur en Coen Flink ziet optreden. Hij wil niets liever dan bij het gezelschap op het podium horen. Hij vindt het ook geweldig dat hij op de Toneelschool les krijgt van “echte” acteurs als Ank van der Moer en Ton Lutz. Wanneer de grote namen uit de toneelwereld gastrollen spelen in Memorandum van een dokter heeft hij voor het eerst het gevoel dat hij erbij hoort.

In 1999-2000 speelt hij de hoofdrol in het toneelstuk Kopenhagen. Het publiek blijft toestromen om de kleine voorstelling te zien en Van der Vlugt wordt beloond met de Louis d’Or. Het winnen van de prijs ziet hij als het ultieme bewijs dat hij er echt bij hoort. “Het maakt niet zoveel uit voor mijn kwaliteit, maar het is toch leuk”. Wanneer het stuk in 2009 nogmaals een succesvolle tournee maakt, mag Van der Vlugt zijn vijfenzeventigste verjaardag vieren op het toneel van de Koninklijke Schouwburg. Het is dan precies zestig jaar geleden dat hij voor het eerst op datzelfde podium heeft gestaan als figurant in een schooltoneelvoorstelling. Zijn portret komt in de Schouwburg te hangen en als verjaardagscadeau mag hij de voorstelling in 2010 in diezelfde schouwburg herhalen.

Ook in de televisiewereld is Van der Vlugt bij collega’s geliefd. Opmerkelijk en mooi vindt hij het vertrouwen en de waardering dat het team van Keyzer & De Boer advocaten in hem stelt. Kort voor de start van de productie in begin 2005 hoort Van der Vlugt dat hij darmkanker heeft. De behandeling begint tegelijkertijd met de productie, maar productiemaatschappij NL Film wil hem niet vervangen. Het script en de draaidagen worden omgegooid, zodat hij tussen zijn chemotherapie door zijn scènes kan opnemen. Tegen de tijd dat zijn behandeling erop zit zijn de opnames van seizoen één van de serie afgerond.


Ontwikkeling

Terugkijkend vindt Van der Vlugt dat hij gaandeweg beter is gaan acteren. “Pas toen ik vijfentwintig jaar op het toneel stond ben ik een beetje uit mijn schulp gekropen. Ik heb veel gedaan, een rolletje hier en daar, dus de lijst lijkt lang, en soms zit er een echte mooie, goede rol tussen”. Hij prijst zich gelukkig dat hij zich in zowel de theater- als de televisiewereld breed heeft mogen ontwikkelen. “Het is natuurlijk heel fijn om aan de populaire kant te staan en ook aan de serieuze kant”.

Nog altijd staat Van der Vlugt met plezier op de planken, hoewel het aantal voorstellingen per week de laatste jaren afneemt. Het liefst blijft hij zo lang mogelijk doorgaan met toneelspelen. “Ik kan nog denken, ik kan het nog onthouden en ik kan nog lopen. Meer hoeft niet.”