Diode

De diode is een onderdeel dat elektrische stroom maar in één richting doorlaat. In de elektrotechniek is het een onmisbaar onderdeel. De eerste diode bestond in de vorm van een radiobuis. Die is te vinden in elke buizenontvanger. Later wordt de diode uitgevoerd als klein glazen buisje met twee draadjes, elk aan een uiteinde zodat hij makkelijk te solderen is. De functie is elektrische stroom gelijk te richten.

Ons lichtnet geeft ons elektriciteit in de vorm van wisselstroom. De elektronenstroom die door de draden gaat wisselt vijftig keer per seconde van richting. Dat is handig en belangrijk voor het transport. Veel van onze elektrische apparaten hebben echter gelijkstroom nodig en ook nog eens veel minder spanning dan 230 volt. Met een transformator kan de 230 volt worden teruggebracht naar 9, 12, 15 of eigenlijk elk voltage dat we nodig hebben. Uit de transformator komt echter nog steeds wisselstroom en die moet dus worden gelijkgericht. De elektronen moeten niet 50 keer per seconde heen en weer gaan maar continu in dezelfde richting stromen. De diode zorgt daarvoor. Maar één diode is niet genoeg. Uit de radio zou een storend gebrom hoorbaar worden. Als we vier diodes op een bepaalde manier aan elkaar verbinden en de wisselspanning op twee punten aansluiten komt uit de andere twee punten een mooie gelijkgerichte stroom tevoorschijn. Deze constructie wordt gelijkrichter genoemd. Op deze manier kunnen we op batterijen besparen.