Dode dichters almanak: verschil tussen versies

Uit B&G Wiki
Geen bewerkingssamenvatting
k (correctie)
 
(3 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 11: Regel 11:


[[Afbeelding:dodedichtersalmanak.jpg]]
[[Afbeelding:dodedichtersalmanak.jpg]]
 
<br clear="all">
===Beschrijving===
===Beschrijving===
Een serie dagsluitingen bestaande uit archiefmateriaal, waarin een reeds overleden dichter voorleest uit eigen werk. Het is een van de kortste programma's op de televisie.
Een serie dagsluitingen bestaande uit archiefmateriaal, waarin een reeds overleden dichter voorleest uit eigen werk. Het is een van de kortste programma's op de televisie.
Regel 21: Regel 21:


Productie [[Ine Waltuch]] [[Else Marie Rombouts]]
Productie [[Ine Waltuch]] [[Else Marie Rombouts]]
Montage [[Martin de Vries]]


Muziek [[Henny Vrienten]]
Muziek [[Henny Vrienten]]


===Hans Keller over het programma===
===Hans Keller over het programma===


‘Ik kwam erop door iemand anders, zoals je meestal ideeën opdoet. In 1996 was ik op vakantie in Ierland. We kwamen ’s avonds laat aan in een hotel en ik zette de televisie aan. Toen zag ik tot mijn stomme verbazing T.S. Eliot; ik wist niet eens dat die man ooit gefilmd was. Hij las in een grote microfoon waar BBC op stond een van zijn ‘Four Quartets’, daarna iets van Auden, Stevie Smith en Philip Larkin. Ineens realiseerde ik me: verrek; ik heb zelf ooit J.C. Bloem voor de camera gehad, en Simon Vestdijk. Kort daarna zag ik de film ''Dead Poets Society'' – sentimenteel maar mooi – en toen viel alles samen en ontstond dit programma. Het heet ‘almanak’ omdat ik het liefst elke dag een gedicht wilde uitzenden. Het werd een keer per week, en dat is ook al mooi. Dat blijkt ook uit de reacties van bijvoorbeeld archiefmedewerkers uit het buitenland; die zijn verbijsterd dat dit bij ons gebeurt. Ze vinden het geweldig en gaan enthousiast op zoek naar beelden van dode dichters. Waarom dode? Ja omdat dat eigenlijk het enig denkbare selectiecriterium is. Met levende dichters krijg je onmiddellijk: waarom heb je die niet, of die?


‘Ik kwam erop door iemand anders, zoals je meestal ideeën opdoet. In 1996 was ik op vakantie in Ierland. We kwamen ’s avonds laat aan in een hotel en ik zette de televisie aan. Toen zag ik tot mijn stomme verbazing T.S. Eliot; ik wist niet eens dat die man ooit gefilmd was. Hij las in een grote microfoon waar BBC op stond een van zijn ‘Four Quartets’, daarna iets van Auden, Stevie Smith en Philip Larkin. Ineens realiseerde ik me: verrek; ik heb zelf ooit J.C. Bloem voor de camera gehad, en Simon Vestdijk. Kort daarna zag ik de film ''Dead Poets Society'' – sentimenteel maar mooi – en toen viel alles samen en ontstond dit programma. Het heet ‘almanak’ omdat ik het liefst elke dag een gedicht wilde uitzenden. Het werd een keer per week, en dat is ook al mooi. Dat blijkt ook uit de reacties van bijvoorbeeld archiefmedewerkers uit het buitenland; die zijn verbijsterd dat dit bij ons gebeurt. Ze vinden het geweldig en gaan enthousiast op zoek naar beelden van dode dichters. Waarom dode? Ja omdat dat eigenlijk het enig denkbare selectiecriterium is. Met levende dichters krijg je onmiddellijk: waarom heb je die niet, of die?
Mijn persoonlijke favorieten zijn Auden, Lucebert en Stevie Smith. Die zijn ook mooi gefilmd. Lucebert toevallig door mijzelf. Dat is ook de kracht van het programma: geen gedoe met vallende blaadjes of stormen in een woestijn; je ziet gewoon een dichter die leest. Toen in Ierland dacht ik echt: godverdomme zeg wat geweldig. Datzelfde hoop ik bij anderen te bewerkstelligen. Ja we hadden het tienjarig bestaan graag willen vieren, met het uitzenden van de highlights, maar dat is van hogerhand afgeblazen. Maar eigenlijk is elke uitzending de viering van een dichter.’
Mijn persoonlijke favorieten zijn Auden, Lucebert en Stevie Smith. Die zijn ook mooi gefilmd. Lucebert toevallig door mijzelf. Dat is ook de kracht van het programma: geen gedoe met vallende blaadjes of stormen in een woestijn; je ziet gewoon een dichter die leest. Toen in Ierland dacht ik echt: godverdomme zeg wat geweldig. Datzelfde hoop ik bij anderen te bewerkstelligen. Ja we hadden het tienjarig bestaan graag willen vieren, met het uitzenden van de highlights, maar dat is van hogerhand afgeblazen. Maar eigenlijk is elke uitzending de viering van een dichter.’
VPRO gids 1 (2008), door Angela van der Elst - 10 januari 2008, p. 70  
VPRO gids 1 (2008), door Angela van der Elst - 10 januari 2008, p. 70  

Huidige versie van 16 mrt 2021 om 23:44

Periode1988 - heden
Beschikbaar in archiefBeeld en Geluid
GenreKunst en cultuurprogramma
Decennia1990-1999 2000-2009
Mediumtelevisie

Dodedichtersalmanak.jpg

Beschrijving

Een serie dagsluitingen bestaande uit archiefmateriaal, waarin een reeds overleden dichter voorleest uit eigen werk. Het is een van de kortste programma's op de televisie. De dichters zijn onder andere Hans Andreus, J.C. Bloem, Elisabeth Eybers, Louis Ferron, W.F. Hermans, Lucebert, Adriaan Morriën, Paul Rodenko, Bert Schierbeek, Willem Wilmink.

Makers

Redactie Hans Keller

Productie Ine Waltuch Else Marie Rombouts

Montage Martin de Vries

Muziek Henny Vrienten

Hans Keller over het programma

‘Ik kwam erop door iemand anders, zoals je meestal ideeën opdoet. In 1996 was ik op vakantie in Ierland. We kwamen ’s avonds laat aan in een hotel en ik zette de televisie aan. Toen zag ik tot mijn stomme verbazing T.S. Eliot; ik wist niet eens dat die man ooit gefilmd was. Hij las in een grote microfoon waar BBC op stond een van zijn ‘Four Quartets’, daarna iets van Auden, Stevie Smith en Philip Larkin. Ineens realiseerde ik me: verrek; ik heb zelf ooit J.C. Bloem voor de camera gehad, en Simon Vestdijk. Kort daarna zag ik de film Dead Poets Society – sentimenteel maar mooi – en toen viel alles samen en ontstond dit programma. Het heet ‘almanak’ omdat ik het liefst elke dag een gedicht wilde uitzenden. Het werd een keer per week, en dat is ook al mooi. Dat blijkt ook uit de reacties van bijvoorbeeld archiefmedewerkers uit het buitenland; die zijn verbijsterd dat dit bij ons gebeurt. Ze vinden het geweldig en gaan enthousiast op zoek naar beelden van dode dichters. Waarom dode? Ja omdat dat eigenlijk het enig denkbare selectiecriterium is. Met levende dichters krijg je onmiddellijk: waarom heb je die niet, of die?

Mijn persoonlijke favorieten zijn Auden, Lucebert en Stevie Smith. Die zijn ook mooi gefilmd. Lucebert toevallig door mijzelf. Dat is ook de kracht van het programma: geen gedoe met vallende blaadjes of stormen in een woestijn; je ziet gewoon een dichter die leest. Toen in Ierland dacht ik echt: godverdomme zeg wat geweldig. Datzelfde hoop ik bij anderen te bewerkstelligen. Ja we hadden het tienjarig bestaan graag willen vieren, met het uitzenden van de highlights, maar dat is van hogerhand afgeblazen. Maar eigenlijk is elke uitzending de viering van een dichter.’ VPRO gids 1 (2008), door Angela van der Elst - 10 januari 2008, p. 70