Dolf Brouwers: verschil tussen versies

Uit B&G Wiki
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 21: Regel 21:
Brouwers blijft op en top een heer en protesteert wanneer Wim T. Schippers hem in stripverhalen laat vloeken en vunzige handelingen laat uitvoeren. Een rechtszaak is het gevolg; de kwestie wordt later in de minne geschikt. Wanneer zowel programmamakers als het publiek zijn uitgekeken op het type Sjef van Oekel, trekt Dolf Brouwers zich terug en zorgt voor zijn dementerende vrouw. Wanneer hij door mensen op straat of door journalisten nog wordt aangesproken, begint hij te glimmen en vertelt dankbaar te zijn voor de successen die hij op zo’n hoge leeftijd nog mocht beleven met de woorden: “Ik heb een veel belovende toekomst achter de rug, als het ware dan, reeds…”
Brouwers blijft op en top een heer en protesteert wanneer Wim T. Schippers hem in stripverhalen laat vloeken en vunzige handelingen laat uitvoeren. Een rechtszaak is het gevolg; de kwestie wordt later in de minne geschikt. Wanneer zowel programmamakers als het publiek zijn uitgekeken op het type Sjef van Oekel, trekt Dolf Brouwers zich terug en zorgt voor zijn dementerende vrouw. Wanneer hij door mensen op straat of door journalisten nog wordt aangesproken, begint hij te glimmen en vertelt dankbaar te zijn voor de successen die hij op zo’n hoge leeftijd nog mocht beleven met de woorden: “Ik heb een veel belovende toekomst achter de rug, als het ware dan, reeds…”


Dolf Brouwers debuteert op zijn zevende jaar in kinderoperettes. Op twaalfjarige leeftijd begint hij als krullenjongen bij een timmerman in Scheveningen. Wanneer hij veertien is komt hij in het kappersvak terecht en werkt van acht uur ’s morgens tot tien uur in de avond. Zijn beroemdste klant is prins Hendrik. Wanneer de directeur van theater Scala in Den Haag, terwijl hij door Dolf wordt geknipt, hem vraagt om in het operettekoor te komen, aarzelt hij geen moment. Voor vijftien gulden per week zingt en danst hij bij het gezelschap en ontmoet er zijn vrouw Greet. Na de Tweede Wereldoorlog pakt hij zijn oude beroep weer op en wordt kapper in een bejaardentehuis. Daarna volgen baantjes als reisleider en schilder in Madurodam. In zijn nadagen als artiest in 1972 krijgt hij de rol van Sjefke van Oekel, eigenaar van een Belgische friteskraam in ''[[De Fred Hachéshow]]''. Het type Sjef van Oekel wordt razend populair en al snel krijgt hij eigen shows. Dolf maakt talloze platen die hoog op de hitparade komen zoals Vette Jus. Dolf gaat op de schnabbeltoer en zijn laatste werk is dat als parlementair medewerker voor de VARA-radio. Wanneer zijn vrouw Greet ziek wordt stopt hij met optreden en wijdt hij zich aan de verzorging van zijn vrouw tot haar dood in 1995. Twee jaar later overlijdt Brouwers zelf in zijn huis in Den Haag.
Dolf Brouwers debuteert op zijn zevende jaar in kinderoperettes. Op twaalfjarige leeftijd begint hij als krullenjongen bij een timmerman in Scheveningen. Wanneer hij veertien is komt hij in het kappersvak terecht en werkt van acht uur ’s morgens tot tien uur in de avond. Zijn beroemdste klant is prins Hendrik. Wanneer de directeur van theater Scala in Den Haag, terwijl hij door Dolf wordt geknipt, hem vraagt om in het operettekoor te komen, aarzelt hij geen moment. Voor vijftien gulden per week zingt en danst hij bij het gezelschap en ontmoet er zijn vrouw Greet. Na de Tweede Wereldoorlog pakt hij zijn oude beroep weer op en wordt kapper in een bejaardentehuis. Daarna volgen baantjes als reisleider en schilder in Madurodam. In zijn nadagen als artiest in 1972 krijgt hij de rol van Sjefke van Oekel, eigenaar van een Belgische friteskraam in ''[[De Fred Haché Show]]''. Het type Sjef van Oekel wordt razend populair en al snel krijgt hij eigen shows. Dolf maakt talloze platen die hoog op de hitparade komen zoals Vette Jus. Dolf gaat op de schnabbeltoer en zijn laatste werk is dat als parlementair medewerker voor de VARA-radio. Wanneer zijn vrouw Greet ziek wordt stopt hij met optreden en wijdt hij zich aan de verzorging van zijn vrouw tot haar dood in 1995. Twee jaar later overlijdt Brouwers zelf in zijn huis in Den Haag.


Ook al voelt hij zich mislukt als zanger, toch komt Dolf Brouwers wekelijks in de Haagse Artiestenclub, waar vooral oudere kunstenaars over vroeger praten. Daar is moppentapper [[Harry Touw]] de voorzitter van en deze werkt samen met [[Wim van der Linden]], [[Gied Jaspars]] en [[Wim T. Schippers]] aan ''[[De Fred Hachéshow]]'' waarin Harry furore maakt als Fred Haché. Wanneer er wordt gezocht naar een dikke Belgische fritesbakker, denkt Harry dat Dolf Brouwers wel een kans maakt. In de tweede ''De Fred Hachéshow'' is hij Sjef van Oekel wiens friteskraam in het Belgische Reet is afgebrand doordat de vlam in de pan schiet. Dolf krijgt meerdere rollen: als playbackende travestiet in bloemetjesjurk, als de nogal op Hitler lijkende Duitse militair die een lied van Schubert zingt, als friet etende manager van Miss België en als Belgische Minister van Cultuur, vooral omdat het Vlaams spreken hem goed af gaat. Wanneer de van huis uit drummer [[IJf Blokker]] een eigen televisieserie krijgt als Barend Servet in ''[[Barend is weer bezig]]'' wordt de rol van Dolf als Sjef van Oekel groter. Badend in het zweet en in keurige smoking houdt hij een inleiding voor een volle zaal. Omdat hij geen teksten kan onthouden leest hij alles van papier en dan horen we voor het eerst de uitdrukkingen, die door Wim T. Schippers zijn bedacht: ‘reeds, pardon reeds, als het ware, dat ben ik dus en waar heb dat nou voor nodig!’.  
Ook al voelt hij zich mislukt als zanger, toch komt Dolf Brouwers wekelijks in de Haagse Artiestenclub, waar vooral oudere kunstenaars over vroeger praten. Daar is moppentapper [[Harry Touw]] de voorzitter van en deze werkt samen met [[Wim van der Linden]], [[Gied Jaspars]] en [[Wim T. Schippers]] aan ''[[De Fred Hachéshow]]'' waarin Harry furore maakt als Fred Haché. Wanneer er wordt gezocht naar een dikke Belgische fritesbakker, denkt Harry dat Dolf Brouwers wel een kans maakt. In de tweede ''De Fred Hachéshow'' is hij Sjef van Oekel wiens friteskraam in het Belgische Reet is afgebrand doordat de vlam in de pan schiet. Dolf krijgt meerdere rollen: als playbackende travestiet in bloemetjesjurk, als de nogal op Hitler lijkende Duitse militair die een lied van Schubert zingt, als friet etende manager van Miss België en als Belgische Minister van Cultuur, vooral omdat het Vlaams spreken hem goed af gaat. Wanneer de van huis uit drummer [[IJf Blokker]] een eigen televisieserie krijgt als Barend Servet in ''[[Barend is weer bezig]]'' wordt de rol van Dolf als Sjef van Oekel groter. Badend in het zweet en in keurige smoking houdt hij een inleiding voor een volle zaal. Omdat hij geen teksten kan onthouden leest hij alles van papier en dan horen we voor het eerst de uitdrukkingen, die door Wim T. Schippers zijn bedacht: ‘reeds, pardon reeds, als het ware, dat ben ik dus en waar heb dat nou voor nodig!’.  

Versie van 30 jul 2008 14:28

Dolf Brouwers

NaamAdolphus Brouwers
GeborenUtrecht, 31 augustus 1912
GestorvenDen Haag, 23 september 1997
Functies zanger, acteur, presentator
Bekend vanBarend is weer bezig, Van Oekel's Discohoek, Het is weer zo laat
Periode actief1972-1995
Werkt samen metWim T. Schippers, IJf Blokker
Triviaonlosmakelijk verbonden aan het typetje Sjef van Oekel

Dolf Brouwers in de media
Oeuvre Dolf Brouwers

Na een leven van twaalf ambachten en dertien ongelukken wordt Dolf Brouwers op zijn zestigste jaar tot zijn grote vreugde ontdekt als ‘artiest’. Het is moppentapper Harry Touw, die programmamaker Wim T. Schippers attent maakt op de man die zo graag een groot zanger had willen zijn. Schippers vormt Dolf Brouwers tot het type Sjef van Oekel. Wim T. Schippers koopt een grote bril voor hem, steekt hem in een smoking en adviseert hem een soort van ‘Hitlersnor’ te laten staan. Dolf gaat helemaal op in zijn rol en weet soms niet meer het verschil tussen Dolf en Sjef. Hij geniet van alle aandacht en is er dol gelukkig mee. Na jaren van de eindjes aan elkaar knopen komt er geld binnen voor nieuwe meubels en zelfs een zomerhuisje in de badplaats Oostvoorne.

Brouwers blijft op en top een heer en protesteert wanneer Wim T. Schippers hem in stripverhalen laat vloeken en vunzige handelingen laat uitvoeren. Een rechtszaak is het gevolg; de kwestie wordt later in de minne geschikt. Wanneer zowel programmamakers als het publiek zijn uitgekeken op het type Sjef van Oekel, trekt Dolf Brouwers zich terug en zorgt voor zijn dementerende vrouw. Wanneer hij door mensen op straat of door journalisten nog wordt aangesproken, begint hij te glimmen en vertelt dankbaar te zijn voor de successen die hij op zo’n hoge leeftijd nog mocht beleven met de woorden: “Ik heb een veel belovende toekomst achter de rug, als het ware dan, reeds…”

Dolf Brouwers debuteert op zijn zevende jaar in kinderoperettes. Op twaalfjarige leeftijd begint hij als krullenjongen bij een timmerman in Scheveningen. Wanneer hij veertien is komt hij in het kappersvak terecht en werkt van acht uur ’s morgens tot tien uur in de avond. Zijn beroemdste klant is prins Hendrik. Wanneer de directeur van theater Scala in Den Haag, terwijl hij door Dolf wordt geknipt, hem vraagt om in het operettekoor te komen, aarzelt hij geen moment. Voor vijftien gulden per week zingt en danst hij bij het gezelschap en ontmoet er zijn vrouw Greet. Na de Tweede Wereldoorlog pakt hij zijn oude beroep weer op en wordt kapper in een bejaardentehuis. Daarna volgen baantjes als reisleider en schilder in Madurodam. In zijn nadagen als artiest in 1972 krijgt hij de rol van Sjefke van Oekel, eigenaar van een Belgische friteskraam in De Fred Haché Show. Het type Sjef van Oekel wordt razend populair en al snel krijgt hij eigen shows. Dolf maakt talloze platen die hoog op de hitparade komen zoals Vette Jus. Dolf gaat op de schnabbeltoer en zijn laatste werk is dat als parlementair medewerker voor de VARA-radio. Wanneer zijn vrouw Greet ziek wordt stopt hij met optreden en wijdt hij zich aan de verzorging van zijn vrouw tot haar dood in 1995. Twee jaar later overlijdt Brouwers zelf in zijn huis in Den Haag.

Ook al voelt hij zich mislukt als zanger, toch komt Dolf Brouwers wekelijks in de Haagse Artiestenclub, waar vooral oudere kunstenaars over vroeger praten. Daar is moppentapper Harry Touw de voorzitter van en deze werkt samen met Wim van der Linden, Gied Jaspars en Wim T. Schippers aan De Fred Hachéshow waarin Harry furore maakt als Fred Haché. Wanneer er wordt gezocht naar een dikke Belgische fritesbakker, denkt Harry dat Dolf Brouwers wel een kans maakt. In de tweede De Fred Hachéshow is hij Sjef van Oekel wiens friteskraam in het Belgische Reet is afgebrand doordat de vlam in de pan schiet. Dolf krijgt meerdere rollen: als playbackende travestiet in bloemetjesjurk, als de nogal op Hitler lijkende Duitse militair die een lied van Schubert zingt, als friet etende manager van Miss België en als Belgische Minister van Cultuur, vooral omdat het Vlaams spreken hem goed af gaat. Wanneer de van huis uit drummer IJf Blokker een eigen televisieserie krijgt als Barend Servet in Barend is weer bezig wordt de rol van Dolf als Sjef van Oekel groter. Badend in het zweet en in keurige smoking houdt hij een inleiding voor een volle zaal. Omdat hij geen teksten kan onthouden leest hij alles van papier en dan horen we voor het eerst de uitdrukkingen, die door Wim T. Schippers zijn bedacht: ‘reeds, pardon reeds, als het ware, dat ben ik dus en waar heb dat nou voor nodig!’.

In december 1973 is er de geruchtmakende kerstshow Waar heb dat nou voor nodig? waarin hij Vette jus en Juliana, onze vorstin zingt. Brouwers maakt zich ook sterk voor een radiozender met uitsluitend klassieke muziek: Hilversum 4. Het volgende seizoen is er Van Oekel’s Discohoek waarin Sjef hinderlijk en met veel kabaal rondloopt tussen artiesten die hun plaatjes komen promoten. Zangers en zangeressen kunnen hun gage halen bij boekhouder Evert van der Pik, die achter een tafeltje zit en de artiesten het honorarium cash overhandigt. Platenmaatschappijen zijn eerst huiverig, maar gaan – net als de artiesten – overstag wanneer men op hoge kijkcijfers kan rekenen. Opnieuw is er een voor die tijd schokkende kerstshow met Van Oekel’s Discohoek, die eindigt met een scène waarin Sjef moet overgeven in zijn fietstassen.

Toppop-presentator Ad Visser overhandigt in Van Oekel blikt terug aan Dolf de trofee voor ‘De populairste man van het jaar’, uitgeroepen door de lezers van het blad Muziek Expres. Samen met Barend Servet trekt Sjef van Oekel het land door met een soort drive-in show.

In 1978 speelt Brouwers de hoofdrol in de tiendelige televisieserie Het is weer zo laat, ook wel Waldolala genoemd naar de gelijknamige nachtclub waarvan hij de eigenaar is: Waldo van Dungen. Het meisjestrio LUV’ heeft daarin de eerste grote hit met ‘U Owe Me’(welkom in Waldolala). Andere televisieprogramma’s ontdekken dat het leuk is om Dolf te brengen. Zo komt hij in Sonja’s Goed Nieuws Show waarin hem wordt voorgehouden, dat hij hoog op de lijst van irritantste Nederlanders staat. Dit belet Dolf niet om luidkeels uit te barsten in het lied Eens zal de Betuwe in bloei weer staan.

In 1979 speelt hij rol in de speelfilm Cha Cha van Herbert Curiël. Opnieuw slaat Wim T. Schippers in 1981 toe met een nieuwe twaalfdelige serie De lachende scheerkwast waarin Dolf een belangrijk aandeel heeft. Hij is ook te zien in Schippers’ serie Op zoek naar Jolanda.

Vervolgens is hij wekelijks actief als parlementair medewerker in het VARA-middagprogramma Paviljoen Drie van Felix Meurders op Radio 3. Ook andere televisieprogramma’s nodigen hem regelmatig als gast uit. In Mid Lotto Live zingt Dolf een lied met Vanessa en veinst geen belangstelling te hebben voor haar borsten. Ook doet hij mee in een aflevering van Kinderen voor Kinderen Brouwers zingt het lied Sneu, omgeven door een groot kinderkoor.

In 1989 komt het tot een verwijdering tussen Sjef van Oekel en zijn geestelijke vader Wim T. Schippers. Brouwers is boos omdat hij geen vergoeding krijgt voor de stripboeken die over Van Oekel verschijnen. Ook heeft hij bezwaar tegen het feit dat de stripfiguur vloekt en vunzige taal bezigt. De stripboeken (met tekeningen van Theo van den Boogaard) zijn een groot succes en worden vertaald in het Duits, Deens en Frans. De rechter beslist in 1991, dat Van Oekel niet langer mag worden afgebeeld in ‘obscene of pornografische scènes’. Brouwers eist 550.000 gulden. Nog voordat de zaak in hoger beroep dient, bereiken Schippers en Brouwers een financiële schikking. Langzaam maar zeker wordt het stil rondom Dolf Brouwers.

Discografie

Singles:

Ga nooit weg zonder te groeten (1973)

Vette jus (1973).

Juliana, onze vorstin (1973).

Gehaakte beddesprei (1975).

Nooit meer terug naar die rotschool – met Herman Brood (1979).

Oei, oei, dat was lekker! (1979).

Oh, wat is het toch fijn, om gelukkig te zijn (1985).

Al die rotzooi in de Rijn (1988).

LP’s:

Waar moet dat heen? (1973).

Waar heb dat nou voor nodig? (1973).

Van Oekel (live) At Paradiso (1975).

Van Oekel en de Verloren Zaak (1980).

Voor en na: Sjef van Oekel Greatest Hits (1984).

Prijzen en onderscheidingen

Populairste man van het jaar (1974).

Gouden speld stad Den Haag (1995)


Literatuur over Dolf Brouwers

Dolf Brouwers, leven en avonturen van Waldo van Dungen door Henk van Gelder (1978) De Gooise Uitgeverij, Bussum.

Dolf Brouwers, dat ben ik dus door Henk van Gelder (1986) BZZToH, Den Haag.

Uit mijn eigen bron ontsproten gedichten van Dolf Brouwers (1986).