Edwin van Huis

Uit B&G Wiki
Edwin van Huis

NaamEdwin Jacob Frederik Boudewijn van Huis
GeborenRolde, 8 september 1958
FunctiesBestuurder
Bekend vanNAA, Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
Periode actief1996 - heden

Edwin van Huis in de media


Na een universitaire studie Biologie aan de Universiteit van Utrecht en de University of Florida in Gainesville Fl, USA begint Edwin van Huis in 1983 als projectmedewerker bij het Landelijk Milieu Overleg om een themapark te ontwikkelen. Tegelijkertijd volgt hij een opleiding Bedrijfskunde aan de interuniversitaire interfaculteit van de T.H. Delft en de Erasmus Universiteit van Rotterdam.

Vanaf 1985 werkt Van Huis voor overheidsorganisaties als de Rijksdienst voor Monumentenzorg, het ministerie van Binnenlandse Zaken en het Ministerie van WVC. Hier is hij verantwoordelijk voor de zakelijke functies van de Rijksmusea, Rijksarchieven, Rijksdienst voor Monumentenzorg en Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek. Hij is projectleider voor het Deltaplan voor het Cultuurbeheer en bereid de verzelfstandiging van de Rijksmusea voor. In 1993 wordt Van Huis zakelijk directeur van het Rijksmuseum in Amsterdam.

In 1996 wordt hij directeur van het AVAC, het Audiovisueel Archiefcentrum, en daarmee verantwoordelijk voor de fusie van de archieven van de Publieke Omroep met de Stichting Film en Wetenschap, het Filmarchief van de Rijksvoorlichtingsdienst van het Ministerie van Algemene Zaken en het Omroepmuseum. De organisatie die uit deze fusie ontstaat gaat het Nederlands Audiovisueel Archief (NAA) heten. In juni 1997 is de officiële opening van het NAA, dat op dat moment nog op verschillende locaties gevestigd is.

De Filmkrant schrijft in 1996 ‘Met zijn zakelijke én culturele achtergrond lijkt hij de ideale persoon om in het Nederlands Audiovisueel Archief een goede balans te vinden tussen de wetenschappelijke, culturele en bedrijfsbelangen. …De keuze voor Van Huis plus de garantie dat de omroepen in het bestuur van het Nederlands Audiovisueel Archief niet dominant aanwezig zijn, boezemde de Stichting Film en Wetenschap als meest hardnekkige tegenstander van de fusie zoveel vertrouwen in, dat zij haar verzet tegen de samenvoeging staakte’.

Als directeur zorgt hij voor een professionalisering van het NAA. In eerste instantie zet hij zich in voor een verbetering van het openbare karakter van het nieuwe archief en voor verbetering van dienstverlening. Daarnaast is een inhaalslag nodig voor behoud van audiovisueel materiaal en worden fondsen geworven voor restauratie en conservering van materiaal uit de archieven. Door de toenemende mogelijkheden van de digitalisering eind jaren ’90 zijn projecten opgezet voor de ontsluiting van materiaal, met name in het onderwijs met projecten als Teleblik en Academia. Van Huis vervult verschillende bestuursfuncties in de culturele sector, zoals bij de Vereniging Digitaal Erfgoed Nederland en de Mondriaan Stichting. Daarnaast neemt onder Van Huis het NAA, en later Beeld en Geluid, een leidende positie in onder de Internationale Audiovisuele archieven, mede door zijn bestuursfunctie in de FIAT, de wereldorganisatie van televisiearchieven, waarvan hij sinds 2006 ook voorzitter wordt.

De ontwikkeling van nieuwbouw op het mediapark in Hilversum vormt, na de fusie tot NAA, een tweede grote uitdaging. In 2002 wijzigt het NAA haar naam in het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid en begint de nieuwbouw van het kleurrijke nieuwe instituut. In de zomer van 2006 betrekt het personeel het gebouw en worden de archieven overgebracht. Op 1 december 2006 opent koningin Beatrix het nieuwe gebouw officieel en daarmee ook de Experience voor het Nederlandse publiek. De nieuwbouw is een succes, wat onder andere blijkt uit de publieke belangstelling voor de Experience, met ruim 260.000 bezoekers in het eerste jaar. Het gebouw wint verschillende prijzen, en komt op de cover van het ArchitectuurJaarboek 2007. Van Huis en zijn bouwteam winnen in november 2008 de Gouden Piramide, de Rijksprijs voor inspirerend opdrachtgeverschap.

Vanaf zijn aanstelling benadrukt Van Huis de noodzaak voor restauratie en conservering van het audiovisueel materiaal in het archief. Regelmatig zijn door de overheid financiële middelen toegezegd, maar het grootste succes is behaald met het project Beelden voor de Toekomst, dat in juli 2007 van start is gegaan. Met een toegezegd bedrag van 154 miljoen euro werkt een consortium van zes partijen aan het doel audiovisueel erfgoed te conserveren, digitaliseren en ontsluiten.