Filmgeluid: verschil tussen versies

Uit B&G Wiki
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4: Regel 4:
Op de projector bevindt zich een magnetische aftaster als op een [[bandrecorder]]. Na versterking is de film voorzien van het bijpassende geluid. Als het geluid met een lichtbron is aangebracht wordt op de projector een lamp ingeschakeld die het lichtspoor beschijnt. Onder het lichtspoor zit een lichtgevoelig element dat de doorgelaten lichtvariaties omzet in een elektrisch signaal dat versterkt wordt en hoorbaar wordt.
Op de projector bevindt zich een magnetische aftaster als op een [[bandrecorder]]. Na versterking is de film voorzien van het bijpassende geluid. Als het geluid met een lichtbron is aangebracht wordt op de projector een lamp ingeschakeld die het lichtspoor beschijnt. Onder het lichtspoor zit een lichtgevoelig element dat de doorgelaten lichtvariaties omzet in een elektrisch signaal dat versterkt wordt en hoorbaar wordt.


De moderne videorecorders doen dit omslachtige werk helemaal zelf zodat beeld en geluid altijd prima synchroon worden afgespeeld. Veel amateurfilmers kunnen hierdoor hun filmpjes probleemloos vertonen.
De moderne videocamera neemt het geluid gelijktijdig met het beeld digitaal op zodat beeld en geluid altijd prima synchroon worden afgespeeld. Veel amateurfilmers kunnen hierdoor hun filmpjes probleemloos vertonen.
[[Categorie: techniek]]
[[Categorie: techniek]]

Versie van 7 feb 2022 11:15

Filmgeluid Iedereen weet dat beelden op film het meest aansprekend zijn wanneer er geluid bij wordt afgespeeld. Om dit te kunnen realiseren wordt naast de beelden op de film een audiospoor aangebracht. Dit audiospoor bestaat uit een magnetisch spoor of een lichtspoor. Het geluid dat de filmer wil aanbrengen is tijdens het filmen op een recorder opgenomen. Om het op te nemen op het audiospoor van de film moet het exact op het goede moment worden gestart zodat de mondbewegingen van de acteur gelijk kopen met zijn stem. Het magnetische spoor is hetzelfde als bij de bandrecorder, het lichtspoor wordt gevormd door met het geluid een lichtbron aan te sturen die door een lens op het lichtgevoelige materiaal wordt gericht. De fluctuaties in het geluid maken het spoor meer of minder lichtdoorlatend. Na ontwikkeling van dit spoor kan de film worden vertoond.

Op de projector bevindt zich een magnetische aftaster als op een bandrecorder. Na versterking is de film voorzien van het bijpassende geluid. Als het geluid met een lichtbron is aangebracht wordt op de projector een lamp ingeschakeld die het lichtspoor beschijnt. Onder het lichtspoor zit een lichtgevoelig element dat de doorgelaten lichtvariaties omzet in een elektrisch signaal dat versterkt wordt en hoorbaar wordt.

De moderne videocamera neemt het geluid gelijktijdig met het beeld digitaal op zodat beeld en geluid altijd prima synchroon worden afgespeeld. Veel amateurfilmers kunnen hierdoor hun filmpjes probleemloos vertonen.