Het Gat van Nederland: verschil tussen versies

Uit B&G Wiki
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 68: Regel 68:
Decennium: [[1970-1979]]
Decennium: [[1970-1979]]


[[Category: produkties|Gat van Nederland, Het]]
[[Category: producties|Gat van Nederland, Het]]

Versie van 18 feb 2008 13:04

1972-1974 en 1977-1978

HetgatvanNederland.jpg

Beschrijving

Programma met interviews en eigentijdse, vooral maatschappelijke, reportages uit de Nederlandse samenleving. Met de vroege humor van Kees van Kooten en Wim de Bie. Freek de Jonge in een column uit 1999: "Het Gat van Nederland was het eerste televisieprogramma dat de camera als sluipmoordenaar gebruikte. Mensen van allerlei slag werden door non conformistische journalisten betrapt op hun ijdel- en kwetsbaarheden en dat leverde, mede door de geraffineerde wijze waarop scènes van Van Kooten en De Bie er tussendoor gemonteerd waren, een superieur mengsel van ernst, humor en ontroering op, waarin de ziel van menig vaderlander werd blootgelegd. Geheel in de geest van de VPRO hield het Gat snel op te bestaan. De brutale stijl werd door Jan en Alleman overgenomen en leidde tot verneuk-tv, die de slachtoffers schuw maakte. Mediatraining kwam in zwang, de woordvoerder als schildknaap werd geïntroduceerd en het louter bespieden van elkaar werd de norm".

Beschikbaar in het archief van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid [1]


Makers

Eindredacteur Hans Keller (1972-1973) Ad 's Gravesande (1973-1974)

Medewerkers Theo Uittenbogaard, Frank Wiering, Cherry Duyns, Hans Verhagen, Jan Lenferink, Ed van der Elsken, Johan van der Keuken, Ad ’s Gravesande, Rob Klaasman, Netty Rosenfeld, Pieter Verhoeff, Kees van Kooten en Wim de Bie.

Vormgeving Jaap Drupsteen

Productie Maud Keus.

camera Paul van den Bos, Mat van Hensbergen, Frans Bromet, en Jochgem van Dijk.

Editors Fred van Dijk en Wim Louwrier.

Studioregisseur Charles Leeuwenberg

De technici waren verantwoordelijk de mix aan celluloid, electronische beelden en geluidsbanden op de juiste manier –en op tijd- op het beeldscherm te krijgen. De crew drukte een stempel op het programma.



Bert Hogenkamp beschrijft in Direct Cinema, soepel maar met mate (2006) de ontstaansgeschiedenis van Het Gat van Nederland (pagina 51-59).

Hans Keller zag in 1971 in de VS een nieuw soort show die door de PBS werd uitgezonden, The Great American Dream Machine. Het was een experimenteel nieuwsprogramma waarin met satirische blik naar de Amerikaanse samenleving werd gekeken en geen enkel genre bij voorbaat uitgesloten was: korte speelfilms en documentaires, sketches, liedjes en animaties. Enthousiast geworden om een Nederlands equivalent te maken, wist hij een Ampexband uit de VS over te laten komen, die vanwege de NTSC niet afgespeeld kon worden. Een hele VPRO delegatie vloog naar Hamburg om de aflevering te bekijken. Er kwam toestemming om de opzet van een driewekelijks programma uit te werken. De titel van het programma is geïnspireerd op een cartoon van Opland in De Volkskrant. De minister van financiën Witteveen, worstelde met begrotingstekorten, Opland beeldde hem af in een diepe kuil op het binnenhof en gaf als titel ‘Het gat van Witteveen’. Daarop bedacht Keller de titel Het Gat van Nederland’'.

Waardering

De eerste uitzending was op 5 oktober 1972 tussen 22.00 en 23.15. De makers waren over de eerste aflevering niet zo tevreden, ‘een beetje een saaie boel’ volgens cameraman Paul van den Bos. Naarmate de cameramensen meer ruimte kregen ontwikkelde het programma zich in positieve zin volgens van den Bos. Na het eerste seizoen stelde H.J.A. Hofland in de NRC ‘dat in het Gat van Nederland, in de loop van zijn bestaan, voor onze televisie een nieuw genre is ontwikkeld.’ Door journalisten werd het programma bijzonder positief gewaardeerd, ‘de beste totaal-tv (Jan Bank), het beste programma van dit televisieseizoen (Nico Scheepmaker), of dat Het Gat ‘best eens het beste periodieke programma ter wereld [zou] kunnen zijn’ (Philip van Tijn in Het Vrije Volk). De waardering van de kijkers was zuinig, het schommelde rond de 60 (een zes), met een kijkdichtheid tussen de één en anderhalf miljoen.

Inhoud

Het was de bedoeling van Keller dat in ‘Het Gat van Nederland’ dingen getoond werden ‘die dit land maken tot wat het is’. Hij zocht naar onderwerpen ‘die authentiek zijn en juist representatief voor de emotie’. In elke aflevering werd een aantal items van tien tot twintig minuten getoond, die met sync geluid vanaf de schouder gefilmd waren, met aandacht voor onverwachte maar veelbetekende details, waar de muziek een essentiële toevoeging was. Filmcriticus Hans Beerekamp stelde in 1989 dat de makers van Het Gat ‘de werkelijkheid te lijf [gingen] met een ‘poëtisch raster’ en haar geweld aan[deden], op zoek naar de waarheid’. Zo bracht Netty Rosenfeld een bezoek aan het anti-revolutionaire tweede kamerlid Maarten Schakel en ontdekte dat deze de hulp van zijn vrouw nodig had om een grammofoonplaat op te zetten. Theo Uittenbogaard liet de camera op ‘hondshoogte’ rondsnuffelen tijdens een bezoek aan de baronesse van Nagell, voorzitster van de Nederlandse Teckel Vereniging en verwoed verzamelaarster van alles wat met dit hondenras te maken had. Frank Wiering bezocht Henk van der Meyden, bekend van de roddelpagina in de Telegraaf, in zijn club Privé en thuis in de flat in de Amsterdamse wijk Buitenveldert, waar hij samen met zijn poppen woonde. In alle items werd op een andere dan gebruikelijke manier tegen de Nederlandse werkelijkheid aangekeken. Uittenbogaard en Wiering geven nu toe dat het gebruik van geestesverruimende middelen een van de manieren was om die andere blik op de werkelijkheid te bewerkstelligen. Belangrijk voor het succes van ‘Het Gat van Nederland’ waren de sketches van Kees van Kooten en Wim de Bie, die niet meer in de studio, maar op lokatie werden opgenomen door cameraman Paul van den Bos. Het duo ontwikkelde karikaturale typetjes in het programma.

Discussie

Een discussie ontstond over de documentaire items in het vaststellen van de grenzen tussen het tonen van de emotie en het belachelijk maken van de getoonde personages. Met name in het tweede seizoen toen Ad ’s Gravesande de eindredactie had overgenomen van Hans Keller, kreeg Het Gat van Nederland de reputatie dat het willens en wetens mensen belachelijk maakte. Ad ’s Gravesande had in eht programma Berichten uit de Samenleving al naam gemaakt met zijn vaak ironische reportages. In het tweede seizoen ontstond dan ook een discussie. ’s Gravesande stelde: ‘Mensen die niet belachelijk zijn, worden het ook niet in Het Gat’. Volgens journalist Bas Roodnat was er wel degelijk sprake van ‘minachting van de mensen, die zij [de makers van Het Gat; BH] vragen stellen. Het is te gemakkelijk: mensen slachtofferen door ze met oogaantastend licht, lenzen en microfoons te overvallen. Vooral met groothoeklenzen, die van zelfs de grootste schoonheid een weerzinwekkend monster kunnen maken.’ Roodnat refereerde hier aan een reportage van een feest bij de familie Orlov, waarbij Jan Lenferink aan het einde van de avond als een paparazzo de gasten met een camera ‘overviel’. Roodnat: ‘dat is niet alleen slechte journalistiek, het is vooral onsympathiek’. Ondertussen had de VPRO stijl ook zijn weg gevonden naar andere omroepen, zo beschouwde Nico Scheepmaker een aflevering van het VARA-programma De Andere Kant van de medaille over de bejaarde voetbalverslaggever ir. Ad van Emmenes een regelrechte (maar mislukte) kloon van Het Gat.

Na twee seizoenen stopte de VPRO met Het Gat van Nederland. In het televisieseizoen 1977-’78 zou het programma nogmaals terugkeren, maar dan zonder die ‘hooghartig soort afstand van de kant van de programmamakers ten opzichte van hun onderwerp’ aldus Hans Keller. Met Kerst en Pasen werd de aflevering volgens het beproefde format gemaakt. Hans Keller maakte zelf voor de Kerstuitzending zijn eerste item voor Het Gat, Hollands Glorie 1980? Over zijn vergeefse pogingen om Nederlanders te spreken te krijgen die op de booreilanden voor de Schotse kust werkzaam waren. De allerlaatste aflevering met Pinksteren 1978 was een ruim drie uur durende documentaire van Hans Verhagen en Armando over kamp Amersfoort. De geschiedenis van een plek was een indrukwekkende film, zonder archiefmateriaal, louter bestaande uit interviews met mensen en beelden van wat Armando het ‘schuldige landschap’ heeft genoemd. Het was de enige aflevering van Het Gat van Nederland die een hoge waardering van de kijkers kreeg (76).


Afgezien van dit naspel had Het Gat nog de nodige spin-off in de vorm van langere documentaires van de hand van programmamakers die bij Het Gat betrokken waren geweest. Zo maakte Netty Rosenfeld een een portret van minister Duisberg , Frank Wiering zocht de omstreden kunstenaar Anton Heyboer op, Theo Uitdenbogaard volgde Hans Wiegel op verkiezingstournee in de film De Heer met Pet (1975).


Genre: Documentaire

Decennium: 1970-1979