Holo Tape: verschil tussen versies

Uit B&G Wiki
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 9: Regel 9:
Het idee is niet nieuw. In het begin van de twintigste eeuw maakt de Nipkowschijf ook gebruik van doorlichting om beelden te creëren. Zie [[grofrastertelevisie]].
Het idee is niet nieuw. In het begin van de twintigste eeuw maakt de Nipkowschijf ook gebruik van doorlichting om beelden te creëren. Zie [[grofrastertelevisie]].


[[Category: techniek drager]]
[[Category: drager]]

Huidige versie van 11 jun 2018 om 09:50

Holo Tape is een techniek die gebruikt is om kopieën van filmopnames te maken. Het is een ontwikkeling van het video opname systeem van CBS, later werd het systeem Selecta Vision genoemd, kortweg SV. Het proces begint met de master, dat is de te kopiëren filmopname, een te bewerken lege band en een laser. De laserstraal wordt gespleten in twee stralen. Eén straal wordt gericht op de lopende master. Deze master beïnvloedt de hoeveelheid licht die wordt doorgelaten. Het licht dat door de master schijnt komt terecht op een plastic tape die bedekt is met lichtgevoelig materiaal. De tweede laserstraal wordt direct op de lege band gericht, en wel zodanig dat de twee stralen elkaar kruisen op de tweede band. Op die plek worden interferentiepatronen gevormd (hologrammen) die alle informatie bevatten die nodig zijn om het oorspronkelijke opgenomen beeld terug te halen. Het lichtgevoelige materiaal wordt hard onder invloed van het licht. Daarna wordt de band in een chemisch bad geplaatst dat alle lichtgevoelig materiaal dat niet belicht is verwijdert. Het overblijvende hologram ziet er uit als een reliëfkaart met heuvels en dalen.

mechanische kopie

Deze nieuwe band is de nieuwe master tape. Er wordt een coating van nikkel op aangebracht. Een kopie van het origineel wordt gemaakt door deze nikkelmaster en een lege vinylband tussen twee drukrollen te leiden. De nieuwe band krijgt hierdoor een afdruk van het profiel van de nikkelmaster. Om deze nieuwe band te kunnen afspelen wordt hij in de afspeler belicht door een laag vermogen laserstraal. Het licht schijnt door het variërende profiel op de band met wisselende sterkte op een lichtgevoelige cel. Deze zet het invallende licht om tot elektrische signalen die tot beeld worden verwerkt. Dit systeem is voor het eerst gedemonstreerd in 1969 en tot 1972 in gebruik geweest. Het idee is niet nieuw. In het begin van de twintigste eeuw maakt de Nipkowschijf ook gebruik van doorlichting om beelden te creëren. Zie grofrastertelevisie.