Inductie

Uit B&G Wiki

In de elektronica gebruiken wij het woord inductie om de mate van beïnvloeding aan te geven die zich afspeelt in draadgewonden spoelen. Bijvoorbeeld wanneer twee draadgewonden spoelen zich vlak bij elkaar bevinden . In de eerste spoel a loopt een stroom. Hierdoor wordt een magnetisch veld opgericht dat beide spoelen omgeeft. Wanneer de stroom in spoel a plotseling wijzigt verandert ook het magnetisch veld. Deze verandering veroorzaakt een elektrische stroom in de tweede spoel b. Dit is de inductie die plaats vindt. Wanneer wij een wisselspanning aansluiten op spoel a van 50 Hertz verandert de stroomrichting per seconde 50 keer. Het magnetisch veld wordt dan net zo vaak omgedraaid. Hierdoor wordt in spoel b een wisselspanning geïnduceerd met dezelfde frequentie. In een transformator wordt hier gebruik van gemaakt.

Wanneer een enkele spoel een hoogfrequente spanning krijgt aangeboden zal in de spoel een tegengesteld gerichte stroom ontstaan die de verandering probeert tegen te gaan. De spoel induceert als het ware zijn eigen tegenstroom. De spoel functioneert als een soort rem op spanningsveranderingen. Hij ‘smoort’ de veranderingen. Dan is de spoel een ‘smoorspoel’. Dit verschijnsel wordt zelfinductie genoemd. Om aan te geven welke waarde de inductie van een spoel heeft gebruiken we de naam van de uitvinder van dit verschijnsel, de Amerikaan Joseph Henry, die rond 1830 hier onderzoek naar deed. Zo kan een spoel een zelfinductie hebben van bijvoorbeeld 25 mH (microHenry).