Jan van der Does

Uit B&G Wiki
Jan van der Does (1960)

NaamJan van der Does
GeborenOnbekend, 10 november 1931
Functies decorontwerper
Bekend vandecors van Zo is het toevallig ook nog 's een keer, Johnny en Rijk, Mies en scène
Periode actiefvanaf 1953
Werkt samen metPeter Zwart, Cor Hermeler, Jac. Hey
GalleryGallery

Jan van der Does in de media
Oeuvre Jan van der Does

Grafisch ontwerper bij de televisie

Jan van der Does in Studio Irene in 1955

Na een studie aan de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag (richting reclame) en Kunstnijverheidsschool in Amsterdam (richting grafisch ontwerp) en wat korte praktijkervaring, solliciteert Jan van der Does bij de NTS. Daar wordt hij in 1953 in dienst genomen als ontwerper op de afdeling van Peter Zwart. De Afdeling Ontwerp bestaat dan nog alleen uit Zwart en Fokke Duetz en is gevestigd in een hoekhuis vlak bij Studio Irene in Bussum.

Van der Does en Cor Hermeler, die in hetzelfde jaar aangenomen is, houden zich bezig met grafisch ontwerp: titelkaarten, illustraties, maquettes, special effects, animaties en titelrollen met aftiteling voor programma's. In 1956 is er al sprake van een kleine grafische onderafdeling die door Van der Does geleid wordt. De grafici en de decorontwerpers zijn inmiddels verhuist naar de oude Ambachtsschool achter Studio Irene.

In een kranteninterview in de Gooi en Eemlander van 7 april 1956 vertelt Van der Does over zijn werkzaamheden. Zo maakte hij van houten schijfjes en chocoladeblikken vliegende schotels die aan nylon draadjes door de studio zweefden. Dit ter aankleding van een voordracht van een professor die op televisie over ruimtevaart kwam vertellen. De journalist vertelt erbij dat het er op het scherm prachtig uitzag: de camera kon de snelheid van de vliegende schotels niet goed registeren waardoor de kijkers thuis een witte staart achter de schotels zag.

Jan van der Does bij de opname van de leader voor Pipo de Clown in 1957-8

Van der Does bouwt soms ingewikkelde mechanieken (van meccano) om het televisiebeeld te laten bewegen, maar hij gebruikt ook hele gewone attributen zoals ballons. Bijvoorbeeld voor de 'leader' van Pipo de Clown (bekijk de hier de foto's). Eveneens met behulp van een ballon tovert hij het hoofd van Tante Hannie uit een uit elkaar spattend paasei. Verder verklapt Van der Does in het kranteninterview dat de woest golvende zee op het scherm opgewekt wordt door met een rietje in een klein aquarium met melk te blazen en dat het langzaam leger wordende kopje uit het AVRO-pauzebeeld uit niets anders bestaat dan beschilderd karton en een simpel papieren schuifje.

Een foto van het introfilmpje van Morgen gebeurt het uit 1957

De afdeling maakt de special effects en animaties op verzoek van de regisseur. Maar deze moet er wel financiële ruimte voor hebben. Animaties die meerdere malen vertoont moet worden, zoals het angstaanjagende titelfilmpje voor de serie Morgen gebeurt het, worden soms op film opgenomen. Dat is een dure aangelegenheid en kost veel voorbereidingstijd: de film moet dan immers ontwikkeld worden. Daarom wil niet elke regisseur filmrollen in zijn of haar programma en worden veel animatie live voor de camera tot stand gebracht.

Het met de hand kalligraferen van titelrollen behoort ook tot de taken van de grafici. Deze lange stroken papier gebruikt men niet alleen voor de aftiteling, tijdens muziekprogramma's en shows draait de toneelmeester geïllustreerde rollen af voor de camera zodat daarachter het changement kan plaats vinden. Deze titelrollen leggen een groot beslag op de tijd van de grafici. Tijdens een werkbezoek aan de BBC in Londen in 1961 maakt Van der Does kennis met vele nieuwe trucages en tijdsbesparende apparatuur, waaronder bijvoorbeeld de Masseeley hotpress die bij de BCC gebruikt wordt voor de titelrollen. De NTS schaft er ook een aan.

Terugkijkend noemt Van der Does deze experimentele periode van de televisie "een juweel van een omstandigheid". De ervaring van alle betrokkenen is beperkt en de voorbereidingstijd voor programma's vaak kort. Men loopt gemakkelijk bij elkaar binnen en probeert samen oplossingen te zoeken voor de vragen van regisseurs. Het gaat spelenderwijs, maar wel onder tijdsdruk. Volgens Van der Does waren dat de omstandigheden voor "een vlekkeloze productiegang".

Decorontwerper en chef van de Afdeling Decorontwerp

In 1959 maakt Van der Does de overstap naar decorontwerp. Ger van Essen neemt zijn plaats in als chef van de grafici. In 1960 verhuizen de grafici en decorontwerpers naar de Emmastraat in Hilversum. Tussen 1959 en 1965 groeit de Afdeling Decorontwerp van vier tot bijna twintig ontwerpers. Er is geen tijd voor scholing, de nieuwe decorontwerpers leren het vak in de praktijk en van elkaar. Vanwege de groei wordt de afdeling Ontwerp in 1962 opgesplitst in een Grafische afdeling en een Afdeling Decorontwerp. Van der Does wordt chef van de decorontwerpers. Zijn eerste opdracht als chef van de decorontwerpers is voor het televisiespel De grote veroveraar in 1962.

Jan van der Does en regisseur Jef de Groot vertellen Ageeth Scherphuis over het maken van een televisiedecor (Dit is TV, 1960)

Het ontwerpen van een decor in de kleine televisiestudio's is moeilijk, want een televisiedecor moet vooral ruimte creëren. Met de juiste belichting, een tactisch ontwerp (bijvoorbeeld door het verbergen van de naad tussen de vloer en de rondhorizon) en de vertekening van de cameralens lukt het soms om een naturalistisch decor met diepte neer te zetten. Maar in een interview in het tijdschrift Draadloos van 14 september 1961 vertelt Van der Does dat abstracte decors zijn voorkeur hebben, want zo zegt hij: "Je moet dan voor honderd procent creatief werken."

Een van de programma's waar Van der Does het meest trots op is, is televisieprogramma Alceste, een televisie opera van componist en tekstschrijver Ton de Leeuw. Het werk ingestuurd naar de Prix Italia in de zomer van 1963, maar valt helaas niet in de prijzen. De opera onder regie van Leen Timp wordt gecompleteerd door etsen van Anton Heyboer, lichteffecten van Joop Enkelaar en een spectaculair decorontwerp van Van der Does. Het decor bestaat uit een naadloze ruimte met een podium met vier verschillende niveaus en acht driehoeken. Daarachter staat een stalen kolom, opgebouwd uit stalen pijpen van verschillende diameters en op de voorgrond staat een vergelijkbare kolom. Onder de driehoekige delen van het podium wordt licht geprojecteerd.

Rond 1968 begint Phillips in Eindhoven met experimenteren met kleurentelevisie. Peter Zwart is intensief betrokken bij deze experimenten en enkele decorontwerpers, waaronder Van der Does krijgen een cursus. Een van de eerste decor van Van der Does die in kleur wordt uitgezonden is voor een televisiebewerking van Bredero's Lucele, een coproductie van de NTS en Holland Festival. Van te voren onderzoeken Van der Does en kostuumontwerper Ellen de Zwart uitgebreid welke stoffen en kleuren het best overkwamen. Een extra uitdaging vorm het feit dat het decor met de voorstelling meereist en dus in meerdere theaters dienst moet doen.

Begin jaren zeventig is de Afdeling Decorontwerp uitgegroeid tot zo'n dertig ontwerpers en assistenten. Peter Zwart, de chef van de Hoofdafdeling Ontwerp, is veel afwezig vanwege zijn onderzoek naar kleurentelevisie bij Philips. Van der Does neemt, eerst als adjunct, later als chef, zijn taken over. Ondertussen verlangen de decorontwerpers hervormingen en democratisering. Door dit protest treedt Van der Does in 1974 terug en wordt Freek Biesiot door de decorontwerpers gekozen als tijdelijke chef van de hoofdafdeling Ontwerp.

Na 1975

In 1975 start Van der Does met lesgeven aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Als hoogleraar overdrachtstechnieken en vormleer geeft hij studenten les in het toepassen van visuele middelen om bouwkundige ontwerpen te verbeelden en herkenbaar over te dragen.

In 1976 is Van der Does nog wel betrokken bij een aantal televisieprogramma's en de organisatie van het door de NOS en Stichting Film en Wetenschap gehouden International TV Design Colloquium '76 in Utrecht. Hij ontwerpt in 1976 nog een prachtig abstract decor voor Het fenomeen, een stuk over kunstvervalser Han van Meekeren. Het decor bestaat uit buizen die de contouren van een ruimte aangeven. Tussen de buizen is een doek gespannen waarop de schilderijen geprojecteerd worden.

In juni en juli 2010 is een deel van het omvangrijke oeuvre van Van der Does tentoongesteld in het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. In de tentoonstelling zijn de decors uitgelicht die Van der Does heeft ontworpen voor de voor televisie geregistreerde theaterstukken. Gelijktijdig is ook het vrije werk van de ontwerper te zien in het Mediacentrum op het Mediapark.