Joop Söhne
| Naam | Joop Söhne |
| Geboren | Hilversum, 1 januari 1923 |
| Functies | omroeper, programmamaker, omroepbestuurder |
| Bekend van | De groene kalebas, Olleke Bolleke |
| Periode actief | 1946-1983 |
| Werkt samen met | Co de Kloet |
| Media |  |
Joop Söhne in de media Oeuvre Joop Söhne | |
Joop Söhne is een vriendelijk mens. In zijn werk is hij speels en beschikt hij over een groot inlevingsvermogen. Door zijn gespannenheid verspreekt hij zich met name in het begin van zijn carrière vaak. "Ik was toen niet paniekbestendig", analyseert hij later. Achter de schermen voelt hij zich als een vis in het water en werkt hij bevolgen mee aan verschillende projecten.
Na de middelbare school bezoekt Joop de Rijkskweekschool in Hilversum. In de Tweede Wereldoorlog behaalt hij zijn acte en staat hij een korte periode voor de klas. Zijn omroep carrière lijtk dan nog ver weg.
Na de oorlog komt Joop in 1964 in dienst van de VARA als omroeper en maker van programma’s bij de jeugdafdeling. In de loop van drie jaar blijkt dat Joop toch niet zo geschikt voor zijn taak als omroeper en stort zich vervolgens op het maken van jeugdprogramma's. In die periode werkt hij mee aan vrijwel alle jeugdprogramma’s, zoals De groene kalebas en Het stond in de krant.
In juli 1954 wordt hij chef van de afdeling jeugduitzendingen als opvolger van Gabri de Wagt. Net als de AVRO-vinding Minjon hebben de jeugdprogramma’s van de VARA voor heel wat aankomend talent een springplank betekend. In de zomer van 1959 komt Co de Kloet bij Joop met een opvallend idee. Hij stelt een platenprogramma met speciale teenagermuziek voor, aangevuld met reportages en interviews. De leiders van de muziekafdelingen verwerpen het voorstel, maar het idee vindt na een uitvoerige bespreking tenslotte bij de afdeling gesproken woord onderdak. Ary van Nierop zegt in de programmavergadering letterlijk: “Laat die nozem zijn gang maar gaan”. Zo draagt Joop indirect zijn steentje bij aan de eerste rock-‘n-roll op de Nederlandse radio.
Omstreeks 1965 verkast Joop naar de afdeling gevarieerde programma’s, waar op dat moment Joop Koopman de scepter zwaait. In mei 1970 wordt Joop chef van deze afdeling. Titels die met medewerking van Joop tot stand zijn gekomen en die geregeld in de annalen terugkeren zijn: Het turfschip, De dovenistel en Olleke Bolleke.
Per 1 september 1973 wordt Joop adjunct-directeur van de VARA-radiodienst. Hij voelt zich niet geheel berekend op de taken van zijn kaderfunctie. Terugkijkend zegt hij: "Programmatisch ging het uitstekend, maar van de financiën heb ik niet zo gek veel verstand, dus daar moest echt een expert bij komen". Joop heeft bovendien veel last van de toen heersende vergadercultuur binnen de omroep en specifiek bij de VARA. Het is de periode van inspraak en elk onderwerp staat steeds ter discussie.
Joop gaat in verband met een reorganisatie in de top van de VARA-radiodienst in 1983 op 60-jarige leeftijd met vervroegd pensioen. Zijn afscheid wordt op de radio gevierd met het speciale programma Heb je dan alles voor niks geleerd?. Hij gaat meer tijd besteden aan zijn hobby: schilderen. In 1995 wordt Joop door de VARA gevraagd een overzicht van VARA muziekhistorie bijeen te brengen op een CD, Hallo hier Hilversum. Daarna volgt de cd De VARA zingt.
