Joost Tholens

Uit B&G Wiki
Versie door Renekoenders (overleg | bijdragen) op 18 sep 2012 om 07:04
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
PersoonPlaceholder.png

NaamJoost Tholens
GeborenAmsterdam, 28 maart 1934
FunctiesRegisseur
Bekend vanKijk op kunst, Mijl op zeven
Periode actief1958 - 1995
Werkt samen metMaarten Schmidt
Externe infoEigen fotografie site

Joost Tholens in de media
Oeuvre van Joost Tholens

Na middelbare school – Montessori Lyceum– en militaire dienst bij de luchtmacht werkt Joost Tholens korte tijd voor M.L. de Boer, prominent kunsthandelaar in Amsterdam. In 1956 komt hij bij de KRO als assistent-productieleider waarbij hij ook als fotograaf wordt ingezet in de Bussumse televisiestudio’s.

Van 1958 tot 1960 neemt hij onbetaald verlof en volgt hij een tweejarige regie- en filmopleiding in Engeland bij de BBC en de London School of Film Technique.

In 1960 na zijn terugkeer in Nederland wordt hij regisseur en redacteur van het kunstmagazine Kijk op kunst (KRO 1960-1968). Latere producties met titels als De rechtbank, Ambassade, Arbeidsbureau en Geen kans voor Baader-Meinhof zijn spraakmakend. Ook regisseert hij programma’s over ontwikkelingshulp, gastarbeiders, gezondheidszorg en wetenschap voor de publieke omroep.

Zijn programmaserie Mijl op zeven (KRO 1973-1975) is te vergelijken met het latere Man bijt hond. Nummer 28, een wekelijkse KRO-serie in 1994 over jongeren die samenwonen in een huis in Amsterdam, en dagelijks worden gefilmd, wordt als voorloper van Big Brother beschouwd.

In de loop der jaren neemt Tholens plaats in jury’s en geeft workshops aan de National Filmschool in Beaconsfield. Hij traint cameramensen en redacties in Namibië.

Naast zijn werk voor de televisie heeft Tholens altijd gefotografeerd, onder andere voor omroepbladen en tijdschriften. Voor non-profit organisaties als Miva en Memisa maakt hij grote fotoreizen naar ontwikkelingslanden. Dit fotomateriaal, waaruit fondswervings spots voor TV worden gesneden, is door het Katholiek Documentatie Centrum van de Universiteit van Nijmegen als collectie opgenomen.

Na zijn pensionering legt hij zich volledig toe op de fotografie. Hij wordt onder andere geïnspireerd door David Hockney die apart opgenomen foto’s componeert tot totaal nieuwe voorstellingen. Later ontwikkelt Tholens hieruit zijn “composieten”, waarbij hij gebruik maakt van gespiegelde afdrukken van zijn “masters”.

Tot 2004 werkt hij analoog waarbij de afzonderlijke foto’s nog met tape aan elkaar worden geplakt. Daarna is de digitale camera en de computer zijn hulpmiddel.

Tholens exposeert regelmatig in binnen- en buitenland en brengt in 2007 en 2009 boeken uit over zijn werk.