Nieuwspresentatie

Uit B&G Wiki
Versie door ArnoudGoos (overleg | bijdragen) op 2 okt 2012 om 12:53 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'De eerste uitzending van het ''NTS Journaal'' vindt plaats op 5 januari 1956, dit is het eerste Nederlandse televisiejournaal. Met de komst van dit nieuwsprogra...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

De eerste uitzending van het NTS Journaal vindt plaats op 5 januari 1956, dit is het eerste Nederlandse televisiejournaal. Met de komst van dit nieuwsprogramma verandert de manier waarop Nederlanders nieuws tot zich nemen. Tot dan toe zijn er andere bronnen waaruit mensen hun nieuws halen. Er is natuurlijk de krant, de radio, het lokale nieuws hoort men in de buurtsupermarkt en wie ooit in een bioscoop komt, haalt zijn nieuws uit de Polygoon bioscoopjournaals van Profilti. De komst van het medium televisie zorgt voor een nieuwe manier van nieuwspresentatie. Nieuws komt vanaf nu via televisie-uitzendingen rechtstreeks de huiskamer binnen.

In de beginjaren van het televisienieuws wordt, in de traditie van de bioscoopjournaals, filmpjes aan elkaar gemonteerd en voorzien van de stem van een nieuwslezer, die in keurig Algemeen Beschaafd Nederlands vertelt wat er is gebeurd in de wereld. Het duurt enkele jaren voordat de nieuwspresentator ook in beeld te zien is om de teksten voor te lezen en nog veel later begint de presentator de kijker zelfs recht in de ogen aan te kijken. Lange tijd blijft de Nederlandse nieuwslezer dé bron van nieuws. Het Acht Uur Journaal van de NTS/NOS groeit uit tot een instituut en de nieuwslezer is letterlijk hét gezicht bij het nieuws. Hij of zij is degene die de link vormt tussen het publiek en wat er gebeurt in de wereld om hen heen. De manier waarop dit gebeurt, is door de jaren heen echter sterk veranderd.

Hieronder wordt deze verandering geschetst in verschillende hoofdstukken:

1. Voorgeschiedenis 2. Het eerste Nederlandse televisiejournaal 3. Prominentere rol voor de nieuwslezer
4. Invloed van technologische innovaties 5. Het neutrale imago van de nieuwslezer 6. De veranderende rol op de redactie
7. Toegankelijkere journaals 8. De terugkeer van duo-presentatie 9. Van de staat naar de straat
10. Uitstraling en uiterlijk 11. Professionaliteit van de nieuwspresentator