On the air

Uit B&G Wiki
Versie door Renekoenders (overleg | bijdragen) op 19 nov 2008 om 13:49
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Periode1992
Beschikbaar in archiefBeeld en Geluid
GenreDocumentaire
Decennia1990-1999
Lengte33’59
Mediumtelevisie

Beschrijving

On the Air is een documentaire uit 1992 die gemaakt is in opdracht van de VPRO voor het programma Dokument van de NCRV.

On the Air is een documentaire over de ontwikkelingen in de radio waarin de vraag gesteld wordt of het einde van dat medium in zicht komt. In deze documentaire worden "medewerkers van alle tijden en alle smaken" aan het woord gelaten. Zo worden er korte uitspraken gedaan over 'het einde' van de radio en wordt verteld dat de TROS besloot “door te gaan met televisie”. De korte uitspraken worden in het begin van de documentaire, geheel in het thema van de radio, ‘afgestemd’ met het draaien van een radioknop.

De documentaire belicht met name bepaalde onderwerpen met betrekking tot de geschiedenis van de radio, zoals hoe het ontstond, de propagandistische doeleinden ten tijde van de Tweede Wereldoorlog en Radio Oranje. Maar de meeste aandacht wordt aan piraterij op land en op zee, met een korte uitstap naar het verdrag van Strassbourg uit 1974, en de verandering naar een horizontaal geprogrammeerde popzender met DJ's, die doelgroepgericht waren. Als laatste wordt het radiodatasysteem nog aangehaald.

Verder wordt in deze documentaire veel gebruik gemaakt van beeldmateriaal van vroeger. Je ziet beelden van 'achter de schermen', zoals een hoorspel, of de aankondiging van een bepaalde zender onder begeleiding van een orkest. Ook zie je beelden van zangers en sprekers, zoals nieuwslezers.

On the Air is uitgezonden op vrijdag 28 februari 1992 op Nederland 1 bij de NCRV.


Sprekers in de aflevering

Hans Rosekrans, Tanja Koen en Johan Bodegraven (NCRV)

Jack Spijkerman (VARA)

Adje Bouwman en Lex Harding (VOO)

Hans Le Poole (EO)

Frits Spits (NOS)

Jan Steeman (AVRO)

Klaas Samplonius (TROS)

Han Reiziger (VPRO)

Skip Voogd, Eddy Christiani, Tony Berk, Marc van Amstel en Leo van der Goot (piratenzender Radio Noordzee)

Jeroen van Inkel (piratenzender Radio Decibel)

Cees van Willigenburg (Radio Eemland)

Tante Eef (Religieuze Piraat)

Gerard van der Schaaf (Omroep Flevoland)

Rob van der Made (Stadsomroep Amersfoort)

Ton Lathouwers (Sky Radio)

Jeroen Soer (Radio 10 Gold)

D. Tromp (Philips Research)

Wessel Dekker

Paul de Waart


Makers

Regie: Fritz de With

Camera: Fritz de With

Geluid: John Nieuwland

Licht: Flip Weis

Grafische Vormgeving: Frederik le Blanc

Vormgever: Bob Aardewerk

Montage: Video-Centrum-Nederland

Redactie: Netty de With

Redactie-assistentie: Petra de Niet, Els van Weerd

Eindredactie: Ger van Dongen

Productie: STS-video

Interviews: Rob Smulders

Presentatie: Ati Dijckmeester


Met dank aan:

Nederlands Omroep Museum (nu: Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid)

Philipsmuseum

Lapré Dance Company

Cabaret De Nieuwe Starters


Achtergrondinformatie

Het medium televisie werd in de tijd van deze documentaire steeds populairder en men vroeg zich dan ook af of de radio zijn beste tijd niet had gehad. In de documentaire wordt aangegeven dat de TROS zijn radiozender wil opgeven, maar dit is echter niet het geval. De TROS heeft namelijk nog steeds een radiozender. Dus wat was de reden voor deze documentaire?

De documentaire behandelt vragen als 'Wat is er van de Nederlandse radio geworden?' en 'Hoe heeft het zo ver kunnen komen met de radio?'. 'Hebben stations als Sky-Radio, Power FM, Radio Ten en de regionale zenders de slag om de luisteraars gewonnen?' en 'Kan Hilversum met zijn radiozenders (Radio 1 tot en met Radio 5) daar nog iets tegenoverstellen?'.

Om antwoord te geven op deze vragen werd in het kader van Dokument deze aflevering On the air, ook wel 'Voor wie niet horen wil...' uitgezonden. Met deze documentaire wordt aangetoond dat het medium radio vroeger een belangrijke rol speelde. Zo worden de voorbeelden aangehaald van WOII, Orson Welles met zijn hoorspel War of the Worlds, en zo te zien is in de nostalgische film Radio days van Woody Allan.


Uiteindelijk is te zeggen dat het een mooie documentaire is, maar dat het onderwerp overdreven is. De radio is natuurlijk nooit helemaal verdwenen, want ook nu wordt er nog volop geluisterd naar vele radiozenders. Uit documenten van onder andere het rapport van de commissie publieke omroep uit 1996 blijkt dat televisiestations en radiostations gingen samenwerken rond 1992 en dat de zendtijden van de regionale radio tussen 1990 en 1994 juist in 1992 toenamen, net als de reclame-inkomsten. Daar komt ook nog bij dat voor 1994, de lokale radio de meeste mensen bereikte (ten opzichte van lokale televisie, Tekst TV en teletekst). Als laatste geeft dit rapport ook nog aan dat in 1993 het dekkingspercentage van de lokale radio hoger is dan dat van de lokale televisie per provincie.

Verder is in 1992 Radio 538 opgericht en op 13 juli 1992 ging Radio Noordzee weer, nu echter nationaal, van start. Dit was mogelijk omdat de mediawet zo gewijzigd werd dat de commerciële radio (en televisie) vanaf Nederlandse bodem mogelijk werd: Het maakte nu volwaardig deel uit van het Nederlandse medialandschap. Deze wetswijziging werd op 9 juli 1992 van kracht.

Hiermee nam de populariteit toe van de commerciële muziekzenders, welke dan ook voorspoedig groeide, maar de publieke radiozenders verloren wel fors aan reclame-inkomsten door deze commerciële opmars. Uit de cijfers blijkt dan ook dat de radio nog altijd meer luisteraars heeft dan de televisiekijkers. Dit marktaandeel is onder andere veroorzaakt door de opmars van commerciële amusementszenders, zoals Sky Radio en Radio 538. Piratenzenders, als Veronica en Radio Noordzee, zijn hier de voorlopers van. Zij hebben hierbij dan ook de horizontale programmering centraal gesteld.


Deze documentaire kan dan wel als uitgangspunt hebben gehad ‘het einde van de radio’, maar het mag dan wel duidelijk zijn dat dit valse aannames waren. 'Het einde van de radio, zoals wij die kenden', is aannemelijker. De radio zou namelijk niet verdwijnen, maar heeft andere manieren van overleving gevonden.