Rupert van der Linden: verschil tussen versies

Uit B&G Wiki
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10: Regel 10:
| periode_actief  =  1955-heden
| periode_actief  =  1955-heden
| werkt_samen_met = [[Nederlandse Onderwijs Film]], [[Nico Crama]], Harold Mack (Anglo Dutch Group), [[Carillon Films]], [[Jan Blokker]], [[Henk Hofland]], [[Jan Vrijman]], [[Peter Brouwer]]
| werkt_samen_met = [[Nederlandse Onderwijs Film]], [[Nico Crama]], Harold Mack (Anglo Dutch Group), [[Carillon Films]], [[Jan Blokker]], [[Henk Hofland]], [[Jan Vrijman]], [[Peter Brouwer]]
| trivia = [[Trivia: Rupert van der Linden|Trivia]]
| media = <imagemap>
Image:Beeld.png|
rect 0 4 26 25 [http://www.youtube.com/watch?v=40kGn5L6-2Y]
desc none
</imagemap>
''[[De goochelaar ontgoocheld]]'' (1958), vijftig jaar later alsnog van muziek voorzien.
| gallery = [[Gallery: Rupert van der Linden|Gallery]]
| gallery = [[Gallery: Rupert van der Linden|Gallery]]
| externe_info =  
| externe_info =  
Regel 44: Regel 49:
Moe van het opdrachtwerk keert Van der Linden zich langzaam maar zeker af van de film en krijgt het vrije tekenen en schilderen de overhand, waarbij hij zich onder meer  toelegt op het tekenen en schilderen van mensen. Als fervent schaker maakt hij een grote reeks portretten van bekende Nederlandse en internationale schakers. Ook portretteert hij Amsterdamse kunstenaars als Simon Vinkenoog en Hans Snoek.
Moe van het opdrachtwerk keert Van der Linden zich langzaam maar zeker af van de film en krijgt het vrije tekenen en schilderen de overhand, waarbij hij zich onder meer  toelegt op het tekenen en schilderen van mensen. Als fervent schaker maakt hij een grote reeks portretten van bekende Nederlandse en internationale schakers. Ook portretteert hij Amsterdamse kunstenaars als Simon Vinkenoog en Hans Snoek.


Tijdens de voorbereidingen voor de tentoonstelling ''Een eeuw onderwijsfilm'' in het Nationaal Onderwijsmuseum in Rotterdam wordt in 2008 een kopie teruggevonden van de verloren gewaande tekenfilm ''[[De goochelaar ontgoocheld]]'' uit 1958. Vijftig jaar na het ontstaan van deze van oorsprong “zwijgende” film voorziet Rupert van der Linden deze alsnog van zelfbedachte en –gespeelde (piano)muziek.
Tijdens de voorbereidingen voor de tentoonstelling ''Een eeuw onderwijsfilm'' in het Nationaal Onderwijsmuseum in Rotterdam wordt in 2008 een kopie teruggevonden van de verloren gewaande tekenfilm ''[[De goochelaar ontgoocheld]]'' uit 1958. Vijftig jaar na het ontstaan van deze van oorsprong “zwijgende” film voorziet Rupert van der Linden deze alsnog van zelfbedachte en –gespeelde (piano)muziek (zie de link in het paspoortje boven).





Versie van 28 apr 2014 12:36

Van der Linden werkt aan Mister X, 1968.
Foto: Nico Crama

NaamRupert van der Linden
GeborenDen Haag, 23 juni 1930
Functiesanimatiefilmer, illustrator, striptekenaar
Bekend vanDe goochelaar ontgoocheld, De bloemen, Mister X, Images fantastiques, titels voor de film De werkelijkheid van Karel Appel, TITAN-spots, De museumbezoeker
Periode actief1955-heden
Werkt samen metNederlandse Onderwijs Film, Nico Crama, Harold Mack (Anglo Dutch Group), Carillon Films, Jan Blokker, Henk Hofland, Jan Vrijman, Peter Brouwer
Media
http://www.youtube.com/watch?v=40kGn5L6-2YBeeld.png
De goochelaar ontgoocheld (1958), vijftig jaar later alsnog van muziek voorzien.
GalleryGallery

Rupert van der Linden in de media
Oeuvre van Rupert van der Linden

Na de Vrije School volgt Rupert van der Linden een opleiding als tekenleraar op de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Als illustrator komt hij in dienst bij de Nederlandse Onderwijs Film. Hij tekent daar educatieve filmstrips en verzorgt titels en trucages bij onderwijsfilms. Hierdoor ontstaat zijn belangstelling voor het zelf maken van tekenfilms en zo ontwerpt en tekent hij een tien minuten durende zwart-wit film voor schoolkinderen De goochelaar ontgoocheld (1958). Van der Linden heeft op dat moment geen enkele ervaring op het gebied van de tekenfilm en moet zijn techniek min of meer zelf uitvinden. Zijn idee is om een fantasieverhaal te vertellen in de vorm van tot leven gebrachte tekeningen op een zwart schoolbord. Later blijkt dat hij dezelfde werkwijze heeft gevolgd als die van de beroemde Franse tekenfilmpionier Émile Cohl. In die tijd bij de Nederlandse Onderwijs Film leert Van der Linden ook aankomend filmmaker Nico Crama kennen met wie hij later veelvuldig zal gaan samenwerken.


Professioneel animatiefilmer, illustrator en striptekenaar

Aangetrokken door de mogelijkheden van de professionele animatiefilm verhuist Van der Linden in 1959 van Den Haag naar Amsterdam om te gaan werken bij Anglo Dutch Group, de commerciële tekenfilmstudio van de Engelse animatiefilmer Harold Mack. Er valt voor Van der Linden veel te leren van Mack, maar het keurslijf van een studio bevalt hem niet goed en na ruim een jaar kiest hij er toch voor om als freelancer te gaan werken.

Van der Linden verzorgt dan al illustraties voor onder meer het Algemeen Handelsblad en bij deze krant leert hij Jan Blokker kennen. Samen publiceren ze van 1961 tot 1963 een tiental stripverhalen voor deze krant. Blokker schrijft de teksten en Van der Linden maakt de tekeningen. De hoofdfiguur van deze verhalen, Mr. D. van Kwikschoten, is een op Don Quichote geïnspireerd personage die in conflict raakt over destijds actuele Nederlandse kwesties. Eén van deze stripverhalen, Mr. van Kwikschoten en de speelfilm, is een ironische kijk op de Nederlandse filmsituatie van die tijd, waarin duidelijk filmers als Bert Haanstra, Herman van der Horst en Louis van Gasteren te herkennen zijn. Ook wordt in dit stripverhaal gewag gemaakt van het ontstaan van een film over een schilder in wie Karel Appel is te herkennen.

Intussen ontwerpt en animeert Van der Linden voor Nico Crama een speelse intro over drie generaties bioscoopbezoek voor de film Images fantastiques (1962) over de reconstructie van een reisbioscoop door het Nederlands Filmmuseum.


Zelfstandig animatiefilmer en werken in opdracht

Als zelfstandig animatiefilmer maakt Van der Linden vervolgens de vrije films De bloemen (1967) en Mister X (1969), beide met Crama als producent. De korte film De bloemen, het verhaal over een eenzaam mannetje dat op zijn weg alsmaar bloemen plukt die in steeds groter getale vanuit het niets verschijnen, wordt als voorfilm in onder meer het Amsterdamse Tuschinski Theater vertoond. De samenwerking met Crama breidt zich uit tot een aantal opdrachtfilms, zoals een TV-spot en een korte tekenfilm voor het Nationaal Bureau voor Reclassering: Tekenfilm Reclassering (1969). Deze krachtige zwart-wit filmpjes worden gevolgd door een aantal kleurrijke TITAN-spots in opdracht van de Rijksvoorlichtingsdienst: TV-spots Algemene Bijstandswet (1970), TV-spots Stemmen (1971), en TV-spots Goede voeding en Uw hart… uw leven (1972). TITAN is een afkorting voor Televisie Informatie Tot Algemeen Nut. De producties zijn de voorlopers van de Postbus 51-spots. Voor bijna al zijn films en TV-spots heeft Van der Linden zijn eigen muziek ontworpen en uitgevoerd.

Ook bouwt Rupert van der Linden een reputatie op met het ontwerpen en vormgeven van filmtitels, zoals voor de meermalen bekroonde documentaire De werkelijkheid van Karel Appel" (1962) van Jan Vrijman. Op uitnodiging van Vrijman ontwerpt Van der Linden ook de titels voor de korte poëtische film Een zondag op het eiland van de Grande-Jatte (1965) van Frans Weisz, en de speelfilm De vijanden (1968) van Hugo Claus. Van der Lindens titels worden inmiddels vergeleken met die van de beroemde Amerikaanse filmtitelkunstenaar Saul Bass. Voor Nico Crama betitelt hij de magisch-realistische korte speelfilm Het oponthoud (1969) en de kinderfilm De stuiter van Jan Oonk.

Daarnaast verzorgt Van der Linden geanimeerde titelsequenties en filmtrucages voor filmbedrijven als Carillon Films. In 1975 maakt hij nog een laatste korte animatiefilm in opdracht, De museumbezoeker voor producent Peter Brouwer, voor wie hij een paar jaar later ook de silhouettenfilm Jorinde en Joringel (1978) van animatiefilmer Niek Reus voorziet van muziek.


Later werk

Moe van het opdrachtwerk keert Van der Linden zich langzaam maar zeker af van de film en krijgt het vrije tekenen en schilderen de overhand, waarbij hij zich onder meer toelegt op het tekenen en schilderen van mensen. Als fervent schaker maakt hij een grote reeks portretten van bekende Nederlandse en internationale schakers. Ook portretteert hij Amsterdamse kunstenaars als Simon Vinkenoog en Hans Snoek.

Tijdens de voorbereidingen voor de tentoonstelling Een eeuw onderwijsfilm in het Nationaal Onderwijsmuseum in Rotterdam wordt in 2008 een kopie teruggevonden van de verloren gewaande tekenfilm De goochelaar ontgoocheld uit 1958. Vijftig jaar na het ontstaan van deze van oorsprong “zwijgende” film voorziet Rupert van der Linden deze alsnog van zelfbedachte en –gespeelde (piano)muziek (zie de link in het paspoortje boven).


Eerbetoon

In 2010 wordt beeldend kunstenaar en animatiefilmer Rupert van der Linden tachtig jaar. Ter gelegenheid van deze verjaardag presenteert het Nederlands Film Festival een overzicht van zijn filmisch oeuvre en wordt het stripverhaal Mr. Van Kwikschoten en de speelfilm in boekvorm uitgegeven, met een inleiding van de zoon van de inmiddels overleden Jan Blokker.


Onderscheidingen

  • De animatiefilm De bloemen ontvangt een eervolle vermelding bij de uitreiking van de Staatsprijs Filmkunst 1967 ‘als een verrassend werk in een te onzent weinig beoefend genre, vooral om zijn idee en zijn grafische verdiensten’.
  • Bulletje en Boonestaakschaal 2010 als speciaal eerbetoon van Het Stripschap voor Rupert van der Linden als tekenfilmer, illustrator en striptekenaar.