Simon van Collem

Uit B&G Wiki
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Simon van Collem

NaamSimon van Collem
GeborenAmsterdam, 27 maart 1919
GestorvenAmsterdam, 21 juni 1989
FunctiesFilmrecensent, redacteur, presentator
Bekend vanUit de oude draaidoos, AVROskoop, Simonskoop
Periode actief1945-1989
Werkt samen met-
TriviaOverlijdt in Filmtheater Tuschinski na de galapremière van de James Bond film “Licence to kill”
Externe infobiografisch woordenboek

Simon van Collem in de media
Oeuvre van Simon van Collem


Na een 3-jarige HBS en baantjes in het textielbedrijf komt Simon van Collem in 1935 als jongste bediende terecht bij een filmverhuurkantoor. In die periode krijgt hij al artikelen over film gepubliceerd. In de bezettingstijd wordt hij regieassistent in de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam. In 1942 duikt hij als boerenknecht onder in West-Friesland. Na de oorlog hervat hij het schrijven van artikelen over film in allerlei bladen. Hij vertelt onder andere over de beginjaren van de Nederlandse film. Op uitnodiging van De Volkskrant maakt hij daarvan zijn hoofdonderwerp. Vanaf 1954 verschijnen met wisselende frequentie afleveringen van “Uit de oude draaidoos”.

Deze titel handhaaft hij voor de rubriek, die hij voor de VPRO-televisie in 1958 opzet. Meer en meer betrekt hij ook het buitenland in zijn maandelijkse uitzendingen. Na 119 afleveringen in twaalf jaar maakt de VPRO een einde aan het programma. Ook zijn werk als verkoopleider van het filmverhuurkantoor Nova-Nederland geeft hij eraan, als hij begin jaren ‘70 redacteur van het weekblad Televizier kan worden. Dit brengt hem in contact met de AVRO.

Hij opent de televisierubriek “AVROSkoop”. Daarin besteedt hij niet langer aandacht aan de filmgeschiedenis, maar geeft hij informatie over films die op dat moment in de bioscopen draaien. De rubriek draait drie seizoenen. In 1975 biedt de TROS hem ruimte voor de rubriek “Simonskoop”. Hij besteedt hoofdzakelijk aandacht aan de grote kassuccessen van Hollywood. De vraaggesprekken met de sterren van het witte doek zijn z’n grootste troef.

Behalve vele artikelen in kranten en tijdschriften verschijnen er ook enkele boeken van zijn hand. Het boek Uit de oude draaidoos (1959) berust op eigen interviews met een honderdtal bioscoopexploitanten en filmsterren. In 1965 schrijft hij “Sterren kijken” en in 1988 De sterren kunnen me nog meer vertellen.