Tineke Roeffen

Uit B&G Wiki
Versie door Liselotte Doeswijk (overleg | bijdragen) op 26 aug 2014 om 11:06 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{ Infobox Persoon | illustratie = | naam = | geboorte_datum = 1927 | geboorte_plaats = | overlijden_datum = | overlijden_plaats = | functies = :Cat...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
PersoonPlaceholder.png

Naam
Geboren, 1927
Functies regisseur
Bekend vaneerste vrouwelijke regisseur, Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer?
Periode actief1946
Werkt samen metWim Bary, Ben Mettrop,

Tineke Roeffen in de media
Oeuvre Tineke Roeffen

Tineke Roeffen is de eerste vrouw die regisseur wordt bij de televisie.

Roeffenbegint na haar middlbare school bij de KRO. Ze heeft er verschillende baantjes: eerst als secretaresse van J.A.A.M. Kors, daarna als productieassistente van Jan de Cler. Vervolgens werkte zee ook bij het platenarchief en later presenteerde ze bij schoolradio.

In 1954 heeft de KRO een 'scriptgirl' nodig voor de televisiesectie (bestaande uit regisseurs Jan Castelijns, Jan Delftgauw en Ben Mettrop) en Roeffen waagt de overstap. Scriptgril en omroepster zijn dan de enige functies bij de televisie die door vrouwen uitgeoefend worden. De scriptgirl zit in het regiehokje boven de studiovloer in [[Studio Irene]. Links van de regisseur zit de schakeltechnicus en rechts zit Roeffen, naast haar zit de geluidstechnicus. De belangrijkste taak van de scriptgirl is tijdens de uitzendingen de drie cameramannen voorcueën. Voor elk soort shot (close-up, totaal, medium) moet er van lens gewisseld worden. De scriptgirl laat ze weten wanneer ze welke lens voor moeten zetten. Daarnaast assisteert de scriptgirl bij al het voorbereidend werk en de repetities.

Improvisatie is de eerste jaren van televisiemaken het sleutelwoord. Regelmatig valt een camera of zelfs de hele uitzending weg door een technische storing. Ook als de techniek meewerkt, kan er nog genoeg misgaan: acteurs die hun tekst vergeten, rekwisiteurs of geluidshengels die in beeld komen, een verkeerde instart van een film, geluiden van vallende decorstukken bij het changement in de andere scene, het geluid van de camerakabels die over de vloer slepen. Het maken van reportages, opnames of uitzendingen vanaf lokatie, is eveneens een uitdaging.

Regisseur staan in de beginjaren van de televisie volop in de belangstelling van de pers, er zijn immers nog nauwelijks serie-programma's en tv-beroemdheden. Alle televisie-uitzendingen worden uitgebreid gerecenceerd en met name de verdiensten van de regie komt altijd ter sprake. Als Roeffen de overstap van scriptgirl naar regisseur maakt, is dat landelijk nieuws. Haar ervaring als scriptgirl, maakt dat de technici van de NTS haar accepteren in het mannenwereldje.

In april 1957 neemt Roeffen de regie van de KRO-kinderuitzendingen (met onder meer Hokus Pokus, dat kan ik ook en Dappere Dodo) over van Wim Bary. Ze ontvangt grote stapels post van de kleine kijkers als er iemand jarig is in het programma of als een personage een andere jas aan heeft. Ze merkt uit hun brieven hoe betrokken de kinderen zijn bij de programma's en hoe oplettend ze zijn.

En enkele maanden (20 januari) later regisseert ze voor het eerst een avondprogramma. Regisseur Luc van Gent is ziek en Roeffen neemt zijn taak over. Het betreft een opzienbarende uitzending op lokatie van een medische operatie op een koe. De reportage komt van de Veeartsenijkundige faculteit in Delft waar presentator Dick de Vree uitleg geeft over onderzoek, röntgenfoto's en de operaties die daar plaatvinden. Het klapstuk is de operatie op een koe, die uiteraard niet gerepeteerd kan worden. De uitzending slaagt en Roeffen regisseert daarna vaker de avonduitzendingen of onderdelen daarvan.

Naast de kinderprogramma's krijgt Roeffen er in de loop van 1958 een vrouwenprogramma bij. Aanvankelijk zijn dat uitzendingen van een kwartier per maand en later een half uur per twee maanden. Het vrouwenprogramma is aanvankelijk in de avond, maar dat is geen succes. Roeffen zegt verwijtend aan de Leeuwarder courant (13-5-1961): "De moeilijkheid was dat het op de avond stond. De mannen zeggen dan zo van "Moeten we daar nou naar kijken?" Maar de vrouwen zeggen niet, als er specifieke mannenprogramma's zijn over bijvoorbeeld Polarisatieraketten, "Moeten wij daar nou naar kijken?"" Het vrouwenprogramma stopt zodoende, tot er plaats is in de middaguitzending.

In juni 1958 trouwt ze met Teun Notten, een reclameman en de broer van KRO producent Nic Notten. Zoals wel gebruikelijk is voor getrouwde vrouwen die tijd geeft ze haar werk op en verhuist ze met hem mee als hij voor zijn werk naar Eindhoven moet eind 1958. De Telegraaf noemt het een "gevoelig verlies" dat de televisie haar enige vrouwelijke regisseur verliest omdat zij zulk goed werk doet. Woensdagmiddag 20 december 1958 is haar laatste kinderuitzending, zo kondigt de Telegraaf aan, maar van een lange afwezigheid is geen sprake. In 1959 is ze alweer terug bij de televisie, maar niet meer bij de kinderuitzendingen. Ze regisseert de tweewekelijkse serie; het avondcollege Nederlands: Onze arme, rijke taal. Roeffen vind het niet zo leuk als de kinderprogramma's, maar "Als je van niets iets kunt maken, dat is altijd boeiend" (Leeuwarder courant, 13-5-1961).

Daarnaast regisseert Roeffen reportages. Zo brengt ze de internationale skelter-wedstrijden in Driebergen in beeld en een carter-race. Bij de laatste reportage gaat het mis, de ingehuurde lampen om de baan te verlichten, gaan kapot door de regen. Er kan maar één bocht in beeld gebracht worden en de uitzending wordt vroegtijdig afgebroken.

In februari 1962 is Roeffen een van de afgevaardigden van de Nederlandse televisie naar een internationaal congres in Zwitserland over schooltelevisie. De meeste landen in Europa hebben al regelmatige schooluitzendingen, maar in Nederland is men nog bezig met de voorbreidingen. Roeffen publiceert naar aanleiding van het congres een reeks artikelen over de voor- en nadelen van schooltelevisie in het Limburgsch dagblad.

Kindertelevisie heeft niet haar oververdeelde aandacht. In 1963 regisseert Roeffen Vloekjes bij de thee een serie van zes afleveringen van 25 minuten gebaseerd op het gelijknamige boek van Wim Zaal over de negentiende eeuw. Voor het programma maakt ze opnames in dertig musea. De directeur van het Dordtse Museum weigert me te werken, hij vindt de tekst van Zaal te luchtig.

In januari 1963 is er eindelijk tijd voor de vrouwenprogramma's. Elke week op donderdagmiddag is er drie kwartier (van 14.30 tot 15.15) beschikbaar voor de omroepen en Roeffen is voor de KRO de producent en regisseur. Tussen de omroepen is onderling overleg over de onderwerpen in de programma's en de KRO en NCRV werken zelfs samen aangezamelijk magazine. Na het magazine volgt een documentaire. Roeffen besteedt daarin met opzet geen aandacht aan zaken die de huisvrouw al dagelijks tegenkomt, ze wil de blik van de vrouw verruimen. Zo maakt ze documentaires over de vrouw en de reclame, gevaren in huis, een dagje uit het leven van een actrice, of volgt ze een productieproces. Na de documentaire volgt een intermezzo van de vierjarige Katrien die bijvoorbeeld een cadeau uitpakt. Het gaat in dit intermezzo om de spontane reactie van het kind op dit soort kleine zaken en daarmee is het misschien wel de eerste reality-serie op de Nederlandse televisie. Driekwart in de middag besluit met een muzikaal optreden en na een kwartiertje pauze komt het kleuterprogramma van een kwartier (Kasje Kauwgom), waarvoor Roeffen eveneens de regie doet.