Eric Oosthoek

Uit B&G Wiki
Eric Oosthoek

NaamEric Oosthoek
GeborenBilthoven, September 1948
Functies dramaregisseur, scenarioschrijver, auteur van misdaadromans
Bekend vanDocent acteren voor de camera
Periode actief1972 - heden
TriviaAuteur van Basisboek Televisie Maken, tussen 1990-2010 meer dan 10.000 exemplaren verkocht
Externe infoWebsite Eric Oosthoek

Eric Oosthoek in de media
Oeuvre van Eric Oosthoek

Werkte onder meer samen met de volgende auteurs

René Appel, Eli Asser, Bernlef † , Herman Pieter De Boer, Oscar Van Den Boogaard, Willem Brakman, Walter Van Den Broeck, Jeroen Brouwers, Willem Capteyn, Don Dek­ker, Adriaan Van Dis, Carel Donck, Maarten 't Hart, Hugo Heinen, Robert Long † , Lucebert † , Ischa Meijer † , Mia Meyer † , Jaap Van De Merwe † , Bart Moeyaert, Annemarie Oster, Connie Palmen, Ward Ruyslinck, René Stoute, Peter Van Straaten † , Walter Vanden Broeck, Dick Walda, Steven Van Watermeulen, Willem Wil­mink † , en Jan Wolkers † .

Carrière

Oosthoek studeerde in 1972 als een van de eerste van zijn generatie af als toneel- én televisiedramaregisseur aan de Amsterdamse Toneelschool. Hij werkte tijdens zijn studie verschillende malen als regie-assistent van Engelse en Duitse regisseurs van toneel- en televisiedrama. Daarna werkte hij een aantal jaren als toneelregisseur. In die periode voltooide hij de NOS-opleiding televisieregie van Studio Santbergen in Hilversum. Als vervolgstudie volgde hij in de Verenigde Staten verschillende masterclasses op het gebied van dramaregie, acteren voor de camera en montage. Zijn televisiefilms zijn vertoond op buitenlandse publieke zenders in o.a. Engeland, Duitsland, Zwitserland, Frankrijk, IJsland en Bulgarije. Oosthoek was meermalen lid van internationale jury's, waaronder de Prix Italia en de Genève-Europa-prijzen voor Scenarioschrijven. Sinds 2008 richt hij zich volledig op het schrijven van fictie. Sinds januari 2018 runt hij een eigen onafhankelijke uitgeverij, All Fiction. Zijn eerste grote project is de negendelige serie misdaadromans Severyn & Govaert.

Naast een reeks documentaires realiseerde Oosthoek als dramaregisseur en scenarioschrijver voor de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) een groot aantal dramaproducties, zowel enkelvoudige televisiespelen als langer lopende dramaseries en televisiefilms.

Televisieseries

Sanne (1983), De rivier waarin ik zwom (1988), Oog in Oog (1991-1992), Weekend (1992), Over de liefde (1997-1998)

Televisiefilms

Niet ter inzage aan de betrokkenen (1979), Zondag weet je alles (1985), Wie aus weiter ferne (1994), Respect (1994), Het laatste glas melk (1995), Morgen ga ik zelf (2001), Saint Amour (2001), Novemberlicht (2003), Gebroken Rood (2004), Kilkenny Cross (2006) en Anna (2007).

Bevlogen maker

Eric Oosthoek behoort tot de selecte groep van vakmensen die aan het begin van hun loopbaan bij een kleine omroep in dienst treden die hen genoeg ruimte geeft om hun artistieke vleugels uit te slaan en tientallen jaren te blijven. Oosthoek is een bevlogen maker. Hoewel hij televisie niet als een revolutionair medium beschouwt waarmee je mensen politiek kunt mobiliseren wil hij met zijn drama’s mensen bewegen, stimuleren, laten nadenken, tot standpunten dwingen over menselijke en maatschappelijke dilemma’s. De thema’s en personages zijn soms uit het leven gegrepen of sluiten aan bij actuele discussies, maar kunnen ook vervat zijn in complexe personages die zich in uitzonderlijke omstandigheden bevinden.

Hij ziet zichzelf als verhalenverteller waarbij de inhoud voorop staat. “Identificatie is de bron van alle drama” , zegt hij. Zijn werk kenmerkt zich door een sterke acteursregie. Oosthoek werkt meestal met zeer ervaren Nederlandse acteurs. Pure vormexperimenten hebben niet zijn interesse. Vanuit de inhoudelijke motivatie kent zijn televisiedrama over het algemeen een meer conventionele stijl waarin het tempo beheerst en er veel oog voor detail is.

Vanuit zijn unieke positie als producer/eindredacteur/regisseur kan hij vrijwel elk televisiedrama bij de IKON vanaf het eerste tot het laatste moment onder zijn hoede nemen. “Ik bedenk een idee, ga met schrijvers praten, en wandel gezamenlijk dat traject af. Bij andere omroepen komt een script binnen en dat wil men dan maken nadat een dramaturg het bewerkt heeft. Vervolgens wordt er een regisseur voor gezocht die het ook gaat bewerken, want het moet wel ‘zijn’ script worden. Bij deze manier van werken verdwijnt de rafeligheid, de authenticiteit, je krijgt een product van ‘the middle of the road’ en dat vind ik jammer”.