Plopkap
Een verslaggever die met een microfoon in de hand een reportage maakt moet er voor zorgen dat het opgenomen geluid zo helder en vooral storingsvrij wordt opgenomen. De microfoon die hij in de hand heeft registreert behalve de stem van de geïnterviewde persoon ook ongewenste geluiden. De wind kan allerlei rare geluiden opleveren, de gesproken woorden met de letters p en b bijvoorbeeld kunnen plopgeluiden veroorzaken wanneer de microfoon dicht bij de mond van de spreker wordt gehouden.
Om deze negatieve invloeden tegen te gaan schuift men een bolletje van schuim over de microfoon. Dit is de plopkap. De vreemde en ongewenste geluiden kunnen niet tot de microfoon doordringen terwijl het stemgeluid gewoon duidelijk hoorbaar is. Plopkappen zijn er in allerlei soorten. Behalve de schuimrubber bolletjes, vaak met de naam van het station waar de verslaggever voor werkt, zijn er de zogenaamde “konijnenoren”. Dit zijn lange harige omhulsels voor een microfoon die vaak aan een lange stok vlak boven de spreker wordt gehouden zonder in beeld te komen wanneer er een televisie- of filmopname wordt gemaakt. In de studio spant men een dun stukje stof voor de microfoon om de plopgeluiden te vermijden. Het moge duidelijk zijn dat onze zuiderbuurlijke kabouter niets met een plopkap te maken heeft.