RE-lampentester
[[Image:|center|thumb|250px|]] | |
Naam | RE-lampentester |
Vervaardigd door | RE laboratorium |
In gebruik vanaf | 1935 |
In gebruik tot | |
Gewicht | |
Beeld en Geluid archiefnummer | 2396 |
Voor de komst van de transistor is de radiolamp het enige elektronische element waarmee versterking mogelijk is. Door verschillende oorzaken ondergaat een lamp slijtage. Achteruitgang van de lamp kan worden getest door een bepaalde eigenschap, de “steilheid”, van de lamp te meten. De steilheid van een lamp is de mate van verandering van de anodestroom onder invloed van een veranderende spanning aan het stuurrooster. De steilheid van de lamp wordt uitgedrukt in een percentage.
Tot in de jaren zestig beschikken vele radiowinkels over een professionele lampentester. Voor een kleine vergoeding kan men er een dubieuze lamp laten testen.
In het midden van de jaren dertig zijn deze apparaten nog volop in ontwikkeling. Voor de doorsnee amateur liggen de prijzen echter ver boven het besteedbare budget, evenals voor veel toenmalige kleine radioreparatiebedrijven. In 1935 komt het blad Radio Expres (RE) met een zelfbouwlampentester. Veel reparatiebedrijven gaan over tot deze veel goedkopere zelfbouw. In tegenstelling tot veel door amateurs gebouwde apparaten komen de onderdelen voor dit ontwerp niet uit de rommeldoos. Voor veel individuele amateurs is dit ontwerp toch nog een overbodige luxe. Zij wenden zich tot de plaatselijke radioclubs waar dit apparaat zich ook een plek verwerft. Als dat niet meteen mogelijk is zal de amateur een verdachte lamp eenvoudig vervangen door een nieuw exemplaar.