Telegrafieverkeer
een langdradige zaak
In de beginjaren van de twintigste eeuw willen de koloniale naties graag snel contact hebben met hun koloniën, die op duizenden kilometers afstand liggen. Voor de verbindingen tussen gebieden in de wereld draadloos worden gaat alle telegrafiecontact via kabels die verschillende werelddelen met elkaar verbinden. Er zijn reeds enkele stations die draadloze communicatie faciliteren maar dat zijn er maar weinig. Om met Batavia te communiceren maakt Nederland gebruik van de kabel van het Deutsch-Niederländische Telegraphengesellschaft. Het beginpunt van de kabel ligt in de monding van de Eems en de Weser en via het waddengebied loopt de kabel over de zeebodem naar Indië. Telegrafie op wereldschaal via kabels is zeer uitgebreid. Er ligt ongeveer een half miljoen kilometer kabel op de zeebodem en een miljoen kilometer aan landlijnen. De helft van het kabelnet is van Engeland, een kwart is van de Verenigde Staten en het laatste kwart is van andere landen waaronder Nederland en Duitsland. Er bestaan ook al enkele stations voor draadloze telegrafie maar die staan nog in de kinderschoenen.
oorlog
Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt worden de verbindingen die via Duitse kabels lopen gesaboteerd door de Engelse marine. Die haalt bij de Waddenzee de kabels omhoog en maakt ze kapot. Hiermee is ook de verbinding tussen Nederland en Indië verbroken. Men gaat nu op zoek naar de mogelijkheid de verbinding via andere lijnen tot stand te brengen. Deze verbinding loopt via Siberië en China. Omdat deze verbinding ook het Duitse eiland Yap bij de Filipijnen aandoet is deze verbinding niet betrouwbaar genoeg om de Nederlandse belangen te waarborgen. De reeds bestaande draadloze telegrafiestations worden nu ook het doelwit van de geallieerden zodat het zeer moeilijk wordt een goede verbinding tot stand te brengen, mede omdat gebruik van Duitse verbindingen de neutraliteit van Nederland in gevaar zal brengen.
eindelijk draadloos
Na de oorlog wordt het steeds meer mogelijk om de draadloze verbindingen te realiseren. Nicolaas Koomans (1879 – 1945) is een technicus in hart en nieren. Radiotechniek is zijn lust en leven. Hij vervult diverse functies op dit terrein: Hoofdingenieur der Telegrafie en telefonie, Chef van het Radiolaboratorium van de Rijkstelegraaf en Buitengewoon hoogleraar aan de Technische Hogeschool in Delft (tegenwoordig de Technische Universiteit). Koomans legt zich toe op het ontwikkelen van de radiotechniek. Verbindingen over grote afstanden vereisen nog grote apparaten met lange antennes. Hij werkt aan het verbeteren van de Korte Golftechniek om het telegrafieverkeer met Nederlands Indië te verbeteren. Met de nieuwe technieken is het mogelijk met kleinere apparaten en minder energie grote afstanden te overbruggen.