Jan Cottaar: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 16: | Regel 16: | ||
| catalogus = [[Jan Cottaar in de media]] | | catalogus = [[Jan Cottaar in de media]] | ||
}} | }} | ||
Jan Cottaar is een van de meest bekende Nederlandse sportjournalisten in de jaren vijftig en zestig. Zijn carrière begint bij de krant, vervolgens doet hij verslag voor de radio, bij voorkeur voor wielerwedstrijden. Voor de radio is Cottaar herkenbaar aan zijn stemgeluid. Vanaf 1950, eerst voor Philips Experimtentele Televisie en vervolgens voor KRO en NTS doet hij verslag voor de televisie. Hij verschijnt voor de camera (zoals gebruikelijk in die jaren) met colbert en zijn onafscheidelijke vlinderdasje. | |||
Cottaar is van katholieke huize en kiest aanvankelijk voor een priesteropleiding aan het seminarie. Het wordt toch het gymnasium in Venray. In 1935 wordt hij leerling-journalist bij de ''Nieuwe Delftsche Courant''. Twee jaar later treedt hij in dienst van het dagblad ''Trouw''. | |||
In 1938 wordt hij er belast met de leiding van de sportredactie. Na de Tweede Wereldoorlog publiceert hij ''Het sportboek van de jeugd''. In dit boek – en ook later in boeken en artikelen – wijst hij op het belang van lichaamscultuur voor de karaktervorming en de zin voor harmonie. In 1952 wordt Cottaar benoemd tot sportredacteur van de ''Nieuwe Rotterdamsche Courant''. | |||
In maart 1946 houdt Cottaar zijn eerste sportpraatje voor de KRO en vanaf juli 1946 geeft Cottaar zijn opvattingen in een wekelijks radiopraatje voor de microfoon van deze omroep. Hij wordt in het bijzonder bekend als commentator van wielerwedstrijden, zijn favoriete sport. Verslaat acht maal de Ronde van Nederland. In 1948 is Cottaar een van de verslaggevers van de Olympische Spelen in Londen. | |||
Sinds 1949 wordt hij ook belast met de reportage van de Tour de France. Gedurende tien jaar verzorgt hij het dagelijkse wedstrijdverslag van de Ronde van Frankrijk. Naast een rechtstreeks verslag van de finish later op de avond ook een nabeschouwing. Cottaar heeft een goed gevoel voor de dramatiek van de strijd tussen de giganten van de wielersport. De directe radio-uitzendingen voor de gezamenlijke omroep doorbreken het monopolie van de kranten en vergroten de populariteit van de wedstrijdsport. Van de soms moeilijke omstandigheden waaronder Cottaar moet werken, verhaalt hij in het in 1960 verschenen boek ''10x Tour''. Befaamd is zijn gefingeerde verslag van een Touretappe uit 1954. Vanwege pech met de volgauto – er reden in die jaren nog geen motoren in het peloton mee - arriveert Cottaar te laat aan de finish. Om toch verslag te kunnen doen speelt hij (net zoals zijn collega [[Theo Koomen]] later ook zou doen) het wedstrijdverloop van die dag na. Hij laat hierbij de Nederlandse deelnemer Wout Wagtmans, die uitgevallen is, veilig over de streep komen. | |||
Cottaar wordt als freelancer al in 1950 ingeschakeld bij de Experimentele Periode van Philips ( PET-periode). Op 10 september doet hij ‘rechtstreeks’, gezeten in de deuropening van de reportagewagen, verslag van een wedstrijd van PSV onder regie van [[Erik de Vries]]. In 1953 doet hij in het ''[[Journaal]]'' in een item verslag van de voetbalinterland Noorwegen – Nederland. Zo zal hij regelmatig te zien zijn in het Journaal. | |||
In 1958 begint Cottaar voor het nieuwe medium televisie met een maandelijks praatje onder de titel ''[[Van onze sportredacteur]]''. Ook werkt hij als reporter mee aan het wekelijkse programma op de zondagavond ''[[Sport in beeld]]''. Hij is een vriendelijke, enthousiaste medewerker, die zich door zijn passie niet laat meeslepen. | |||
In 1960 tijdens de Olympische Spelen van Rome verzorgt Cottaar filmcolumns over zijn schoenpoetser Guiseppe. Vanwege zijn activiteiten voor het Nederlands Olympisch Comité (NOC) beëindigt hij zijn werkzaamheden voor televisie. Incidenteel doet hij via het tv-scherm mededelingen van het NOC. | |||
Cottaar is jaren lang voorzitter van de Nederlandse Sportpers en wordt in 1970 directeur van het Nederlands Olympisch Comité. Wegens ziekte moet hij deze functie in 1974 beëindigen. | |||
===Publicaties=== | |||
''Het sportboek van de jeugd'' (1947). | |||
''De gestolen reportage'' (detectiveroman), 1949. | |||
''10x Tour'' (1960). | |||
''Carrière op een racefiets'' (over loopbaan Gerrit Schulte). | |||
''Arme Kampioen'' (geromantiseerde levensgeschiedenis van Jaap Eden). | |||
''De troostprijs is een gele trui'' (over de Italiaanse wielrenners Coppi en Bartali), 1962. | |||
''Gouden Boek Nederlands Olympisch Comité'' (1962). | |||
''Van Olympus tot Fujijama'' (geschiedenis Olympische Spelen), 1964. | |||
''Glorie van de sport'' (1967). | |||
''Olympische Spelen nu'' (1980). | |||
''Gele trui tegen wil en dank'' (1981). | |||
[[Category:personen|Cottaar, Jan]] [[Category:Journalist |Cottaar, Jan]] [[Category:Presentator |Cottaar, Jan]] | [[Category:personen|Cottaar, Jan]] [[Category:Journalist |Cottaar, Jan]] [[Category:Presentator |Cottaar, Jan]] |
Versie van 16 jul 2008 15:14
Naam | Johannes Hendricus Marie Cottaar |
Geboren | Delft, 6 maart 1915 |
Gestorven | Leiderdorp, 21 juli 1984 |
Functies | journalist, presentator |
Bekend van | Van onze sportredacteur, Sport in beeld |
Periode actief | 1946-1969 |
Externe info | Site van Peter Cottaar over zijn vader |
Jan Cottaar in de media Oeuvre Jan Cottaar |
Jan Cottaar is een van de meest bekende Nederlandse sportjournalisten in de jaren vijftig en zestig. Zijn carrière begint bij de krant, vervolgens doet hij verslag voor de radio, bij voorkeur voor wielerwedstrijden. Voor de radio is Cottaar herkenbaar aan zijn stemgeluid. Vanaf 1950, eerst voor Philips Experimtentele Televisie en vervolgens voor KRO en NTS doet hij verslag voor de televisie. Hij verschijnt voor de camera (zoals gebruikelijk in die jaren) met colbert en zijn onafscheidelijke vlinderdasje.
Cottaar is van katholieke huize en kiest aanvankelijk voor een priesteropleiding aan het seminarie. Het wordt toch het gymnasium in Venray. In 1935 wordt hij leerling-journalist bij de Nieuwe Delftsche Courant. Twee jaar later treedt hij in dienst van het dagblad Trouw.
In 1938 wordt hij er belast met de leiding van de sportredactie. Na de Tweede Wereldoorlog publiceert hij Het sportboek van de jeugd. In dit boek – en ook later in boeken en artikelen – wijst hij op het belang van lichaamscultuur voor de karaktervorming en de zin voor harmonie. In 1952 wordt Cottaar benoemd tot sportredacteur van de Nieuwe Rotterdamsche Courant.
In maart 1946 houdt Cottaar zijn eerste sportpraatje voor de KRO en vanaf juli 1946 geeft Cottaar zijn opvattingen in een wekelijks radiopraatje voor de microfoon van deze omroep. Hij wordt in het bijzonder bekend als commentator van wielerwedstrijden, zijn favoriete sport. Verslaat acht maal de Ronde van Nederland. In 1948 is Cottaar een van de verslaggevers van de Olympische Spelen in Londen.
Sinds 1949 wordt hij ook belast met de reportage van de Tour de France. Gedurende tien jaar verzorgt hij het dagelijkse wedstrijdverslag van de Ronde van Frankrijk. Naast een rechtstreeks verslag van de finish later op de avond ook een nabeschouwing. Cottaar heeft een goed gevoel voor de dramatiek van de strijd tussen de giganten van de wielersport. De directe radio-uitzendingen voor de gezamenlijke omroep doorbreken het monopolie van de kranten en vergroten de populariteit van de wedstrijdsport. Van de soms moeilijke omstandigheden waaronder Cottaar moet werken, verhaalt hij in het in 1960 verschenen boek 10x Tour. Befaamd is zijn gefingeerde verslag van een Touretappe uit 1954. Vanwege pech met de volgauto – er reden in die jaren nog geen motoren in het peloton mee - arriveert Cottaar te laat aan de finish. Om toch verslag te kunnen doen speelt hij (net zoals zijn collega Theo Koomen later ook zou doen) het wedstrijdverloop van die dag na. Hij laat hierbij de Nederlandse deelnemer Wout Wagtmans, die uitgevallen is, veilig over de streep komen.
Cottaar wordt als freelancer al in 1950 ingeschakeld bij de Experimentele Periode van Philips ( PET-periode). Op 10 september doet hij ‘rechtstreeks’, gezeten in de deuropening van de reportagewagen, verslag van een wedstrijd van PSV onder regie van Erik de Vries. In 1953 doet hij in het Journaal in een item verslag van de voetbalinterland Noorwegen – Nederland. Zo zal hij regelmatig te zien zijn in het Journaal. In 1958 begint Cottaar voor het nieuwe medium televisie met een maandelijks praatje onder de titel Van onze sportredacteur. Ook werkt hij als reporter mee aan het wekelijkse programma op de zondagavond Sport in beeld. Hij is een vriendelijke, enthousiaste medewerker, die zich door zijn passie niet laat meeslepen.
In 1960 tijdens de Olympische Spelen van Rome verzorgt Cottaar filmcolumns over zijn schoenpoetser Guiseppe. Vanwege zijn activiteiten voor het Nederlands Olympisch Comité (NOC) beëindigt hij zijn werkzaamheden voor televisie. Incidenteel doet hij via het tv-scherm mededelingen van het NOC. Cottaar is jaren lang voorzitter van de Nederlandse Sportpers en wordt in 1970 directeur van het Nederlands Olympisch Comité. Wegens ziekte moet hij deze functie in 1974 beëindigen.
Publicaties
Het sportboek van de jeugd (1947).
De gestolen reportage (detectiveroman), 1949.
10x Tour (1960).
Carrière op een racefiets (over loopbaan Gerrit Schulte).
Arme Kampioen (geromantiseerde levensgeschiedenis van Jaap Eden).
De troostprijs is een gele trui (over de Italiaanse wielrenners Coppi en Bartali), 1962.
Gouden Boek Nederlands Olympisch Comité (1962).
Van Olympus tot Fujijama (geschiedenis Olympische Spelen), 1964.
Glorie van de sport (1967).
Olympische Spelen nu (1980).
Gele trui tegen wil en dank (1981).