Dorus van der Linden: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 45: | Regel 45: | ||
Begin jaren zeventig is Van der Linden enige jaren chef van de decorontwerpers. In eerste instantie zijn hij en [[Roland de Groot]] in november 1972 bevorderd tot vakgroepbegeleiders, waarbij Van der Linden verantwoordelijk is voor de dramaproducties en De Groot voor de amusementsprogramma's. De Groot bedankt na een half jaar en Van der Linden neemt dan ook de amusementsprogramma's over. Als vakgroepbegeleider van de decorontwerpers is het Van der Lindens taak om de programma's te verdelen en ziet hij toe op de voortgang en kwaliteit van producties van zijn collega's. | Begin jaren zeventig is Van der Linden enige jaren chef van de decorontwerpers. In eerste instantie zijn hij en [[Roland de Groot]] in november 1972 bevorderd tot vakgroepbegeleiders, waarbij Van der Linden verantwoordelijk is voor de dramaproducties en De Groot voor de amusementsprogramma's. De Groot bedankt na een half jaar en Van der Linden neemt dan ook de amusementsprogramma's over. Als vakgroepbegeleider van de decorontwerpers is het Van der Lindens taak om de programma's te verdelen en ziet hij toe op de voortgang en kwaliteit van producties van zijn collega's. | ||
[[Bestand:FTA001038599_020_con.jpg|thumb|left|200px|Maquette voor ''[[Sesamstraat]]'', dit decor van Van der Linden is van 1977 tot 1981 in gebruik]]De functie van vakgroepbegeleider is onderdeel van de in 1972 ingevoerde reorganisatie, uitgedacht door adviesbureau Bout. Deze reorganisatie is bedoeld om de NOS te democratiseren. Hoewel de ontwerpgroep zelf blij is met meer zeggenschap over hun afdeling en werkzaamheden, heeft de reorganisatie nadelige gevolgen voor de dekorproductiegang. De vakgroepen hebben meer invloed, wat extra overleg kost. Bovendien zijn de verantwoordelijkheden onduidelijk gedefinieerd, wat conflicten en problemen in de hand werkt. [[Jan van der Does]], manager van de hoofdafdeling Ontwerp ziet zich in februari 1974 genoodzaakt om terug te treden. Van der Linden en [[Frans van der Aa]] (vakgroepbegeleider van de grafisch ontwerpers) nemen samen zijn functie waar in deze roerige periode. Later dat jaar kan Van der Linden door persoonlijke omstandigheden de | [[Bestand:FTA001038599_020_con.jpg|thumb|left|200px|Maquette voor ''[[Sesamstraat]]'', dit decor van Van der Linden is van 1977 tot 1981 in gebruik]]De functie van vakgroepbegeleider is onderdeel van de in 1972 ingevoerde reorganisatie, uitgedacht door adviesbureau Bout. Deze reorganisatie is bedoeld om de NOS te democratiseren. Hoewel de ontwerpgroep zelf blij is met meer zeggenschap over hun afdeling en werkzaamheden, heeft de reorganisatie nadelige gevolgen voor de dekorproductiegang. De vakgroepen hebben meer invloed, wat extra overleg kost. Bovendien zijn de verantwoordelijkheden onduidelijk gedefinieerd, wat conflicten en problemen in de hand werkt. [[Jan van der Does]], manager van de hoofdafdeling Ontwerp ziet zich in februari 1974 genoodzaakt om terug te treden. Van der Linden en [[Frans van der Aa]] (vakgroepbegeleider van de grafisch ontwerpers) nemen samen zijn functie waar in deze roerige periode. Later dat jaar kan Van der Linden door persoonlijke omstandigheden de combinatie van de functie decorontwerper met daarbij de vakgroepbegeleiding en de gedeelde rol van vervangend manager niet meer aan en [[Freek Biesiot]] volgt hem op. | ||
===Films=== | ===Films=== |
Versie van 19 aug 2020 21:10
Naam | Theodorus Augustinus Hermanus Maria van der Linden |
Geboren | Nijmegen, 3 maart 1942 |
Gestorven | Hilversum, 13 augustus 2020 |
Functies | Decorontwerper, grafisch ontwerper, artdirector, illustrator |
Bekend van | De kleine waarheid, Merijntje Gijzens jeugd, De aanslag, De smaak van water, Woyzeck |
Periode actief | 1965-2004 |
Werkt samen met | Kees van Iersel, Fons Rademakers Orlow Seunke, Annemarie Prins |
Trivia | broers Fried van der Linden en Stef van der Linden werkten ook op de Afdeling Decorontwerp |
Externe info | Gastblogs en meer informatie over Dorus van der Linden en zijn decorontwerpen op Vormvanvermaak.nl |
Dorus van der Linden in de media Oeuvre Dorus van der Linden |
Dorus van der Linden is 37 jaar decorontwerper bij de Nederlandse televisie. Hij specialiseert zich in dramaproducties en doet ook veel kinderprogramma's. Daarnaast is hij artdirector bij een aantal grote speelfilms, zoals Het meisje met het rode haar en De aanslag.
Opleiding
Dorus van der Linden krijgt zijn opleiding aan de Koninklijke Academie voor Kunst en vormgeving in 's-Hertogenbosch (1959-1963) in de richting grafische vormgeving en publiciteit. Na zijn eindexamen werkt hij als grafisch ontwerper voor diverse uitgeverijen in België.
In 1965 solliciteert Van der Linden bij de NTS op een vacature voor ontwerper. Pas in de wachtruimte komt hij er achter dat het gaat om een vacature voor decorontwerper. Chef Peter Zwart bekijkt een gedetailleerde ets uit de meegenomen map van en neemt hem spontaan aan. Op 1 april 1965 stapt Van der Linden als aankomend decorontwerper D de villa op de Emmastraat in Hilversum binnen. Aanvankelijk heeft hij nog het idee om via decorontwerp de overstap te maken naar grafisch ontwerp, maar die gedachte vervliegt al snel, decorontwerp bevalt hem uitstekend.
Eerste jaren op de Afdeling Decorontwerp
Omdat er geen opleidingen voor decorontwerp of audiovisuele vormgeving bestaan, leert iedereen het vak in de praktijk. Van der Linden wordt onder de hoede genomen door Massimo Götz. Zoals veel aankomende ontwerpers en regisseurs wordt hij al snel losgelaten op de kinderuitzendingen. Hij ontwerpt voor Vrouwtje Bezemsteel, De geest in de fles en Tim Tatoe.
De chef van de afdeling Decorontwerp, Jan van der Does, gaat ervanuit dat alle ontwerpers voor alle programma's inzetbaar moeten zijn en zodoende wordt Van der Linden ingedeeld voor shows, maar ook voor een nieuw decor voor Brandpunt en Achter het nieuws, of jongerenprogramma's Fanclub en Piknik. In deze periode werkt hij voor het eerst samen met onder meer Frans Boelen en Sonja Barend met wie hij later nog veel vaker zal werken. Met Barend voor vele seizoenen Sonja op maandag en met Frans Boelen na Yin-Yang en Rood, wit, blauw eind jaren zestig, later nog bij J.J. de Bom voorheen de Kindervriend.
In een aantal programma's krijgt Van der Linden de kans om zijn talent als illustrator te laten zien. In Portretten van regisseur Nico Knapper zingt Jasperina de Jong tussen levengroot uitvergrote illustraties en geillustreerde decors.
Dramaproducties
Van der Lindens voorkeur gaat steeds meer uit naar dramaproducties. De eerste grote kans krijgt hij samen met Jaap Binnerts bij de grote dramaproductie De kleine waarheid in 1970. Regisseur Willy van Hemert had Fokke Duetz aangevraagd, maar die is volop aan de slag voor Klop op de deur. Hij moet het doen met Binnerts en Van der Linden en die nemen deze grote productie graag aan. Er komt bij zo'n historische serie veel meer kijken dan dan bij een show: naast de studiodecors, zijn er opnames op lokatie. In beide gevallen moeten alle details historisch kloppen en dat vereist veel onderzoek, precisie en aandacht.
Van der Linden benadrukt altijd het verschil tussen naturalisme ('uit het leven gegrepen') en gestileerd realisme, wat veel verder kan gaan. In de detaillering van de sets gaat hij soms ver, onder het motto: “Misschien ziet niemand deze details, maar als ze er niet zijn dan klopt er iets niet en mis je toch wat”. Door zijn precisie en aandacht voor details komt Van der Linden na De kleine waarheid in contact met Kees van Iersel die Merijntje Gijzens jeugd voor de VARA gaat verfilmen.
Experimentele televisie
Ongeveer in dezelfde periode neemt zijn werk een hele andere wending. In 1970 volgt theatermaakster Annemarie Prins de tv-regiecursus bij Opleidingsinstituut Santbergen. Van der Linden wordt samen met Jaap Drupsteen aan het team toegevoegd wat haar eindwerk zal maken; een stuk van Berthold Brecht, op muziek gezet door Willem Breuker en gespeeld en gezongen door Nelly Frijda. De VPRO ziet wel iets in De zeven doodzonden van de kleine burgerman en het eindwerkstuk wordt een heel programma.
Hierna werkt Van der Linden nog verschillende malen samen met Prins, onder meer voor experimentele programma's als De legende van de geliefde van de machinist, Woyzeck en Oh, was ik maar nooit getrouwd, maar ook voor enkele films en een theaterstuk. Het productieproces verloopt bij haar programma's op een bijzonder intensieve manier. Het programma ontstaat in nauw contact en overleg tussen vormgevers, technici, acteurs, schrijvers die samen met Prins nieuwe vorm en inhoud zoeken voor het medium televisie.
Chef
Begin jaren zeventig is Van der Linden enige jaren chef van de decorontwerpers. In eerste instantie zijn hij en Roland de Groot in november 1972 bevorderd tot vakgroepbegeleiders, waarbij Van der Linden verantwoordelijk is voor de dramaproducties en De Groot voor de amusementsprogramma's. De Groot bedankt na een half jaar en Van der Linden neemt dan ook de amusementsprogramma's over. Als vakgroepbegeleider van de decorontwerpers is het Van der Lindens taak om de programma's te verdelen en ziet hij toe op de voortgang en kwaliteit van producties van zijn collega's.
De functie van vakgroepbegeleider is onderdeel van de in 1972 ingevoerde reorganisatie, uitgedacht door adviesbureau Bout. Deze reorganisatie is bedoeld om de NOS te democratiseren. Hoewel de ontwerpgroep zelf blij is met meer zeggenschap over hun afdeling en werkzaamheden, heeft de reorganisatie nadelige gevolgen voor de dekorproductiegang. De vakgroepen hebben meer invloed, wat extra overleg kost. Bovendien zijn de verantwoordelijkheden onduidelijk gedefinieerd, wat conflicten en problemen in de hand werkt. Jan van der Does, manager van de hoofdafdeling Ontwerp ziet zich in februari 1974 genoodzaakt om terug te treden. Van der Linden en Frans van der Aa (vakgroepbegeleider van de grafisch ontwerpers) nemen samen zijn functie waar in deze roerige periode. Later dat jaar kan Van der Linden door persoonlijke omstandigheden de combinatie van de functie decorontwerper met daarbij de vakgroepbegeleiding en de gedeelde rol van vervangend manager niet meer aan en Freek Biesiot volgt hem op.
Films
Vanaf begin jaren tachtig werkt Van der Linden steeds vaker als artdirector voor speelfilms. Na enkele arthouse films, zoals De antikrist (1973) van Roeland Kerbosch, Geen ontbijt (1979) van Annemarie Prins en De Verleiding (1978) van Ben Verbong, is Het meisje met het rode haar (Verbong, 1981) de eerste grote speelfilm voor Van der Linden.
Het is even wennen om met een professionele filmcrew te werken. De detaillering is door het grotere beeld nog veel belangrijker. Het rekwisietenmagazijn beschikt niet over genoeg oorlogsrekwisieten, dus doet Van der Linden een oproep op de radio, waarop luisteraars knijpkatten, originele sigarettenpakjes, persoonsbewijzen en kranten opsturen. De film is een groot succes, maar alleen over de telefooncel op het station van Haarlem krijgt hij veel commentaar. Het klopt historisch gezien wel, maar het strookt blijkbaar niet met het beeld wat de kijkers van de oorlog hebben.
De verschillen tussen film- en tv-producties brengen de zwakke plekken in de NOS 'decorfabriek' aan het licht. Er bestaat in de filmwereld een grote achterdocht ten aanzien van de NOS, het staat bekend als traag, bureaucratisch en ongemotiveerd. Ook Van der Linden krijgt met die achterdocht te maken. Orlow Seunke, bijvoorbeeld, maakt zijn vijfdelige film Pim (1983) in co-productie met de VPRO waardoor hij gedwongen is van de NOS faciliteiten gebruik te maken. Van der Linden overtuigt hem door de sets tot in de kleinste puntjes te verzorgen. Hij vraagt de eigenaar van de locatie om in het bed in het decor te slapen, zodat de lakens overtuigend "beslapen" zijn, hij versiert een spiegel met foto's van Buster Keaton en kerstlampjes.
Seunkes vertrouwen is gewonnen en Van der Linden verzorgt daarna ook de artdirection voor de indrukwekkende film De smaak van water. Hij besmeurt de binnenkant van de kast waar het meisje in opgesloten zit een week lang met etensresten uit de NOS-kantine. Het resultaat is te gruwelijk voor woorden. De actrice (Dorijn Curvers) krijgt zelfs een tetanus-injectie om er niet ziek van te worden.
Een andere grote speelfim waar Van der Linden artdirector is, is De aanslag (1986) van Fons Rademakers. Uitzonderlijk is dat er voor deze film daadwerkelijk budget om alles wat noodzakelijk is ook te realiseren. Met een helicopter zoeken ze een geschikte plek om de villa van de familie Steenwijk na te bouwen. De plek vinden ze in Soest. Het exterieur van de villa een een naastgelegen woning zijn na een wekenlange voorbouw bij de firma Nagelhout in één dag ter plaatse geassembleerd. De interieurs staan in een tot studio omgebouwde fabriekshal in Almere. Een monument uit Osdorp graaft men uit om het in Soest tijdelijk weer in te graven en op het Malieveld is een massale vredesdemonstratie georganiseerd. De film is een succes en wint vele prijzen, zelfs een Golden Globe en een Oscar voor beste buitenlandse film.
Tijdens de productie van De aanslag verschijnt een interview met Van der Linden in HP De tijd (27-4-1985). Van der Linden laat zich kritisch uit over het werken met de NOS en de gevolgen van de democratiseringsgolf die in de jaren zeventig door het bedrijf ging: "Als ik een decor zit te bespreken, dan zit daar de timmerman bij en de schilder en de smid. Dat kost handen vol geld, die mensen worden uren uit het productieproces gehaald en het is nergens voor nodig. Maar dat heet hier dan een verworven recht. Als bij een architectenbureau constant de metselaar over de vloer was zou iedereen erom lachen, maar hier gebeurt het zo."
Een ander groot nadeel is dat het in principe niet mogelijk is om bepaalde mensen aan te vragen, je moet het doen met de mensen die de NOS aan je toewijst. Van der Linden bedingt voor De aanslag dat hij zelf mensen uit mag kiezen en dat hij hun tijd kan indelen. Omdat het een grote klus is voor de NOS en het facilitair bedrijf moet gaan inspelen op de aflopende bestedingsverplichting van de omroepverenigingen, gaan ze akkoord. Van der Linden kiest Ben Buys als decorproductieleider die de bouw bij de NOS en op lokatie door de firma Nagelhout in goede banen leidt en rekwisiteur Ben Walet.
NOB Decor
In 1988 loopt de bestedingsverplichting van de omroepverenigingen bij de NOS ten einde en dat betekent dat de voormalige hoofdafdelingen Decorontwerp en Decorproductie zelfstandig en commercieel verder moeten. De decorontwerpers krijgen te maken met nieuwe (zwaardere) functie-eisen en een ander soort opdrachtgevers.
Van der Linden wordt op een opdracht gezet van een nieuw soort klant voor de NOS. In Gulpen, Limburg, is een bezoekerscentrum gepland met een tentoonstelling over het landschap en de geschiedenis van de regio. Aan Van der Linden de vraag het centrum in te richten. Er worden uitgebreide maquettes gebouwd voor in de tentoonstelling en een levensgrote mososaurus. Maar wat begint als een prestigueus project, eindigd in bestuurlijke en financiele chaos. Drie maanden na opening gaat Primosa door wanbeleid failliet. De gang van zaken heeft zijn weerslag op de gezondheid van Van der Linden, die zich daarnaast vanuit NOB Decorontwerp onvoldoende gesteund voelt. Hij komt in de ziektewet en wordt ontslagen.
Vrij werk en freelance klussen
Na vijfentwintig drukke jaren pakt Van der Linden het grafische werk weer op, hij gaat tekenen, schilderen en etsen. Als decorontwerper tekende hij ook veel, maar daar is een tekening een communicatiemiddel met regisseurs en decorateliers en niet zo zeer een persoonlijke uitingsvorm. Na een jaar werk op het Grafisch Atelier in Hilversum exposeert hij zijn etsen onder de titel Een jaar bijgetekend.
Er volgen nog enkele decorontwerp-klussen. Zo werkt Van der Linden mee als 'hoedjesman' en decorontwerper aan het televisieprogramma Annetje Lie in het holst van de nacht (VPRO, 2004). Van der Linden ontwerpt de stands op de onderwijstentoonstelling van de NOT in Utrecht en Bibi's bijzondere beestenbus, een bus die langs scholen en bibliotheken trekt in het kader van Kinderboekenweek 2006.